zondag 31 juli 2016

Olijven moet je leren lezen van Ellen Deckwitz

Olijven moet je leren lezenOlijven moet je leren lezen by Ellen Deckwitz
My rating: 5 of 5 stars

"Vijftig procent van mijn verwekkers is docent Nederlands, waardoor ik de neiging heb om op middelbare scholen reclame te maken voor de Dichtkunst. Dan laat ik de minderjarigen een gedicht lezen en vraag vervolgens wat het betekent. 'Duh,' zegt dan de leerling met een bril, 'een gedicht kan álles betekenen.' De hele klas knikt mee, terwijl ik een kort moment verlang naar de herinvoering van het Spaanse riet."

Zo begint Ellen Deckwitz het tiende hoofdstuk in Olijven moet je leren lezen, waarin ze vervolgens uitlegt waarom een gedicht niet alles kán betekenen. Ze doet dat aan de hand van onderstaand gedicht:

CHARLIE

Als ik in Parijs ben en de roep hoor
van de gier,
zelfs dan wou ik dat ik in Parijs was.

E.D., zeer vrij naar Bashõ

Nee, natuurlijk kan dit gedicht niet (van) alles betekenen, want als je zo vlak na elkaar zinnen leest waarin Charlie, Parijs en gier voorkomen dan zou het vreemd zijn als je daarbij niet aan de aanslag op de samenstellers van Charlie Hebdo denkt. Weet, of begrijp je dan alles van dit gedicht? Nee, want je weet niet wie dit verzucht. Of zegt? Of denkt? Of opleest? Deckwitz gebruikt het tweede gedicht, een haiku, dat hieronder staat, om duidelijk te maken dat een gedicht ook prachtig kan zijn, zonder dat je alles oppikt.

Zelfs in Kyoto,
wanneer de koekoek roept,
mis ik Kyoto.

Bashõ (1644-1694)

Prachtig toch? En dan weet je waarschijnlijk niet eens dat de koekoeksroep in Japan een metafoor is voor de naderende zomer, of dat het de doden kunnen zijn die je hoort roepen naar hun nog levende geliefden. Maar - zo veronderstelt Deckwitz terecht - zelfs voordat je dit weet over de koekoeksroep weet je al dat deze haiku weemoed verbeeldt. Het gaat zelfs nog verder, want nu je deze haiku hebt gelezen, is de kans groot dat je Charlie nog weer anders leest.

Op deze, vaak zeer vermakelijke wijze, met veel tot de verbeelding sprekende voorbeelden, laat Deckwitz je ervaren dat poëzie lekker kan zijn, dat je sommige dichters en hun gedichten misschien moet leren lezen, en anderen nooit zult appreciëren, maar dat je niet dood gaat aan het proeven. Ze zegt het als volgt: "Misschien is poëzie niets voor je, maar dat weet je pas als je haar een kans hebt gegeven, want laten wel wezen, hoe wist je vroeger dat olijven te eten waren? Of dat een biertje wel lekker kon zijn? Door het gewoon te proberen. Ook gedichten kun je leren eten."
In 23 kleine hoofdstukken vertelt Deckwitz onder andere hoe je erachter kunt komen of poëzie iets voor je is, waarom er zoveel wit in gedichten zit, of vertaalde poëzie de moeite waard is, waarom er tegenwoordig zo weinig gedichten rijmen, waar je moet beginnen met het lezen van poëzie, hoe een gedicht ontstaat, of de Nederlandse poëzie werkelijk een tranendal is en wat je nou eigenlijk aan poëzie hebt. In al die hoofdstukken heeft ze waardevolle tips voor verder lezen opgenomen, zoals werk van dichters als Frank Koenegracht, Esther Jansma, Tomas Tranströmer, Emily Dickinson, Nyk de Vries, Vicky Francken, Charles Bukowski, Florence Tonk, Adonis, Antjie Krog en essaybundels en tijdschriften over poëzie. Ze geeft zelfs, in hoofdstuk 17, leestips voor slechte poëzie!

Olijven moet je leren lezen is een geweldige, vermakelijke en daardoor zeer besmettelijke cursus Genieten van Poëzie, die je helpt uit te vinden of en zo ja, van welke dichters je (nu) houdt. Knoop daarbij dan vooral deze laatste tip van Deckwitz in de oren:

"Bewaar de dagen waar je niets van snapt (prachtige regel overigens) en lees die een jaar later weer."

Gerecenseerd voor Hebban.nl.

View all my reviews

Heb lief van Lars van der Werf

Heb liefHeb lief by Lars van der Werf
My rating: 3 of 5 stars




Wintermaanschijnsel
door de takken van
de bomen, nachten
met de maan zijn
slapeloze dromen

Heb lief! stond er vorig jaar boven de recensie van Versjes van Lars, omdat alle versjes in dat boekje daartoe leken op te roepen en nu is er de nieuwe versjesbundel van Lars van der Werf met als titel: Heb lief. De titel is passend, natuurlijk, want net als in zijn vorige versjesboek zijn alle versjes gewijd aan deze opdracht. Dat wil absoluut niet zeggen dat dit een bundel vol zoete, lieve rijmelarijen is, maar het bevat net zomin hermetische gedichten met vierdubbele bodems die zich slechts aan sommige kenners openbaren of gedichten vol doem, donderwolken en drama.

Bovenstaand versje is een goed voorbeeld van de gedichtjes die in Heb lief te vinden zijn. Het is slechts één zin, maar om te vatten wat er staat moet je die zin toch twee of drie keer lezen. Bij iedereen zal de zin andere gevoelens en beelden oproepen, maar het is onvoorstelbaar dat het niets losmaakt. Dat geldt voor deze slapeloos dromerige toestand van dit versje, maar dat geldt ook voor

Ik kan pas
vrij zijn als
het allerzwaarste
aan me vliegt en 
ik zie dat zwaar
ook licht is soms
en schijn bedriegt

Het is weer slechts één zin, maar dan wel een dat op speelse en simpele wijze een levensmotto verwoordt. Voor jezelf, maar misschien wel voor die vriend, of vriendin die het nu zo moeilijk heeft en door zo'n versje ineens snapt wat hem of haar zo teneerdrukt.

Niet alle versjes zijn zo kort, wel passen ze allemaal op één pagina omdat het lettertype kleiner wordt, naarmate er meer regels op een pagina staat. Het langste gedicht staat bijna helemaal achterin in zulke kleine typemachinelettertjes dat het nog maar net past.

Zoveel zaken vind ik stom, zoals
kernreactoren die ontploffen en 
een clusterbom of een heel klein
zwembadje met twaalf orka's en 
een dolfijn die kunstjes moet 
erin en in zoveel dingen heb ik
geen zin, zoals formulieren
invullen, m'n spullen inpakken
of belasting doen, verjaardagen
[...]

De opsomming is nog lang niet ten einde, er worden nog veel meer dingen en gebeurtenissen opgesomd waar vrijwel iedereen van vindt dat ze heel stom zijn. Het zou echter geen versje van Lars zijn als het daarbij zou blijven, want na die lijst van oerstomme dingen in de wereld eindigt hij met

Maar als ik met jou in de zon een
ijsje zit te eten, ben ik het
allemaal al lang weer vergeten.

Dat is lief, dat is liefhebben, maar dat is misschien ook wel wat naïef. Dat kan best, zegt Lars,

Maar geloof me, van naïeve
dromen, zijn de allermooiste
dingen gekomen.

Gerecenseerd voor Hebban.nl.

View all my reviews

maandag 4 juli 2016

Denk als een kunstenaar van Will Gompertz

Denk als een kunstenaarDenk als een kunstenaar by Will Gompertz
My rating: 2 of 5 stars

In de inleiding belooft Will Gompertz te pogen het antwoord op drie vragen te geven, die hij inleidt door over de balletdansers Ninette De Valois en sir Frederick Ashton het volgende te schrijven:

""Bovenmenselìjk waren ze niet. Ze waren even zwak en onzeker als iedereen. Maar ze hadden het element ontdekt - in hun geval de dans - dat hun verbeeldingskracht voedde. Daarmee benutten ze de bovenmenselijke gave van de creativiteit die we allemaal delen."

De alinea wordt afgesloten met: "Maar hoe hadden ze die gevonden? Hoe hielden ze die in stand? En wat kunnen ze ons leren?". Als iemand zo'n expliciete belofte doet, dan wil ik hem daar graag aan houden. Het vervelende (én het fijne!) van een boek is dat je de schrijver uit moet laten praten en praten en praten, zonder dat je iets kunt vragen, want ik had graag willen vragen aan Gompertz: "Bedoel je dat je me gaat uitleggen hoe van Gogh het schilderen (de verf?, de kwast?) , hoe Ossip Zadkine het brons (of Rotterdam?), hoe Vivian Maier het fototoestel (of 'Urban America'?), hoe Dante Alighieri het hiernamaals (of het rijm?) heeft gevonden waarmee hij/zij hun creativiteit benutten?
Deze vraag beantwoordt Gompertz niet of nauwelijks, want geen van de kunstenaars die hij behandelt, besluit doelgericht op zoek te gaan naar een die ene speciale kunstuiting die hun creativiteit ten volle benut. Het is maar wat er beschikbaar is, waar en wanneer je geboren bent en waar je mee in aanraking komt of kunt komen. Rembrandt kon aardig schilderen, maar wie weet was hij nu wel een nog veel betere ontwerper van online games of graphic novels geweest? Verder dan "(onder)zoek en gij zult iets vinden" komt Gompertz niet. Niet verbazingwekkend natuurlijk, want meer valt er niet over te zeggen.

Naar hoe dat 'iets', die 'bovenmenselijke gave van de creativiteit' in stand gehouden kan worden, leek mij nogal vanzelfsprekend: oefenen, oefenen, oefenen, oefenen en nieuwe dingen uitproberen, uitdagingen zoeken om er een beetje de sjeu in te houden en vooral veel en hard werken. We hebben tenslotte allemaal wel eens hard moeten werken om een vaardigheid onder de knie te krijgen. Dat is dan ook precies wat Gompertz aantoont.

Nieuwsgieriger was ik naar de derde vraag: "Wat zouden de kunstenaars ons kunnen leren?" Als iedereen over de gave creativiteit beschikt, dan is het in ieder geval niet dát wat ons scheidt. En dat Gompertz dat werkelijk meent blijkt niet alleen uit bovenstaande quote, want eerder in de inleiding vertelt hij al:

"Creatief zijn we allemaal. Het verschil is dat zij [de kunstenaars] er richting aan hebben gegeven, een afzetgebied gevonden hebben en een manier om hun talenten ‘aan de man’ te brengen."

Gompertz bespreekt diverse kunstenaars, maar het is jammer - en ook logisch gezien deze quote - dat hij zich beperkt tot de kunstenaars die beroemd (en rijk) zijn (geworden). Dat riekt naar survivor bias, zoals dat ook bij verhalen over succesvolle ondernemers het geval is. Waarbij het de vraag is of een ondernemer die geen miljarden verdient, maar er wel van kan leven niet net zo goed succesvol is. Bovendien kun je je afvragen of een fotograaf die kan leven van het maken van bruidsrapportages niet ook een succesvolle kunstenaar is. En is een onderwijzer(es) die er op een originele manier in slaagt om keer op keer de kinderen het principe van worteltrekken bij te brengen, niet ook een kunsta(a)r(es)? Het lijkt er soms op of Gompertz dat wel bedoelt, maar het boek is zo warrig qua opzet én qua terminologie, dat er veel te raden overblijft.
Gompertz begint elk hoofdstuk vol goede moed een tip of leefregel uit te werken, maar verdwaalt telkens weer opnieuw door zijn eigen enthousiasme. Hij vertelt fantastisch over het leven en werken van kunstenaars, daar is niets mis mee, maar dat is niet wat hij aan het begin van dit boek beloofde.

Gelezen voor de leesclub van dit boek op Hebban.

View all my reviews