zondag 27 juli 2014

Gebed zonder einde van Asis Aynan

Gebed zonder eindGebed zonder eind by Asis Aynan
My rating: 4 of 5 stars

Tijdens een interview met de Moslim Omroep (3 juni 2014) vertelt Asis Aynan over hoe zijn ouders een 'peper- en zoutvaatje' werden, zodat zij konden zorgen voor een strakke, duidelijke, zwartwitte wereld om hun kinderen in groot te brengen. Om ervoor te zorgen dat hun kinderen het beter zouden krijgen dan zij het ooit gehad hebben, creëerden ze een nieuwe wereld in een nieuw land, ontdaan van al die prachtige kleuren van hun eigen land, Marokko. Er bleven twee dingen over: heel hard werken en god. De schoonheid, de veelheid, de verhalen, de verschillen, alles werd weggelaten en weggehouden omdat er 9 kinderen moesten worden verzorgd en opgevoed. In Gebed zonder einde zegt Aynan  het als volgt:

De drieploegendienst van vader en het dag- en nachtwerk van moeder zorgden ervoor dat ik niet in de fabriek hoefde te werken, maar naar de universiteit en levensuniversiteit ging. De onrust die mij ten deel viel, liet mij af en toe over land reizen (nooit door de lucht!), maar vaker in mijn hoofd. De onrust zorgfe voor ontmoetingen. Zorgde ervoor dat ik op zoek ging naar literatuur, de wereld van de cinema en ander kunsten. En diezelfde onrust heeft ervoor gezorgd dat ik het distillaat van deze belevenissen op papier heb gezet.

In verhalen die slechts een enkele keer meer dan een paar bladzijden lang zijn, vertelt Aynan over zijn belevenissen tijdens de zoektocht naar zijn veelkleurige, schitterende, oeroude achtergrond en zijn verlangen om daarbij te horen. Hoewel Aynan zich dolgraag wil onderdompelen in de Marokkaanse gemeenschap, ten volle geniet van het leven zoals zich dat bijvoorbeeld in Borgerhout (Antwerpen) voltrekt, concludeert hij dat hij dat niet kan: Ik wil geen halve manen dragen, niemands kruis op zijn rug. [...] ik pas niet in de sociale orde van zo'n wijk. Op plekken als Borgerhout zijn de juiste ingerediënten voor een goede maaltijd en een dijenkletser aanwezig, maar die voor een goed leven (in mijn optiek!) zijn er moeilijker te vinden.

Zijn zoektocht beperkt zich niet tot Nederland en België, maar voert hem ook naar - natuurlijk - Marokko, Frankrijk en Duitsland. In het langste verhaal, Al-Hoceima, probeert Aynan het voetbalstadion binnen te komen waar hij, tijdens een vakantie in zijn jeugd, ooit een korte blik op heeft kunnen werpen. Hij heeft de pech, of misschien wel het geluk, dat de koning van Marokko, Mohammed VI, op datzelfde moment Al Hoceima bezoekt. Hij verblijft zelfs in het hetzelfde hotel. Het vergemakkelijkt zijn speurtocht niet, maar resulteert daardoor wel in een spannend verhaal vol met allerlei schimmige, eigenaardige helpers.

Thuis geeft, van alle verhalen in Gebed zonder eind, misschien wel het mooiste weer hoe Aynan in twee culturen leeft en van beide houdt. In beide thuis is. Niet zonder kritiek, of soms zelfs woede, maar wel met overgave en met liefde. Het is de liefde voor zijn Berberachtergrond en de schitterende verhalen uit die cultuur die Aynan ertoe gedreven heeft om dit heerlijke verhalenboek te schrijven. Het is diezelfde liefde die ervoor gezorgd heeft en blijft zorgen dat wij, in Nederland, kunnen genieten van auteurs met een Berberachtergrond, zoals Mohammed Khaïr-Eddine, Tahar Djaout, Taos Amrouche, Kateb Yacine en Mohammed Choukri, omdat Aynan bedenker en mede-oprichter is van de Berberbibliotheek. Gelukkig maar want, zoals aan het einde van Al-Hoceima valt te lezen, in Marokko hebben verhalen geen waarde meer.

Recensie geschreven voor Dizzie.nl.
View all my reviews

maandag 21 juli 2014

Can't we talk about something more pleasant? van Roz Chast

De ouders van Roz Chast en Roz Chast zelf deden wat alle ouders en kinderen zolang mogelijk doen: ontkennen en dus uitstellen. Maar ontkennen verandert niets, en van dit uitstel komt geen afstel. Voor niemand en dus ook niet voor Roz, niet voor haar vader en niet voor haar moeder.


Can't we talk about something more pleasant? is het verhaal van 'de dochter van' ouders die  langzaam sterven aan de gevolgen van het ouder worden. Roz Chast vertelt er niet alleen over, maar laat de gevolgen daarvan voor de ouders en 'de dochter van' zien. Het zijn pijnlijke, soms grappige, regelmatig wanhopigmakende, maar in ieder geval - voor iedereen die in dezelfde situatie zit of heeft gezeten - herkenbare situaties, gedachten en gevoelens.

Roz Chast is geboren in 1954 in Brooklyn. Haar ouders waren al flink op leeftijd toen zij geboren werd. Van een fijne jeugd was geen sprake, omdat de relatie met haar overheersende, veeleisende moeder daar te weinig ruimte voor liet. Roz lijkt op haar timide, onzekere vader die altijd voor 'de lieve vrede' gaat, ook en altijd als er sprake is van een verschil van mening (of ruzie) tussen Roz en haar moeder. Roz groeit op en gaat zo snel als mogelijk het huis uit. Ze wordt cartoonist bij o.a. The New Yorker, trouwt, krijgt kinderen en verhuist naar een 'suburb' en neemt zich voor nooit meer een voet in Brooklyn te zetten. 10 jaar is ze er niet meer geweest en dan begint het einde.



Op 9 september 2001 ziet Roz bij het bezoek aan haar ouders dat die het eigenlijk niet meer bolwerken: het huis is vies, 'grimy'. Maar een gesprek is niet mogelijk. Haar moeder en dus haar vader willen niet weg uit het huis waar ze al zo lang wonen en 'redden het nog best'. En eigenlijk is dat ook wel fijn om te horen. 
Niet veel later valt haar moeder en komt - uiteindelijk - in het ziekenhuis terecht. Dan en daar blijkt hoe slecht haar vader er geestelijk al aan toe is. Roz neemt haar vader in huis en - hoewel ze eigenlijk weet dat het geen goed idee meer is dat die twee weer in hun oude huis terugkeren - brengt hem weer opgelucht terug naar Brooklyn, als haar moeder het ziekenhuis kan verlaten.



Natuurlijk kan het niet meer, en uiteindelijk leggen de ouders van Roz zich er bij neer dat ze moeten verhuizen naar een verzorgingstehuis, 'the Place', zoals Roz het consequent noemt. Voor een schamele $ 7.400,- per maand.  Het is ook het moment dat Roz full time moeder wordt van haar ouders, vergezelt van alle administratieve rompslomp en kopzorgen die daar bij horen. 



Haar ouders hebben het na verloop van tijd best naar hun zin in 'the Place', maar vooral haar vader gaat geestelijk én lichamelijk snel achteruit. Hij is dan ook de eerste die overlijdt. Haar moeder is er daarna zo slecht aan toe dat Roz een tijdlang verwacht dat zij binnen korte tijd zal sterven.



Haar moeder krabbelt echter weer op en met de hulp van de peperdure ingehuurde 24-uurs hulp brengt zij nog drie jaar door in 'the Place', om daar uiteindelijk de laatste maanden van haar leven in bed door te brengen. Elke dag een beetje minder mens...


Juli 2009 voor Roz en haar moeder. 
Juli 2014 voor mij en mijn moeder.
In september 2009 overlijdt de moeder van Roz.

Helaas is Can't we talk about something more pleasant? (nog?) niet in het Nederlands verkrijgbaar, want ik zou iedereen willen aanraden om het zelf te lezen. En om je ouders te vragen het te lezen. En er dan WEL samen over te praten en WEL die dingen te regelen die geregeld moeten worden. Vooraf. Vóór het te laat is.

Update 22-7-2014: Gisteravond riep ik op mijn facebookpagina dat dit een bloedgoed boek is en dat het vertaald moet worden. Vanmorgen kreeg ik deze reactie:


En nu duimen dat het gaat lukken!!

zondag 20 juli 2014

In the realms of the unreal van Henry Darger

Als je informatie over Henry Darger zoekt, is het bijna vanzelfsprekend dat Google een link naar Wikipedia toont. Helaas lang niet altijd naar de Nederlandse versie, maar wel vrijwel altijd naar de Engelse versie. Zo ook in het geval van Henry Darger:
Henry Joseph Darger, Jr. (/ˈdɑrər/; c. April 12, 1892 – April 13, 1973) was a reclusive American writer and artist who worked as a custodian in Chicago, Illinois.[1] He has become famous for his posthumously discovered 15,145-page, single-spaced fantasy manuscript called The Story of the Vivian Girls, in What is Known as the Realms of the Unreal, of the Glandeco-Angelinian War Storm, Caused by the Child Slave Rebellion, along with several hundred drawings and watercolor paintings illustrating the story.[2] [...]
Die eerste zin moet heel veel mensen hoop geven: zolang er na je dood maar een of meer manuscripten, of schilderijen of schetsen of beeldhouwwerken of muziekstukken of andere creatieve uitspattingen worden gevonden, kom je in Wikipedia terecht als een kunstenaar die zijn/haar geld verdiende door te werken als conciërge, docente, call center medewerker, verpleegkundige, bankdirecteur, boerin, schoenenverkoper, enz.  Dargers 15.145 pagina's tellende, enige, meesterwerk wordt gezien als one of the most celebrated examples of outsider art, oftewel kunst gemaakt door buitenstaanders. Buitenstaanders zijn in dit geval mensen die - tijdens hun leven - niet tot de kunstwereld behoorden en/of (h)erkend zijn als kunstenaar.

Henry Darger
Henry Darger was zo'n onbekend buitenbeentje. Een schrijver én schilder die, om in leven te blijven en aan zijn kunst te kunnen wijden, zijn geld verdiende als conciërge. Hij werd geboren in Chicago (1892) en bracht een groot deel van zijn jeugd door in een tehuis voor zwakzinnige kinderen. Als volwassene leidde hij een eenzaam leven in een bescheiden eenpersoonskamer. Daarin werden na zijn dood in 1973, honderden schilderijen - waarvan vele meer dan 10 meter lang en dubbelzijdig - en een meer dan 15.000 pagina's tellende roman, een autobiografie, en duizenden pagina's van tijdschriften gevonden. 

Henry Dargers kamer
Nathan and Kiyoko Lerne, Dargers huiseigenaren, herkenden de kamer voor wat het was: een schatkamer. Zij hebben ervoor gezorgd dat Dargers werk bekend werd en dat Henry Darger zelf gezien wordt als een van de beste vertegenwoordigers van outsiderkunst

Werk van Henry Darger in de Andrew Eldin Gallery (2010)

Sinds zijn dood in 1973 en de ontdekking van zijn enorme opus, maar vooral sinds de jaren 1990, zijn er veel verwijzingen in populaire cultuur naar Dargers werk te vinden in het werk van andere beeldend kunstenaars. In 2004 heeft Jessica Yu's een documentaire over het leven en de werken van Henry Darger: In the realms of the Unreal. 


De documentaire werd uitgezonden door PBS en is in zijn geheel te bekijken op YouTube

Bron en inspiratie: De zes meest krankzinnige boeken deel 1, te vinden op Schrijven Online, dat op zijn beurt een vertaling is van (een deel van) The 6 Most Certifiably Insane Acts of Writing dat twee jaar geleden verscheen Cracked.com. De zes auteurs/boeken die besproken worden, zijn:
  • Hans Fallada, the all-time poster boy for writers who just didn't give a shit.
  • Robert Shields, auteur van het dikste dagboek ter wereld, met daarin o.a. boeiende passages zoals: 
July 25, 1993 
7 am: I cleaned out the tub and scraped my feet with my fingernails to remove layers of dead skin.
7.05 am: Passed a large, firm stool, and a pint of urine. Used five sheets of paper.
April 18, 1994 
6:30-6:35: I put in the oven two Stouffer's macaroni and cheese at 350°.
6:35-6:50: I was at the keyboard of the IBM Wheelwriter making entries for the diary.
6.50-7.30: I ate the Stouffer's macaroni and cheese and Cornelia ate the other one. Grace decided she didn't want one.
7.30-7.35: We changed the light over the back stoop since the bulb had burnt out.
August 13, 1995 
8.45 am: I shaved twice with the Gillette Sensor blade [and] shaved my neck behind both ears, and crossways of my cheeks, too.
 Het dagboek mag pas in 2057 in zijn geheel worden ingezien.

Op Cracked.com eindigt de bespreking met de volgende, terechte, vraag: 

So, for all of you aspiring writers out there still procrastinating on your novel, what the fuck is your excuse?



zondag 13 juli 2014

Hex van Thomas Olde Heuvelt

HEXHEX by Thomas Olde Heuvelt
My rating: 2 of 5 stars

Sinds ik 15 jaar geleden na een paar pagina's van een boek van een Stephen King (It?) nachtmerries kreeg van een pluche speelgoedbeest in een kast, heb ik geen horror- of griezelverhaal meer geprobeerd. Ik had Hex dan ook links laten liggen als ik had geweten dat het om een griezelverhaal ging. Hex ben ik gaan lezen omdat ik een science fiction/fantasy-verhaal van eigen bodem verwachtte, nadat ik Olde Heuvelts The boy who cast no shadow had gelezen. Een steengoed verhaal en dus noteerde ik de naam van de schrijver en nam me voor zijn nieuwste boek te lezen. Hex stond toen op het punt van uitkomen.

In eerste instantie koos ik Hex als bedboek, en las het daarom in dagelijkse kleine porties. Maar na enige tijd - zo'n beetje op de helft van het boek - leek het me raadzaam om het boek in de zonnige tuin verder (uit) te lezen:

Mogelijk waren het ruwe berken, maar de stammen waren zo oud en verweerd dat een leek het onmogelijk kon uitmaken. Ze deinden zachtjes krakend in de wind, de kale takken grillig als zwarte, uitgekristalliseerde bliksem tegen de staalgrijze lucht. Pieter keek omhoog en nu zag Stefan waar hij naar keek: zeker vijftien meter hoger, bijna bovenaan, hing [...]

Dat was zo ongeveer het moment dat ik naar de zon vertrok met het boek. Ik heb zelfs getwijfeld of ik zou doorlezen, want behalve dat ik het risico zou lopen slecht te slapen, houd ik simpelweg niet van horror. Omdat ik al zo'n eind gevorderd was en ik, ondanks alles, toch benieuwd was naar de afloop, las ik door tot het einde. Waarbij aangetekend moet worden dat ik een groot deel van de laatste veertig, vijftig pagina's 'diagonaal gescand' heb. Dat vond ik niks. Niet griezelig, niet spannend, niet lezenswaardig, niks. Saai. En erger nog: niet goed.

Tot even na halverwege is Hex een alleraardigst verhaal. Origineel, spannend en redelijk geschreven, hoewel Olde Heuvelt ook dan al de neiging heeft teveel uit te leggen. In de tweede helft van het boek laat Olde Heuvelt vrijwel niets meer aan het toeval of de verbeelding over en verklaart tijdens de gebeurtenissen en zelfs regelmatig vooraf, wat en hoe een en ander moet worden begrepen. Het is alsof hij bang is dat lezers van zijn verhaal hun eigen conclusies gaan trekken en hun eigen fantasie gebruiken.
Wat de reden er ook voor is geweest, ik ben er Olde Heuvelt dankbaar voor, want het bleek een uiterst effectief middel om te voorkomen dat ik 'echt' aan het griezelen sloeg, met als resultaat dat mijn nachtrust ongeschonden bleef. Dat laatste stel ik op prijs, maar het toont aan dat Hex - zelfs als ongecompliceerd griezelverhaal - onder de maat is. Jammer, dat het zo afloopt, want het begon, zoals gezegd, alleraardigst ...


View all my reviews

woensdag 9 juli 2014

Nazomerzinnen in Zuidlaren op 20 september 2014

Met dank aan Oranje: Etgar Keret's Girl on the Fridge

Dat Oranje het zolang volhoudt én ik daarom verplicht ben (duh) om het wk te volgen én ik des avonds dientengevolge teveel naar de tv moet kijken, wist ik niet op het moment dat ik besloot om Stallo te gaan lezen. 's Avonds laat voor het in slaap vallen lees ik Hex; daar was ik al voor het wk aan begonnen en in de trein lees ik regelmatig in Piketty's boek. Dat laatste is eigenlijk het enige boek dat een beetje opschiet....

Hex schiet niet op omdat ik - door de late verlengde wedstrijden én penalty's - na drie zinnen al in slaap ben gevallen, en Stallo schiet niet op omdat ik 's avonds teveel tv. kijk. En dus en dus en dus... heb ik nu voor tussendoor een verhalenbundel opgesnord van Etgar Keret: The Girl on the Fridge.
Van Keret heb ik een paar jaar geleden al Verrassing gerecenseerd voor Dizzie (recensie daar zojuist opnieuw bij het boek geplaatst), en dat beviel zo goed dat het boek direct een van mijn favoriete boeken werd. En nog steeds is.


Gisteren begonnen in The Girl on the Fridge en weer direct bij de strot gevat door de vreemde, duistere verhalen van Keret. Op internet zijn diverse verhalen uit die bundel te vinden. Zoals Asthma Attack op de site van Macmillan Publishers.

When you have an asthma attack, you can’t breathe. When you can’t breathe, you can hardly talk. To make a sentence all you get is the air in your lungs. Which isn’t much. Three to six words, if that. You learn the value of words. You rummage through the jumble in your head. Choose the crucial ones—those cost you too. Let healthy people toss out whatever comes to mind, the way you throw out the garbage. When an asthmatic says “I love you,” and when an asthmatic says “I love you madly,” there’s a difference. The difference of a word. A word’s a lot. It could be stop, or inhaler. It could even be ambulance.

(THE GIRL ON THE FRIDGE Copyright © 1992, 1994 by Etgar Keret)

Via de site van Etgar Keret zelf zijn een aantal korte verhalen uit dit en andere boeken van hem te lezen. Cramps bijvoorbeeld. Op Pen.org is het verhaal Hat trick  te beluisteren. De geluidskwaliteit is niet geweldig, maar het verhaal is het waard om de moeite te doen om het af te luisteren. Hat trick is gruwelijk én grappig én naargeestig en .... fantastisch.

En voor wie Keret wil zien én horen is er op YouTube een en ander te vinden. O.a. een conversatie tussen Etgar Keret en Nathan Englander, waarin Keret o.a. het verhaal What animal are you voorleest.



Ik ben het Nederlands elftal en Louis van Gaal diep dankbaar voor het vermorzelen van mijn leestijd, zodat ik gedwongen werd de pillen even opzij te leggen en op zoek te gaan naar korte verhalen. Ik reken erop pas maandag weer ruim in mijn leestijd te komen!

En voor wie zich afvraagt wat er met Het land 32 is gebeurd: niks. Het wil maar niet boeien en ligt daarom voor straf voorlopig links. En dan nu op naar Duitsland - Brazilië.....