maandag 30 juni 2014

Kleine mechanieken van Philippe Claudel

Kleine mechaniekenKleine mechanieken by Philippe Claudel
My rating: 4 of 5 stars

In een interview naar aanleiding van het winnen van The Independent Foreign Fiction Prize wordt Het verslag van Brodeck omschreven als een "bijna donker sprookje waarin Kafka de gebroeders Grimm ontmoet". Een perfecte beschrijving voor een geweldig boek, maar ook een omschrijving die van toepassing is op Kleine Mechanieken, een boek met grimmige, vol dood en verderf zittende verhalen.

Het meest kafkaiaans is Tania Vläsi, het laatste verhaal uit de bundel. Tania wordt op een dag 'gevraagd' mee te komen, vervolgens opgesloten in een kleine kamer met een enorm hoog plafond, moet zich uitkleden en dan wachten tot ze aan de beurt is. Gedwee en zich nergens over verbazend laat Tania alles over zich heen komen. Gelukkig is ze perfect en leeft nog lang als koningin.
Minder Kafka, meer Grimm is het leven voor de struikrover uit De koopman en de dief, die van De Dood de kans krijgt om zijn leven te veranderen en zo alle misdaden goed te maken die hij tot dan begaan heeft. Het verhaal begint en eindigt sterk, maar heeft een slaapverwekkend middendeel dat weinig meer vertelt dan dat het de hoofdpersoon goed en steeds beter gaat.
De meeste verhalen zijn gelukkig beter opgebouwd, zoals Panopticum II waarin een gevangene samen met zijn collega's de perfecte cel mag bouwen. Het resultaat is een kamer zonder uitzicht, zonder geluid, zonder geur van buitenaf: "Ja, eindelijk zal ik thuis zijn, in ruste op een plek die eigenhandig heb gebouwd, met spierpijn en pijnlijke handen, met het zweet op mijn voorhoofd, en waar ik voor de rest van mijn eeuwigheid trots op kan zijn." Eind goed, al goed.

De beste verhalen in deze bundel gaan over schrijvers en dichters. Hoogtepunt daarvan is De ander, waarin de hoofdpersoon bij toeval een paar gedichten van Rimbaud leest en daar zo geobsedeerd door raakt dat hij zijn huidige leven vaarwel zegt om Rimbaud te vinden. Het is een van de langste verhalen, maar net zo krachtig als het veel kortere Romans (5 bladzijden) waarin een schrijver eindigt met romans te beloven "als dolken met vlijmscherpe punten die hun muziek in het geheugen van de mensen krassen, die ik bij tijd en wijle verzacht met stiltes, buitensporige, oneindige stiltes die ik het aanzien van goudstof geef, van grote beverige vervoering, van waterdruppels die een onweersbui over de achterkant van de wilgenbladeren uitstort om ze er vervolgens weer vanaf te jagen." Daarbij had Claudel het moeten laten, maar net als bij George Piroux, een tikje cynisch verhaal over een man die een eenzame dood sterft in een appartementencomplex en het fantastische Paliarus, over een dikke man op zoek naar de betekenis van het woord paliarus, schrijft hij één zin, één alinea teveel. Jammer, want het is een kras op de verder zo gave, donkere, absurdistische verhalen die ze besluiten.

Kleine Mechanieken is de eerste verhalenbundel van Claudel, geschreven in 2002. Hij schreef de kortverhalenbundel twee jaar voordat Grijze zielen, dat hij in 20003 schreef, vertaald werd in het Nederlands.

View all my reviews

zondag 29 juni 2014

Opnieuw Infinite Jest

Drie jaar geleden, ongeveer rond deze tijd, las ik de laatste bladzijde van Infinite Jest. Het was alsof ik een goede vriend vaarwel zei. Wat een boek, wat een schrijver...

Op Facebook werd ik van de week geattendeerd op oud interview met de schrijver van Infinite Jest: David Foster Wallace (DFW). Op de site van het NRC verscheen onder het motto 'Terugluisteren' een interview uit 1996, vlak nadat de dikke pil, waar de editor nog zo'n 500 pagina's in heeft geschrapt, is verschenen. Bijna twintig jaar later en zes jaar na zijn dood, is wat hij in dat interview vertelt nog net zo relevant als toen. Dat geldt ook voor het boek waarover hij aan de tand wordt gevoeld en daarom ga ik me nog een keer aan dit meesterwerk wagen. Niet lezend deze keer, maar luisterend.

Het interview met Hal waarmee Infinite Jest begint
getekend door Matt Wiegle
Dat DFW en/of Infinite Jest nog lang niet vergeten zijn, blijkt wel uit het feit dat niet alleen het NRC weer even aandacht voor DFW vraagt, maar dat er op internet nog steeds overal en nergens informatie over hem en zijn boeken te vinden is. Er was al een wiki aan het boek gewijd, maar hoe actueel DFW is blijkt bijvoorbeeld uit het artikel dat te lezen is op salon.com: David Foster Wallace was right, irony is ruining our culture. Verschenen in april van dit jaar.
Ook in april verscheen er een lang verhaal op lifehacker.com waarin aandacht wordt besteed aan allerlei productiviteitstips van DFW. Tips waar DFW overigens zelf behoorlijk veel moeite mee had om ze na te leven. Op die site is onder andere onderstaand filmpje te zien, waarin DFW te horen is over het onderwerp ambitie.


Er was in 2011 al veel over DFW te vinden, maar daar is het niet bij gebleven. Zo heeft Google bv. nog geen dertig seconden nodig om aan de 5 miljoen hits te komen.


Bovenaan in de zoekresultaten is The Howling Fantods te vinden, de fansite van Nick Mantias die de site in 1997 begon, vlak nadat hij Infinite Jest had gelezen. Het laatste nieuws op die site is hetzelfde nieuws dat te vinden is op de NRCpagina: het oude interview met DFW.


Een van de leukste sites is Poor Yorick Entertainment, waarvan ook een Facebookpagina beschikbaar is. Het leukste onderdeel van die site is de 'fanart'. De eerste afbeelding uit deze blog is daar te vinden, maar bijvoorbeeld ook de DVD-covers van alle films die gemaakt zijn door James O. Incandenza, de vader van Hal.

Zie ze hier allemaal
Ook op YouTube is veel (nieuws) te vinden, onder andere een interview uit 2003 met de ZDF. Anderhalf uur met DFW doorbrengen... ik ken slechtere tijdverdrijvingen! Tot slot een afbeelding, te vinden op het eerder genoemde Poor Yorick Entertainment, die precies aansluit bij het deel van Infinite Jest dat ik vanmorgen heb aangehoord.


Wat me er direct aan doet denken dat ik niet moet vergeten te vertellen dat het luisteren naar Infinite Jest een feest is. Een enorm feest zelfs. DFW's Infinite Jest lezen was een beleving, maar naar het verhaal luisteren - zelfs als dit door een ander worden voorgelezen - is onbeschrijfelijk: ogen dicht en je ziet en hoort en voelt alles. Echt alles. En aangezien ik nog wel zo ongeveer weet wat er komen gaat, verheug ik me én zie ik enorm op tegen sommige stukken.

En net als ik wil stoppen met deze blog, om vervolgens de computer uit te gooien en naar het voetbal te gaan kijken, surf ik tegen deze waanzinnige site aan....  het Nederlands elftal zal het in Brazilië zonder mijn volledige aandacht moeten doen!

dinsdag 24 juni 2014

Crowdsurfen op laag water van Daniël Vis

Crowdsurfen op laag waterCrowdsurfen op laag water by Daniël Vis
My rating: 5 of 5 stars

Op 24 april schreef ik in een blog dat ik de volgende dag deze dichtbundel zou gaan ophalen bij de plaatselijke boekwinkel. Dat was naar aanleiding van een interview bij Nooit meer slapen, waar Vis te gast was.
Helaas komt het geregeld voor dat ik enthousiast word gemaakt voor een boek door een fijn interview, om dan vervolgens uitermate teleurgesteld te zijn na afloop van het lezen van dat boek. Gelukkig is van teleurstelling in het geval van Crowdsurfen op laag water absoluut geen sprake, ondanks dat de bladzijden het karakteristieke stemgeluid van Daniël Vis niet kunnen voortbrengen. Een beetje miste ik de voordracht wel, maar de poëzie van Vis is sterk genoeg om al lezend overeind te blijven.

De bundel bevat geen enkel lichtvoetig, blijmakend gedicht, maar wie na bestudering van de kaft nog immer een verzameling vrolijkmakende gedichten verwacht, verdient het simpelweg om onaangenaam verrast te worden.

ik tel de knoppen op de afstandsbediening van de tv.
ik wil berekenen hoeveel unieke combinaties je kan maken.

in de praktijk is het minder leuk de uitknop
vroeg in een reeks in te drukken.

in de praktijk kom je uiteindelijk weer
bij een zender waar niets op te zien is.


Zuchten, schouders ophalen, instemmend knikken en dan glimlachen. Een onschuldig, bijna lief gedicht in een serie gedichten dat eindigt met

we rijden 140 op de a7,
we halen net een vrachtauto in.

ik zit voorin naast m'n vader,

hij houdt het stuur losjes vast.
ik zou er makkelijk bij kunnen.

er zijn maar weinig mensen die hierom kunnen lachen.


Het is de opmaat naar gedichten waarin Kees de kankercel de bewoner van zijn moeder is, konijnen stilletjes verhongeren in de garage, ook gootsteenontstopper niets oplost, een washand naar bloemkool ruikt, andijvie en spruiten worden gegeten en een jongetje met een klappertjespistool speelt:

ik sta aan de straat voor ons huis
en zet een klappertjespistool tegen m'n hoofd

de loop is dichtgemaakt met plastic.

ik ben bang voor de knal.

over 3 meter komt een buurvrouw
de hoek om
en ziet een zevenjarig jongetje
dat zich prima alleen kan vermaken.


Keiharde treurigheid, overduidelijke ellende en eenzaamheid worden afgewisseld met mild depressieve prozagedichten, om te eindigen met een klap in je gezicht. Alsof je gestraft wordt voor het feit dat je het tot het einde hebt uitgehouden met deze bundel treurigheid en er zelfs van genoten hebt. Maar ik kan en wil het niet ontkennen: ik zwolg in deze bundel narigheid.

View all my reviews

maandag 16 juni 2014

Codepoëzie

Het begon met het lezen van De literaire kant van computercode. Dat maakte me onmiddellijk nieuwsgierig naar hoe zo'n gedicht zou klinken en hoe het eruit zou zien. Het onvolprezen Google vond al snel een video voor me van het gedicht Say 23 waarover op de site van Schrijven Online werd gesproken.



Even later, via wikipedia, kom ik op de site van Stanford University, niet alleen de tekst van Say 23 tegen, maar ook van de andere finalisten. Daarvan spreekt All.go.rhytm van Paul Hertz mij het meest aan:

All.go.rhythm   Paul Hertz
include everything.*;
void wonder(Universe u) {
  while (ever || never) {
    for (Poem i in u.now()) {
      Word dust = u.speak(i);
      for (Moment mote in dust) {
        wonder(new Universe(mote));
      }
    }
  }
}
En uiteindelijk beland ik via, via op www.sourcecodepoetry.com en daar zie o.a. de volgende bewering...



Ik vind het zo leuk dat ik mijn boeken langsga op zoek naar mijn oude trouwe Ebbinkhuijsen. Een gedicht geschreven in Cobol '74, dat moet bijna hetzelfde zijn als een niet-codegedicht geschreven in middeleeuws Nederlands!

IF MOD-G-JAHR NOT NUMERIC MOVE ZERO TO MOD-G-JAHR
Dit is toch fantastisch!!? Maar helaas. Ik heb na de verbouwing van de bovenverdieping besloten om de doos met oude automatiseringsboeken niet weer naar boven te slepen. In plaats daarvan heb ik ze aangeboden bij de kringloopwinkel, waar ze tot mijn verbazing welkom waren. Ik kan dus niet meer spieken in Ebbinkhuijsens Cobolboek, en kom daarom niet verder dan ....

IDENTIFICATION DIVISION.
       PROGRAM-ID. EBBINKHUIJSEN.
       PROCEDURE DIVISION.
           DISPLAY 'OUD EN DAAROM WEGGEBRACHT'.
           DISPLAY 'SPIJT '.
           DISPLAY 'WIE HAD DAT OOIT GEDACHT!?'.
           STOP RUN.


zondag 15 juni 2014

Tang van Erlend Loe

TangTang by Erlend Loe
My rating: 4 of 5 stars

Tang is het debuut van de veelzijdige Erlend Loe. Het vertelt een simpel, oeroud verhaal in drie delen, die elk in paar zinnen zijn samen te vatten:

I: Jongeman ontmoet jongevrouw. Na enige tijd trekt jongevrouw bij de jongeman in. Dat valt niet altijd mee. II: Zij gaan op vakantie. Ook dat valt niet mee. III: Zij vindt na afstuderen een baan op afstand. Langeafstandrelatie valt ook al niet mee. Jongevrouw ontmoet andere man. Jongeman rouwt. Jongevrouw keert weerom en ...

Tang moet het duidelijk niet hebben van het originele verhaal, of de ongemeen spannende plot, maar ook niet van een hoofdpersoon waar iedereen zich mee kan vereenzelvigen, of van lyrisch beschreven landschappen of ongemeen verrassende metaforen. Tang is verfrissend, laconiek, simpel, grappig, lichtvoetig tragisch en alleen een hoofdpersoon van Erlend Loe kan, gezeten in een trein, Duitse stationsklokken zo bewonderen:

Een of andere Duitser moet erin geslaagd zijn een klok te construeren (de eerste in zijn soort?) die de indruk wekt alle tijd te hebben. Die je het gevoel geeft dat de tijd langzaam gaat. Niets heeft haast als je op een Duits station staat. De secondewijzer beweegt niet alleen, hij staat ook even helemaal stil bij elke seconde. Geniaal. De klok geeft talmend de tijd aan. Haalt er meer uit. Het doet me goed dat te zien.

Briljant gevonden, toch? Die klokken hangen op elk Nederlands station, ik heb er duizenden keren de tijd op afgelezen, maar nog nooit heb ik er zo naar gekeken. Dát is waar Loe in Tang in uitblinkt: het allerdoodgewoonste voor het eerst laten zien. En dan is een klein, alledaags verhaaltje opeens een feest om te lezen.

View all my reviews

Bingekijken

Ik beschik, zeker doordeweeks, niet over een grote hoeveelheid leestijd, vanwege het feit dat ik voltijds moet werken (en meer dan anderhalf uur vv moet reizen) om mijn hobby's te financieren. Eén hobby gaat daarbij voor alles: het zorgen en genieten van Maxine en Donau, de twee paarden die naast mij wonen. 

 
De schaarse tijd die overblijft moet voor een deel verspild worden aan allerlei steeds terugkerende activiteiten zoals het huis en de tuin enigszins op orde houden, zodat ik erg zuunnig ben op mijn 'echte' vrije tijd. Dan ga ik liever niet uren voor de buis hangen, maar neem ik bij voorkeur een boek in mijn handen om me mee te laten voeren naar allerlei andere, al dan niet fictionele werelden.

Sinds pakweg een half jaar weet ik echter dat er tv-series zijn die mijn aandacht net zo verdienen als een goed boek dat verdient, met als gevolg dat ik soms een weekend niet of weinig lees, maar die tijd besteed aan het kijken naar alle afleveringen van een serie. Alsof je een dik boek in één keer uitleest. Dit weekend was zo'n weekend. En het tweede seizoen van Orange is the new black, was de oorzaak.


Ik ga hier niet uitleggen wat er zo fantastisch aan die serie is, want dat lukt me simpelweg niet, maar wat ik wel wil laten zien is dat er in de serie stiekem veel aandacht aan boeken en lezen wordt gegeven. Eén boek springt er vooral uit: Een weeffout in onze sterren van John Green. Dat komt omdat de helderblauwe kaft van de Amerikaanse versie van het boek exact gelijk is aan de Nederlandse vertaling:

Crazy Eyes and Vee (met John Green's "The Fault in Our Stars") in "Orange Is the New Black."
Aangezien ik van de week - met dank aan de win-actie van Dizzie.nl - het boek in mijn brievenbus had gevonden, wist ik onmiddellijk welk boek Vee aan het 'lezen' was.

Helaas is het tweede seizoen al weer 'voorbij' voor mij. Maar 'heel erg erg' is dat niet. Ons Nederlandse Orange heeft mij 45 minuten lang net zo bij de lurven gegrepen als de serie, dus die mannen moet ik blijven volgen. Bovendien heeft Dizzie.nl mij niet alleen het mooie boek van John Green gestuurd, maar ook de verhalenbundel van Philippe Claudel, Kleine mechanieken. Aangezien ik een fan ben van Claudel en in het bijzonder van dat fijne kleine boekje Het kleine meisje van meneer Lihn en Het verslag van Brodeck vind ik het bepaald geen ramp dat ik, als tegenprestatie, heb 'moeten' beloven om iets over dat boek te vertellen op Dizzie.nl.

Het bingekijken is weer afgelopen, het bingelezen kan weer in gang gezet worden, want eerst en vooral ga ik Tang uit lezen. Een feestje van een boek...

donderdag 5 juni 2014

Trofee van Steffen Jacobsen

TrofeeTrofee by Steffen Jacobsen
My rating: 4 of 5 stars

De steenrijke Elizabeth Caspersen vindt een akelig filmpje op een dvd in de kluis van haar zojuist overleden vader. Op het filmpje is een in doodsangst verkerende jonge man te zien. Het is donker, maar hij is goed te zien door de op hem gerichte schijnwerper. Mannen zingen op de achtergrond:

...
You got blood on yo' face
You big disgrace
Wavin' your banner all over the place

'We will we will rock you'
'We will we will rock you'
...

Opeens vliegt er een zak door de lucht die door de man wordt opgevangen. Hij opent de zak en haalt er iets uit dat onzichtbaar blijft op de film, omdat de man inmiddels met zijn rug naar de camera staat. Wat het ook is, de man drukt het tegen zijn borst en strompelt weg het donker in. Het gezang stopt, er knalt een geweer, de man is verdwenen. De camera zoekt, vindt een afgrond en vervolgens de man, liggend op een smalle steenrichel onderaan de rotswand. Dood.

Elizabeth Caspersen schakelt Michael Sander in om te achterhalen wie er in het filmpje te zien zijn en wat er precies gebeurd is. Zij vermoedt dat haar vader een van de mannen in het filmpje is, en misschien wel degene die geschoten heeft. Als dat zo is, wil ze de nabestaanden van de dode man helpen en tot het uiterste gaan om het verlies te compenseren.

Op hetzelfde moment wordt Lene Jensen, inspecteur van de rijkspolitie, van haar uitje teruggeroepen om de dood van de oorlogsveteraan Kim Andersen te onderzoeken. Andersen is die morgen door zijn vrouw gevonden, hangend aan een boom met geboeide handen. Zelfmoord lijkt vanwege die handboeien uitgesloten. Met frisse tegenzin begint Lene aan het onderzoek, maar eenmaal op het spoor gezet zijn er zoveel losse eindjes en raadsels rondom de dood van Kim Andersen en - na later blijkt - een aantal andere leden van de eenheid waarmee hij in Afghanistan heeft gediend, dat ze zich uitgedaagd voelt om te achterhalen wat er aan de hand is.

Al vrij snel kruist de jacht van Michael de speurtocht van Lene, maar dat gebeurt net op het moment dat Lene op niet mis te verstane wijze uitgelegd krijgt dat haar bemoeienissen niet op prijs worden gesteld. Toch laat zij zich er uiteindelijk niet van weerhouden om samen met Michael in het hoge, kille noorden van Noorwegen de confrontatie op te zoeken en aan te gaan met de moordende jagers.

Steffen Jacobsen bewijst met Trofee dat het niet nodig is om een verhaal vol te stoppen met hijgerige cliffhangers om spannend te zijn én te blijven. Het verhaal wordt gedragen door Michael en Lene, de twee stoere, sympathieke maar heel verschillende hoofdpersonen, die een enkele keer een tikkeltje al te naïef en al te slordig zijn. Door dat laatste komen ze - ondanks al hun ervaring - een aantal keren in voorkombaar lijkende levensgevaarlijke situaties terecht, waaruit ze maar ternauwernood levend weten te ontsnappen.
Nauurlijk heeft Jacobsen ervoor gezorgd dat er aan het eind sprake is van die verwachte, onverwachte twist, maar gelukkig is het eind van de jacht op de jagers desondanks geloofwaardig én passend. Trofee is al met al een prima, zeer eigentijdse thriller van weer zo'n goed-schrijvende Scandinavische misdaadauteur.

Op de site van uitgever Cargo is, behalve een boektrailer (zie hieronder) te bekijken, ook een leesfragment beschikbaar dat gedownload kan worden in de vorm van een pdf-bestand. Om alvast te kunnen proeven!




View all my reviews