zondag 27 april 2014

Schrijvers 'doen' strips

Gisteravond, om precies te zijn 11 uur geleden, vond ik in het nieuwsoverzicht op Facebook een intrigerende link van The Guardian.
 
Art And Anarchy, van Michel Faber en Roger Langridge

Deze korte comic blijkt deel uit te maken van de serie Novelists do comics, een Weekend comics special April 2014. De serie wordt gemaakt om de tentoonstelling van Britse comics, die van 2 May tot 19 August 2014 te bewonderen is in de British Library, te  markerenGuardian Weekend heeft  bekende auteurs gevraagd om samen te werken met grafische kunstenaars om zo nieuw werk te creëren. Bovendien wordt bijna elke strip vergezeld van een interview met beide makers. In dit geval is dat een interview met Michel Faber en Roger Langridge. Art And Anarchy is inmiddels de derde strip.

Do You Hear What I Hear? van AM Homes en Frazer Irving

Do You Hear What I Hear? van AM Homes en Frazer Irving is de eerste strip in de serie. De strip is op alle fronten anders van toon dan de strip van Faber en Langridge. Het is een steengoed verhaal, o.a. omdat het lang onduidelijk blijft wat er aan de hand is. Tergend langzaam wordt er naar het einde toegewerkt en dan ....
Zoals gebruikelijk bij een goede strip kunnen de tekeningen en de tekst absoluut niet zonder elkaar. het is jammer dat er in dit geval geen interview met Homes en Irving over het maken van de strip beschikbaar is.

De tweede in de serie is Masks, van Gillian Flynn en Dave Gibbon. Het is een spannend verhaal over moeders die het er niet bij laten zitten en pesters gaan pesten. De afloop is enigszins voorspelbaar, maar door de combinatie met de tekeningen is het - toch - een aardig verhaal geworden. Dit keer is er wel een interview met beide makers beschikbaar.

Masks, van Gillian Flynn en Dave Gibbons

Of er nog meer strips volgen weet ik niet, maar hopen doe ik het wel. De kans is groot dat ik zo'n nieuwe strip over het hoofd zie in het veel te overdadige nieuwsoverzicht op Facebook, daarom heb ik voor alle zekerheid een RSSfeed opgenomen in mijn feedreader (Feedly). Zo weet ik zeker dat ik een volgende strip niet over het hoofd zal zien. Want ik wil meer!

Er is op de overzichtpagina van The Guardian nog een 'how to' te vinden: How to write a comic: a beginner's guide, voor iedereen die meer over het maken van strips te weten wil komen.

zaterdag 26 april 2014

Het einde van de tijd

Stel je de volgende scene voor: vier uitgehongerde, en dus broodmagere muzikanten die spelen op een klarinet, een goedkope viool, een piano die op instorten staat waarvan de toetsen na het indrukken niet altijd weer omhoog komen en een afgeleefde cello. Het toneel is Stalag VIII A-Görlitz.


Het haveloze kwartet bestaat uit Jean Le Boulaire (violist), Henri Akoka (klarinettist), Etienne Pasquier (cellist) en Olivier Messiaen (piano). Ze staan op het punt om voor het eerst het Quartet pour la fin du temps te spelen, gecomponeerd door Olivier Messiaen daar, in het kamp, voor een publiek van Duitse bewakers en 400 uitgehongerde, kapotgewerkte en zieke krijgsgevangen.

Dit is wat ik las en wat ik hoorde. Vanmorgen in mijn tuin, met vogelgezang op de achtergrond en uiteindelijk met tranen over mijn wangen.


Het verschil kan nauwelijks groter zijn en toch was ik daar even, in dat krijgsgevangenkamp en luisterde ik mee. Het kan nooit zo mooi geklonken hebben op die gammele muziekinstrumenten, in die omstandigheden, maar dankzij Richard Powers en meer specifiek door zijn hoofdpersoon in Orfeo, Peter Els, ben ik daar toch heel even geweest en kan ik nu en straks deze muziek - die ik anders niet om aan te horen had gevonden - niet meer horen zonder tranen in mijn ogen te krijgen omdat ik het zo ongelooflijk mooi vind.


Het eind van het einde beschrijft Powers' Els als volgt (movement 8 in de video):
   The end of the End, when it arrives at last, comes as a solo violin above piano throb. Pared back to its essence, the melody abides, burnt pure in the crucible of the war. Out of a cloud of shimmering E major Chords - the key of paradise - the violin hunts at all a person might still have, after death takes everything. The violin rises; the piano climbs along toward some final immobilility beyond human patience and hearing. The praise wanders higher, into C major, through a frozen minefield of ambiguous diminished and augmented chords, rising again to another E major, then one more in the octave above. From out at the edge of the key- and fingerboards, the line glances back at a lost Earth on a cold night, when there is time no longer.
   When the last notes die out in the frozen air, nothing happens. The captive audience sits in silence. And in silence, awe and anger, perplexity and joy, all sound the same. At last there's applause. The prisoners in their clogs and bottle-green Czech uniforms fall back into the world and make an awkward bow. And then, Le Boulaire will recall decades later, lots of unresolved discussions, about this thing that no one had understood.
Ik ga bovenstaande niet vertalen, omdat het zou voelen als heiligschennis: deze woorden horen - voor mij - voor eeuwig bij deze muziek. En Peter Els zit in mijn hart. Wat er ook nog door of met hem gebeurt in de rest van Orfeo,

donderdag 24 april 2014

iPoetry

Op weg naar huis met een viesgrauwe lucht dreigend boven mijn  vieswitte bus, hoor ik nog net het laatste stukje van Kunststof op de radio. Ik hoef niet te wachten tot de naam van de gast wordt genoemd, want ik herken hem direct aan zijn stem en manier van praten: Daniël Vis, dichter. Dat ik niet de enige ben die hem aan zijn stem herkent, wordt duidelijk als ik, eenmaal thuisgekomen, op de website van Kunststof het volgende lees:

Begin dit jaar won dichter en filosofiestudent Daniël Vis het NK Poetry Slam en nu ligt zijn debuutbundel Crowdsurfen op Laag Water in de schappen. Met zijn stem, die het midden houdt tussen een Rotterdamse beginnende roker en een opzwepende dirigent, bekoort hij menig publiek. In zijn gedichten worden lunchpakketten van docenten verwisseld, lijden moeders aan kanker en is de bloemkool in de bonus.

Morgen ga ik zijn nieuwe/eerste bundel ophalen: Crowdsurfen op Laag Water:


Die ligt dan klaar bij de plaatselijke boekhandel (nou... Bruna), omdat ik de bundel vorige week al besteld heb. Ik heb Vis daarover namelijk eerder al horen vertellen. Waarschijnlijk bij Nooit meer slapen, maar helemaal zeker ben ik daar niet van. Of het bij Kunststof (ook) een leuk interview is geweest, weet ik nog niet, maar wat ik wel weet is dat ik straks de podcast ervan ga downloaden én dat ik morgenavond om 19:00 uur live ga luisteren, want dan is David van Reybrouck te gast.
Ik ben nog steeds niet, OH SCHANDE, OH SCHANDE!!!, aan zijn boek Congo toegekomen, maar wel heb ik iets meer dan een jaar geleden bijna drie uur gefascineerd naar hem geluisterd toen hij in het kader van het marathoninterview in gesprek was met DjoekeVeeninga. Over van Reybrouck staat het volgende op de Kunststof-site:

Gisteren ontving schrijver David van Reybrouck de Gouden Ganzenveer, vanwege zijn grote betekenis voor het geschreven en gedrukte woord. Met het prijswinnende Congo. Een geschiedenis verwerft de cultuurhistoricus in 2010 grootse bekendheid. In zijn laatste werk Tegen Verkiezingen bevraagt de maatschappelijk betrokken Belg het democratische vermoeidheidssyndroom van België.

Inmiddels zullen degenen die op basis van de titel besloten om deze blog te gaan lezen, zich afvragen wat deze te maken heeft met de inhoud van de blog. Het begon dan wel met een poëet - eentje die vooral bekend is van het poetry slammen - maar van van Reybrouck kan veel gezegd worden, hij staat niet bekend om zijn gedichten, laat staan om het voordragen ervan.
De titel is de schuld van Google. Ik wilde namelijk alleen maar even de Kunsstofuitzending van vanavond opsnorren, maar een van de eerste hits die ik kreeg op Daniël Vis was iPoetry. En die site kende ik nog niet.... even kijken, dus. En luisteren, zo bleek!


Daniël Vis is niet de enige die te horen is via iPoetry. Een blik op het lijstje 'laatst toegevoegde dichters' laat de volgende namen zien: Mark Strand, Young Poets Society 2012 (YPS), Jaap Blonk, Hans Dorrestijn, Rick de Leeuw, Ramsey Nasr, Cees Nooteboom, Toon Tellegen, Allard Schröder en Loren Brouwers. Leuke site om eens in rond te neuzen en vooral te oren, want - zo valt er links onderin te lezen: iPoetry.nl bevat op dit moment 1580 opnames. Das nie niks! Veel zelfs.

Mijn blog eindigt onder andere met het naamloze gedicht waarmee de uitzending van Kunststof ook eindigde. Geheel toevallig, ook dankzij Google.


zondag 20 april 2014

Samedi the deafness van Jess Ball

Samedi the DeafnessSamedi the Deafness by Jesse Ball
My rating: 4 of 5 stars

De hoofdpersoon, James Sim, ia een 'mnenomist', iemand die - in dit geval na langdurige training - over een fotografisch geheugen beschikt. Het is niet alleen een eigenschap van James, maar ook zijn werk. Maar hoe, waarom en voor wie hij dit werk doet blijft 'duister'. Het betaalt in ieder geval goed.

Op een dag, tijdens een wandeling, is James net niet getuige van een moord. De daders heeft hij nl. niet gezien, maar hij is wel net op tijd bij het slachtoffer om van hem nog het e.e.a. te horen over een samenzwering. Thomas McHale, zoals het slachtoffer heet, kan nog net wat namen en andere informatie uiten alvorens te sterven. James maakt dat hij wegkomt, bang als hij is dat de daders nog in de buurt zijn en neemt zich voor de boel de boel te laten. Helaas wordt hij de volgende dag weer geconfronteerd met de naam Samedi en aarzelend volgt hij een van de aanwijzingen die hij van McHale heeft gehoord op. Het resulteert erin dat een man door het raam springt en James in een verisylum belandt, gekidnapt door de tweelingbroer van Thomas McHale, Thomas McHale.

James, opgesloten en verliefd op wat waarschijnlijk de dochter van Samedi is, heeft intussen nog slechts zes dagen om de bijbelse tragedie te voorkomen die Samedi de Amerikanen belooft. Hij doet er alles aan om te begrijpen wat er aan de hand is en wat er staat te gebeuren, maar hij merkt al snel dat het niet alleen lastig is om zijn weg te vinden in het gebouw, maar dat de mensen die het bevolken net als de regels die gevolgd moeten worden net zo moeilijk te vatten zijn.

Doorspekt met schitterend geschreven jeugdherinneringen van een eenzaam jongetje die geholpen wordt door zijn onzichtbare wijze uil, is Samedi the Deafness bijna een thriller. Het begint razend, met moorden en een kidnapping, maar komt tot bijna stilstand als James eenmaal in het verysilum is terechtgekomen. Uiteindelijk breekt de laatste dag aan en wordt James het een en ander duidelijk.

Samedi the deafness bevat diverse passages waar ik - eerlijk is eerlijk - eigenlijk geen kaas van kon maken, maar die ik wel ontroerend mooi vond. Poëtisch, eigenlijk. En naarmate ik ze vaker herlas om het toch te pakken te krijgen, nog mooier. Verpakt in een maf, onderhoudend, kronkelig, thrillerachtig verhaal met een superschurk die het goed bedoelt, is dit een absurd verhaal dat net op tijd stopt. Langer doorgaan zou desastreus zijn geweest.

rule 37
It is necessary when proceeding from hall to hall and along the stairways never to speak with anyone you see, aside from servants. Should you wish to speak to someone, ring the bell that has been provided to you. Everyone in the vicinity will stop his or her movements. Count then to fifteen and approach the other person, giving them time to gather their thoughts. Then you may pose your question or voice your concern.
Also, a better method of interaction is afforded by the system of note-sending. All the rooms of the house are provided with a small mail shelf on the near wall beside the door. Simply place your note on the shelf, and it will be received and responded to at the person's leisure. If you suspect that the person is within the room, and you are leaving a note when time is of the essence, you may knock once upon the door knocker.
See rule 14 for the particularities of the use of the door knocker.

Met dank aan Justin Waerts, door wiens essay ik Jesse Ball ook heb mogen ontdekken.

View all my reviews

zaterdag 19 april 2014

De magie van papier



Doet men dat nog dezer dagen: een boom- of plantenblad tussen twee bladzijden vlijen? Emily Dickinson, een andere favoriete dichter van Collins (zijn derde bundel noemde hij Taking Off Emily Dickinson's Clothes) hield speciaal voor dit doel een herbariumboek bij. Die duizenden andere natuurgevoelige vrouwen hadden niet de bedoeling de gedroogde bloem of dat blad als bladwijzer te gebruiken, nee, deze eerbiedige daad diende een volgende generatie lezers eraan te herinneren dat alles vergankelijk is, behalve een boek en in het bijzonder dit speciale gedicht, waar het halfvergane blad nu als een van generfde kant gemaakt kleedje overheen ligt. Er zijn gaatjes in gegroeid, waardoorheen een drietal lettergrepen leesbaar is. Va, ni, tas, zie je daar staan. Een staaltje geluk dat een e-book niet kan schenken.
Bovenstaande komt uit Zo wordt u gelukkig waarin Kees van Kooten een veertigtal gedichten van Billy Collins zijn opgenomen. Ze zijn allemaal door van Kooten vertaald en bovendien vertelt hij bij elk gedicht iets over het gedicht, de vertaling of de dichter. Dit is een mooi stukje, dacht ik, en ook, nee, dat kan je inderdaad niet met een e-boek.


En toen, hup, ezelsoortje, want zo vroeg in het jaar zijn er geen plantenblaadjes om tussen de bladzijden te steken en ik wil dit stukje tekst weer kunnen terugvinden.

Even later steekt de wind op, komen er vaker wolken langs en is het net niet meer aangenaam toeven in de tuin. Ik verplaats me naar binnen, naar boven en ga verder in een ander boek: Samedi the deafness van Jesse Ball. Geen papier maar een e-boek en dus lees ik dat op mijn e-reader. Na pakweg een half uurtje lezen kom ik deze tekst tegen:
The light then in the kjoll room bore the shape of a mansard. Six leaves blew one by one through the window and landed at the feet of the two men.

Should I reach down and pick one up? thought James. If I did so, what would it mean?

A moment, then another moment.
Ik markeer de tekst omdat die zes blaadjes me aan het stukje van Kees van Kooten doen denken. En ineens weet ik het zeker: ik ga nu toch een blaadje zoeken en dat tussen bladzijde 80 en 81 van Zo wordt u gelukkig stoppen. Omdat het kan. En omdat het van Jesse Ball moet. Kan niet anders.



Gelukkig denkt een van mijn binnenplanten het hele jaar door dat het herfst is....
 

donderdag 17 april 2014

IJstijd van Maartje Wortel

IJstijdIJstijd by Maartje Wortel
My rating: 2 of 5 stars

Omdat ik dol was op de korte verhalen van Maartje bij De avonden én omdat Maartje zelf zo fijn vertelde over dit boek bij Kunststof Radio verwachtte ik me prima te vermaken met IJstijd en dus met James Dillard.

Helaas vond ik het verhaal en de hoofdpersoon James, of James en (daarom) zijn belevenissen niet interessant. Kabbelend en dat dan nog gezapig ook, zijn de twee woorden die bij mij opkomen als ik IJstijd zou moeten samenvatten. En dat terwijl ik helemaal niet negatief of kritisch wil zijn over Maartje Wortel!

De wijze waarop de belevenissen van James en zijn enige, echte grote liefde, Marie, verteld wordt door Wortel is origineel vanwege het bijna onzichtbaar en onopgemerkt heen en weer springen in de tijd. Het leest 'lekker' weg, maar het kabbelen en tja, het moet gezegd worden, het zemelig zeurderige van James zorgde ervoor dat het leesplezier telkens weer verdween. Het was niet mijn verhaal, niet mijn hoofdpersoon... het deed me te weinig, ik kwam geen eyeopeners tegen, kon me nergens over opwinden (negatief of positief). Ik vond het eigenlijk en helaas een saai boek.

View all my reviews op GoodReads

maandag 7 april 2014

The postman always rings twice van James M. Cain

The Postman Always Rings TwiceThe Postman Always Rings Twice by James M. Cain
My rating: 4 of 5 stars

Van de film The postman always rings twice herinnerde ik me slechts één scène en navraag leerde me dat iedereen die de film gezien heeft zich diezelfde scène herinnert: de vrijpartij in de keuken en meer specifiek óp de keukentafel. Het boek(je) had ik nog niet gelezen.

Ik ben blij dat ik het inmiddels gelezen heb, want nu ken ik het hele verhaal (weer) en weet daarom dat het verhaal veel meer behelst dan alleen een heftige vrijpartij tussen twee mensen; het is het liefdesverhaal van twee opportunisten die uiteindelijk niet terugdeinzen voor moord en wat daar - zelfs als ze er ongeschonden uit dreigen te komen - de gevolgen van zijn. Voor henzelf, maar ook voor hun relatie.

Het is een knap geschreven verhaal, dat in sneltreinvaart op het natuurlijk onvermijdelijke einde afstormt. Jammer alleen dat ik me die ene scène uit de film herinnerde en ik daarom mijn eigen personages niet kon verbeelden. Het waren en bleven Jack Nicholson en Jessica Lange die met elkaar in de weer waren... niet meer beperkt tot die keukentafel, dat dan weer wel.

En nu de film maar weer eens opsnorren en opnieuw bekijken.

Een gewaarschuwd mens kijkt niet, voordat h/zij het boek gelezen heeft!


View all my reviews