maandag 30 december 2019

Mijn favorieten van 2019

Favoriete kinderboeken ooit

De zwarte hengst Bento, Okkie Pepernoot en Ankie en haar fjordenpaardje

Fictie

Exhalation, Night boat to Tangier en Wil

Non-fictie

Algoritmes aan de macht, Congo en Gigantisme

Graphic novels

I feel machine, De dolende god en Upgrade soul

Het favorietste boek van 2019

Game of Poems

zondag 22 december 2019

Gigantisme van Geert Noels

‘WeWork, of: hoe je in twee maanden 35 miljard aan waarde kunt verliezen’ kopte NRC op 1 november 2019 met daaronder:
‘Bubbel barst – Het Amerikaanse kantoorverhuurbedrijf WeWork verloor in luttele weken voor miljarden aan waarde, maar de oprichter vertrok als miljardair. Hoe kan zoiets gebeuren?’
Ja, hoe kan het dat dhr. Neumann vertrekt met anderhalf miljard dollar in zijn broekzak, terwijl duizenden werknemers hun baan dreigen te verliezen zonder een vergelijkbare vertrekpremie? Hoe kan het dat een bedrijf als WeWork, dat nog nooit ook maar een cent winst heeft gemaakt, op het hoogtepunt een geschatte waarde van 47 miljard dollar opgeplakt kreeg?
Voor dit specifieke geval volstaat het om het artikel in de NRC verder te lezen, of om naar de oktober- of novemberafleveringen van de podcast Slate Money te luisteren. Maar zoals uit Gigantisme van Geert Noels blijkt, is WeWork slechts een van de vele uitwassen van de economische ziekte die Noels ‘gigantisme’ noemt, analoog aan de medische term ‘acromegalie’: een zeldzame ziekte die gepaard gaat met een buitenproportionele groei van lichaamsdelen. Helaas is het economische gigantisme lang niet zo zeldzaam (meer) en heeft het bijna net zoveel - elkaars werking versterkende - groeihormonen als excessen.
Noels begint met het uitleggen wat gigantisme is, en toont dan onder andere aan dat het helemaal niet zo onlogisch is (in deze tijden van gigantisme) dat hogere winsten leiden tot lagere lonen. Niet als je je bedenkt dat er, vooal in de VS, slechts een paar bedrijven zijn die enorme winsten behalen (en soms puike lonen betalen), terwijl de winstgevendheid van kleine(re) ondernemingen stagneert.
Vervolgens komen de diverse groeihormonen aan de orde; de lage rente, globalisering, belastingontwijking van (grote) bedrijven, technologie, ‘crony kapitalisme’, ‘too big to fail’ en reclamebudgetten. Hoewel de werking van veel van die hormonen bekend is, geeft Noels er soms een verrassende draai aan:
‘De overheid is een onuitputtelijke bron van nieuwe regels en wil ook dat bedrijven zich aan die regels houden. Daarom heeft ze hen verplicht functies te creëren die dat garanderen. Dergelijke compliance-functies zijn een enorme last voor kleine ondernemingen, terwijl multinationals ze gemakkelijk kunnen inpassen binnen hun bestaande structuren. Daarom merk je ook dat grote concerns minder problemen hebben met nieuwe reglementering. Zij beseffen dat die een intredebarrière vormt voor de concurrentie en dus hun positie beschermt.’ 
Bij klein denk je al gauw aan wendbaar, maar zodra het om bureaucratie gaat blijkt dat regelmatig andersom te werken. Noels legt de oorzaken van het gigantisme in klare taal uit, regelmatig vergezeld van diagrammen, grafieken en andere illustraties die zijn punt verduidelijken:

In de inleiding heeft Noels uitgelegd dat hij zich niet tot de gevolgen voor de economie beperkt, maar zich afvraagt hoe ‘we de economie opnieuw gezond [krijgen]: voor de mens, de overheid, de gemeenschap en de planeet’. Hij toont vervolgens aan dat de Champions League rampzalig is voor voetbalclubs uit kleine(re) landen, zoals België en Nederland, en laat zien dat het op de biermarkt, in de retail en de zorg precies zo uitpakt. Topkwaliteit voor een enkeling en minder innovatie / minder concurrentie voor de rest, met in het ergste geval ontmenselijking van de economie als gevolg.
Gelukkig zijn we dan pas iets over de helft, en besteedt Noels de rest van de tijd aandacht aan maatregelen die genomen kunnen worden om gigantisme te bestrijden. Hij is daarbij reëel en belooft niet teveel. Hij bespreekt diverse maatregelen, geeft de impact daarvan aan én wat de haalbaarheid is. Allemaal terug te vinden in een tabel in het hoofdstuk ‘In tien stappen naar post-gigantisme’, paragraaf ‘Het kapitalisme redden van nepkapitalisten’.
Want laat één ding duidelijk zijn, Noels is geen ‘links gekkie’ of marxist... hij gelooft in het kapitalisme, maar weet – net als John Adams – dat er méér nodig is dan alleen een vrije markt als het om het welzijn van mensen gaat.

The dutch house van Ann Patchett

The Dutch HouseThe Dutch House by Ann Patchett
My rating: 3 of 5 stars

Ann Patchett, een gekende auteur uit de VS, kwam dit jaar via allerlei recensies (kranten, podcasts) langs en ik nam mij voor om nu eindelijk eens een boek van haar te lezen. Ze heeft voor eerdere boeken diverse literaire prijzen ontvangen,  en werd in 2012 zelfs door Time Magazine tot een van de 100 meest invloedrijke personen uitverkozen:
[...] Ann Patchett is a woman of wisdom, determination, generosity and courage. Her readers have probably always suspected this. Ann's moral code, after all, thrums throughout her novels — where characters are often called upon to summon up their decency, take a bold action and shift forever some stale old paradigm of power.
Bovenstaande schreef Elizabeth Gilbert ter gelegenheid van die uitverkiezing over Patchett en dus verwachtte ik iets daarvan terug te vinden in The Dutch house. Met veel goede wil kan dat ook, maar wat - na het omslaan van de laatste pagina - toch vooral bij mij blijft hangen, is dat er van dit verhaal niets zal blijven hangen. Van alle personages in het boek zullen de VanHoebeeks me waarschijnlijk nog het meest bijblijven, omdat ik me daarvan wél een voorstelling maakte, deze namelijk:


The Dutch House vertelt, rustig voortkabbelend, het verhaal van broer Danny en zijn oudere zus, Maeve - die halverwege de vorige eeuw opgroeiden in het huis van de titel, even buiten Philadelphia. Hun moeder is lang geleden verdwenen en ze zijn achtergelaten onder de hoede van het huishoudelijk personeel en hun vader. En dan komt op een dag, precies zoals je verwacht, de onaangename stiefmoeder met haar twee dochters het verhaal binnen. Er gebeurt wat je verwacht, maar dan zonder pompoen, koetsen, een bal of een passend schoentje. En kabbelend. Het blijft kabbelen. Wat er ook gebeurt, wie er ook wat overkomt, het verhaal blijft vlak, emotieloos en daardoor saai.
Nee, The Dutch House vond ik niet geweldig, op geen enkel vlak. Het verhaal boeide niet, de wijze waarop het verteld werd, vond ik niet uitzonderlijk, er was - kortom - niets in of door dit verhaal dat me aan het denken zette of op andere wijze ervoor zorgde dat ik erbij betrokken raakte.

In de NYT staat echter het volgende over dit boek:
Our willingness to serve each other represents the best of us, according to Patchett, and it is almost as if she wants to take the notion of motherhood and release its power into the commons — what if we were willing to mother one another, mother strangers? But she is also always full of warnings about the self-abnegation it requires, especially of women — and never more clearly than in this new novel.
Never more clearly!? Wow. Die waarschuwingen zijn bij mij niet aangekomen... ik zie een roman vol vrouwen(levens) waarover door een man, die hun zorg voor hem vanzelfsprekend vindt, verteld wordt. Meer niet. Nee, geef mij dan maar zo'n lekker duidelijk, niet mis te verstaan verhaal van Atwood!

View all my reviews

zondag 15 december 2019

De jongen, de mol, de vos en het paard

Het is vast geen toeval dat dit boek zo vlak voor kerst is uitgebracht, want het is bijna kerstiger dan kerst. Je hoeft alleen maar naar de afeelding op de voorkant van de (hard)cover te kijken, of het mooie dikke papier te voelen, of de geur bij het openslaan op te snuiven om te weten dat dit een speciaal boek is.

Charlie Mackesy, de maker, beschrijft zichzelf als volgt:
[hij] werd geboren tijdens een zeer koude besneeuwde winter in Northumberland. Hij ging nooit naar de kunstacademie maar bracht wel drie maanden in Amerika door met een portretschilder, van wie hij alles over anatomie leerde en leerde omgaan met bedwantsen.
Mackesy's afbeeldingen in pen, inkt en verf waren tot voor kort alleen in The Spectator, een Brits tijdschrift, en als illustraties in boeken te vinden. Toen Mackesy op Instagram een tekening plaatste van een jongen bovenop een groot paard, druk met elkaar in gesprek, werd dit al snel door velen opgepikt. De tekening oogt simpel, alsof het met maar een paar, nauwelijks overdachte streken is neergezet.
Mackesy plaatst meer tekeningen, de mol en de vos sluiten zich bij het tweetal aan en in minder dan geen tijd heeft Mackesy meer dan honderdduizend bewonderaars van zijn 'verhaal'. Allen raken betoverd door de stille wijsheid van de tekst en de elegante schetsen, die zelden of nooit van hashtags of titels zijn voorzien. Ze spreken zonder dat al genoeg tot de verbeelding.

Het is lastig om uit te leggen wat de overpeinzingen van Mackesy's personages onderscheidt van de talloze zoetsappige oprispingen waarmee sociale media worden platgebombardeerd. Het is niet alleen omdat de tekeningen en de tekst afkomstig zijn uit Mackesy's eigen, niet zo makkelijk leven, zijn eigen worstelingen, zijn verwondering over, en bewondering voor de sublieme wereldom ons heen, want dat geldt voor vele andere delers. Mackesy beschikt over het talent om dat vast te leggen in simpelogende beelden en teksten waar de enige zoetigheid cake is.

Die enkele tekening van in het begin op Instagram groeit uit tot een verhaal waarin een jonge jongen en drie dieren door het prachtige Engels landschap dwalen en praten over het leven, liefde, acceptatie en - niet te vergeten - die cake. Mackesy is inmiddels dol op Instagram:
I love this process. I can sit in a smelly room in Brixton, do a drawing, share it and immediately I’m not alone - and from the messages I get it’s actually having an effect on people’s lives.
De eerste grote reactie op de personages van The Boy, the mole, the fox and the Horse kwam nadat Mackesy een lang gesprek had gehad met Bear Grylls, een vriend uit zijn jeugd. Ze vroegen zich af wat het
meest moedige is dat je je maar kunt voorstellen, waarop Mackesy zei: "Ik ben niet OK en ik ga op zoek naar hulp”. Op de tekening die daarop gebaseerd was, werd massaal gereageerd.

In een interview met een Brits tijdschrift vertelt Mackesy over de (wereldwijde) reacties die hij krijgt op zijn tekeningen. Een Australische moeder vertelt hem bijvoorbeeld over haar blijdschap vanwege de wijze waarop zijn tekening met de caption 'never be ashamed of the way you feel' haar zoon hielp zich staande te houden in de machogemeenschap waarin zij leven. En hij vergeet nooit meer die enorme  ex-militair die hem bijna sprakeloos van emotie op een tentoonstelling vroeg om een ​​handtekening:'Wat had die man meegemaakt? Wat heeft hij gedaan? Wat heeft hij nagelaten? Het is zo belangrijk om die moeilijke dingen onder ogen te zien en vooral mannen hebben zelden geleerd om hierover te praten.'

En nu is er het boek. Een prachtig cadeau voor iedereen die het soms moeilijk heeft, en voor iedereen daarom heen om hen te helpen bij het opbeuren.

zondag 24 november 2019

Uit het Handig literatuurboek 2: Geloven

Tekst: Ellen
Banner: Anne Oerlemans


In de vorige aflevering van Uit het handig literatuurboek noemde ik al het boek Bijbelse miniaturen van Carel ter Linden, waarover hij bij uitkomen van het boek in De Taalstaat vertelde. En dus besloot ik het boekje nu aan te schaffen. De eerste aarzeling, toen ik het boek in mijn handen had, ontstond toen ik de ondertitel las: niet één miniatuur over een vrouw?
Dat zal toch niet? En dus sloeg ik het boek open en zocht de inhoudsopgave op. Dat zal toch wel, bleek. Nu weet ik dat de bijbel niet veel ruimte gunt aan vrouwen, maar ze zijn er wel en met een beetje moeite had dhr. ter Linden toch wel drie, vier miniaturen aan - al was het maar de meest voor de hand liggende - vrouwen kunnen wijden. Ik besloot te doen wat ik nog nooit eerder gedaan had: het boek terug inleveren en mijn geld terug vragen. Zo gezegd, zo gedaan.

Het handig literatuurboek, samengesteld door Guus Middag op basis van aantekeningen en opstellen van Willem Wilmink doet dat een stuk beter. Nee, er komen geen hordes vrouwen langs, maar er is in het hoofdstuk Geloven veel aandacht voor de moeder van Jezus en de rol die religie in de middeleeuwen speelde. Het staat vol met kleine kwinkslagen, zoals ‘[...] wonderen waarvan men zich kan afvragen of de middeleeuwers die nu allemaal echt geloofden, ofwel dat het ging om een soort poëtisch geloof, een ‘suspense of disbelief’ (uitschakelen van je scepsis), zoals de dichter Coleridge het noemde. Een geloven als van dat kleine meisje dat eens tegen me zei: “Ik geloof nog in Sinterklaas, maar mijn zusje niet meer”.

Er wordt gerefereerd aan ‘het prachtige proefschrift van K.C.J.W. de Vries, De Mariaklachten’ en natuurlijk kun je dat vinden op de website van DBNL (digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren). Prachtig om er eens doorheen te bladeren en bijvoorbeeld de stellingen te lezen. Stelling VI,
De bewering dat de „kunstlyriek" (=-- hoofse minnelyriek) in het midden van de dertiende eeuw in Vlaanderen en Brabant was uitgebloeid heeft niet voldoende grond.
doet mij denken aan het boekje dat ik een paar jaar geleden recenseerde voor Hebban: Ik bid de liefde samengesteld en hertaald door Elvis Peeters. Ik heb mij toen ernstig vermaakt met de rijmelarijen van dhr Hendrik van Veldeke(n). Maar Willink gebruikt het proefschrift van de Vries om aandacht te besteden aan het Stabat Mater, waarin duidelijk wordt dat Maria de ‘zin van Christus’ lijden niet begrijpt (of wil begrijpen).Via Godfried van Breteuil, Hadewijch, William Langland (‘Thou mightest better mete mist on Mavern hulles // Than gete a momme of here mouthe til money were shewed’ *) en anderen eindigt het hoofdstuk met een ballade van François Villon (zie afbeelding rechts), waaruit - volgens Willink - blijkt hoezeer dat wat ‘eenvoudige mensen’ lazen in de beelden en ramen van hun kerken hen aansprak.

Nu kan ik eigentijds aanhaken op dit deel met voor de hand liggende boeken als Volgens Maria Magdalena en De kinderen van het paradijs (samenvoeging van Het boek Eva, Het boek Kaïn en Norea, dochter van Eva) en nog een paar van de hand van Marianne Fredriksson, of De bijbel voor ongelovigen 1 t/m 6 van Guus Kuijer, Good Omens (Hoge omes) van Terry Pratchett en Neil Gaiman of De duivelsverzen van Salman Rushdie of Vreugde der wet van Pearl Abraham of Dorsvloer vol confetti van Franca Treur of Het verhaal van de dienstmaagd en De testamenten van Margaret Atwood maar ik vind het veel leuker om dit keer een uitstap te maken naar comics/strips en striphelden. En dat doe ik niet via de graphic novelversie van Het verhaal van de dienstmaagd (hoewel dat een prima verstripping is), maar wel via Sister Night, een prachtige rol van Regina King in de serie Watchmen, die momenteel te zien is op HBO. Niet omdat Sister Night nu zo religieus is, want dat is ze verre van, waarschijnlijk .... maar zo ziet ze er wel uit, en het waarom ervan is - nog - een mysterie.

0.jpg

De serie is een vervolg op de beroemde stripserie (in één band verkrijgbaar als graphic novel) Watchmen en is - vind ik - geweldig! Net als de oorspronkelijke strip baanbrekend in alle opzichten. Wikipedia meldt over de strips: “Het volgt een reeks 'superhelden', die echter op een na verstoken zijn van bovennatuurlijke krachten. De strip verkent de motieven van deze figuren om gemaskerde crime fighters te worden en ontmaskert ze als antihelden met ernstige persoonlijke en morele tekortkomingen”. Die ene is Dr. Manhattan waarover in Holy Superheroes! Exploring the sacred in comics, graphic novels and films van Greg Garrett het volgende staat: “Dr. Manhattan is de goddelijke figuur van het boek, enorm krachtig, in staat om tegelijkertijd verleden en toekomst te ervaren; zonder verwaand te zijn, vertelt hij Ozymandias op een gegeven moment dat laatstgenoemde de slimste mens ter wereld is, maar 'voor mij niet meer betekent dan de slimste termiet' [...] " Het is niet precies met die woorden, maar ik herinner me uit Strijd om God van Karen Armstrong dat er versies zijn van het christendom die (hun) god op ongeveer dezelfde wijze omschrijven.

Wat, hoe en waarom Sister Night zich als een non uitdost, compleet met rozenkrans en kruis, mag dan nog onduidelijk zijn op dit moment, er zijn stripfiguren waarvan het wel duidelijk is welke religie ze aanhangen. Je kunt er zelfs op zoeken op comicbookreligion.com of adherents.com, waar je kunt vragen welke er katholiek zijn of protestant, of - omdat dat blijkbaar ook een religie is (???) - feminist. Zo blijkt Batman een (episcopaalse) katholiek te zijn die van zijn geloof is gevallen. Dat geldt niet voor Lois Lane, noch voor The invisible woman, Catwoman of Wonder woman. Maar behalve dat de stripfiguren zelf al dan niet religieus zijn, staan de verhalen zelf vaak bol van religieuze symboliek. Zozeer zelfs dat er (populair?) wetenschappelijke boeken over zijn uitgebracht, zoals het eerder genoemde Holy Superheroes!, Up, Up and Oy Vey van Simcha Weinstein, American Comics, Literary Theory, and Religion: The Superhero Afterlife van A. David Lewis en Graven Images: religion in comic books & graphic novels samengesteld door diezelfde A. David Lewis. In het laatste boek zijn diverse essays verzameld van wetenschappers en stripauteurs die schrijven over de wijze waarop religieus materiaal voorkomt in strips. Zij vertellen over de voordelen van het stripmedium voor religieuze boodschappen; analyseren hoe strips dergelijke berichten communiceren; plaatsen de religieuze boodschappen in passende culturele, sociale en historische kaders; en identificeren de betekenis van in strips verzonnen godsdiensten.

Tot zover voor vandaag... hieronder staan wat voorbeelden van strip(helden) waarvan het maar al te duidelijk is dat die een connectie met religie hebben, maar jullie weten er vast meer op te noemen, zoals Preacher bijvoorbeeld, die ik helemaal vergeten ben. Kom maar op! Ik geloof in jullie :)


Had ik Blankets al genoemd? En Habibi? Ja, die van Craig Thompson. Nee? Schande!

* Je kunt makkelijker de mist meten op Malverns heuvels // dan geluid krijgen uit een geestelijke wie geen geld wordt getoond

De volgende aflevering komt eind december... mocht je willen bijdragen/meelezen, heel graag. Het onderwerp is Het proletariaat. Kom maar op met jullie teksten en suggesties hieronder, laten we dit Handig literatuurboek nog handiger maken met onze eigen ervaringen, overpeinzingen, en lees-, kijk- en luistertips! 

Oorspronkelijk geplaatst op 24 november 2019 op Literatuur onder de Loep op Hebban.nl

Uit het Handig literatuurboek 1: Kastelen en kathedralen

Vorig jaar september schreef ik een blog over (de inleiding van) het Handig literatuurboek van Willem Wilmink met de bedoeling er een reeks van te maken. Het kwam er even niet van, en dat is maar goed ook, want een betere plaats voor deze serie dan hier, bij Literatuur onder de Loep, is er niet. Geen idee wat het allemaal gaat inhouden of opleveren, maar die onvoorspelbaarheid is - hoop ik - precies wat het zo leuk gaat maken. Ik (of we... want sluit je alsjeblieft aan!) lees een hoofdstuk (en wellicht soms meer) en vertel hier wat er zoal bij mij opkwam (in de vorm van poëzie, fictie, non-fictie, graphic novels, films, series, muziek, etc) tijdens het lezen van Wilmink's aantekeningen en al dan niet dichterlijke overpeinzingen. 
Tekst: Ellen Banner: Anne Oerlemans

Afdeling 1 Middeleeuwen: Kastelen en kathedralen

Links van deze tekst zien jullie een 'berekening van de toepassing van de gulden snede op de gevel van de kathedraal van Laon'. Hoe Wilmink er toekomt om dit te doen (op postkaart), en wat die gulden snede inhoudt voor hem, kun je natuurlijk in het Handig literatuurboek vinden. Mij deed het aan twee boeken denken, waar ik nog regelmatig aan terugdenk. Een daarvan las ik al wel lang geleden: 1988. Het is - voor wie het ook kent natuurlijk - Sarum van Edward Rutherfurd, dat toen in één deel werd uitgegeven. De opdracht aan de binnenkant luidt als volgt:

Dit boek is gewijd
aan hen die de Toren
van Salisbury bouwden
en hen die nu proberen
hem te redden.


1040 pagina's geschiedenis van een plek waar uiteindelijk die zo beroemde kathedraal komt te staan. Ik weet de precieze details niet meer, maar nog wel dat ik het boek verslonden heb en helemaal opgegaan ben in het leven van die vijf familiegeslachten, terwijl ik vanuit een ooghoek - zoals je dat wel vaker hebt met werelden waar je zolang vertoefd hebt - tijdens het lezen met angst en vreze het aantal bladzijden aan de rechterkant zag afnemen.

Het grappige is dat Wilmink, even later, over deze zelfde kathedraal vertelt, in het stukje Van lezen word je dom. Zijn opa, arbeider in een spinnerij, huldigde dit standpunt. Hij kende aan het lezen eenzelfde verderfelijke invloed toe als sommige pedagogen aan de televisie. En toch kreeg Wilmink van die opa het boek De wonderlijke lotgevallen van Jan zonder Vrees van de Antwerpse Constant de Kinder. Het verhaal begint met
In den tijd, toen Jan zonder Vrees over Vlaanderen en Burgondië regeerde, woonde er in het Krabbenstraatje te Antwerpen eene oude vrouw, Moeder Neeltje genaamd, met heuren kleinzoon Jan. In welk nummer het juist was, kan ik echter niet zeggen, omdat het huisje misschien al sedert drie honderd jaar afgebroken is, en ook omdat men destijds geene nummers op de huizen schilderde.Jan was een kerel van ruim achttien jaar en stond bekend als de geduchtste straatkapoen, die er onder de zon liep. Daar in dien tijd alleen de geestelijken, de edelen en de rijke poorters konden lezen en schrijven, was Jan even ongeletterd als de andere kinderen der werkende klas. 't Kon hem echter bitter weinig schelen, daar hij er volstrekt geene behoefte aan had. 
De rest kun je lezen (via de link hierboven) op de website van de DBNL (Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren), die iedere literatuurliefhebber vast al wel eens is tegengekomen (en zo niet... dan nu).

Viavia (Potter intended) mijmert Wilmink de weg naar de kathedraal van Salisbury, waar hij vaak te vinden was. Waar Wilmink niet aan dacht, maar ik wel, is het boek van Alan Hollinghurst: De schoonheidslijn (The line of beauty). Het boek won de Booker Prize in 2004, en speelt zich af in het Engeland van Margaret Thatcher (1983). Nick Guest (de achternaam zegt alles) trekt bij de steenrijke familie Feddens in. Hij is bevriend met de zoon des huizes Toby, en daarom komt hij aan dit goedkope adres op een toen al niet te betalen plek: Notting Hill. Hij komt terecht in een wereld van politiek gefoezel, achterbaks gekonkel, geldsmijterij door kunst'liefhebbers', een wereld van 'alles kan als het maar stiekem gebeurt', en je publieke imago maar geen schade lijdt. Nog steeds een bijzonder boek, en bij tijd en wijle behoorlijk pijnlijk om te lezen. En een boek waar door de hoofdpersoon, een bijna obsessieve liefhebber van (oude) kunst, uitgebreid aandacht wordt besteed aan de gulden snede, de schoonheidslijn.

0.jpg

In een eerder gekaderd stuk, dat de titel Hebban olla uogala draagt, vertelt Wilmink over de monnik die vele eeuwen geleden - waarschijnlijk - zijn pen aan het uitproberen was bij het schrijven van die paar zinnen. Het bruggetje van de gulden snede in De schooheidslijn naar de Carmina Burana (bekend van de bewerking door Carl Orff) én het geweldig (mooie) Reyenaert de Vos van Marc Legendre en René Broens legt Wilmink voor het eerste deel zelf: In de twaalfde-eeuwse verzameling liederen Carmina Burana krijgt dit soort lieden [geestelijken die een zwendelhandel in heilige attributen, zoals een splinter van het kruis van Jezus, of een stuk stof van het gewaad van Maria Magdalena, hadden] de wind van voren.
Als een priester of diaken
makkelijk fortuin wil maken,
doen die wonderlijke snaken
wat men tevergeefs blijft laken:
gooien het op een akkoord
als van Simon werd gehoord
en doen met het Bijbelwoord
hele goeje zaken.
Simon, zo legt Wilmink uit, is Simon de tovenaar, te vinden in Handelingen 8 in de Bijbel: Simon zag hoe de mensen de Heilige Geest kregen als de apostelen hun de handen oplegden. Toen wilde hij die macht van hen kopen. 19 Hij zei: "Geef mij ook die macht om mensen de Heilige Geest te geven als ik hun de handen opleg." En hij bood hun geld aan. 20 Maar Petrus zei tegen hem: "Het zal slecht aflopen met jou en je geld, als je denkt dat je dit geschenk van God met geld kan kopen! 21 Jij hebt hier helemaal niets mee te maken, want je hart is niet eerlijk voor God! 22 Stop hiermee en bid God dat Hij het je vergeeft. 23 Want ik zie dat je een bitter vergif bent. Je zit vast in een wirwar van slechtheid."

Natuurlijk kom je verhalen uit de bijbel tegen als je over literatuur uit de middeleeuwen vertelt, en dus moet het genoemd worden. Maar ik kies dan wel voor een afwijkende versie: Bijbelse miniaturen van Carel ter Linden, die erover vertelde tijdens een uitzending van de Taalstaat. Veel ouder - meer dan tien jaar namelijk - is het artikel in The Guardian van de toenmalige poet laureate Andrew Motion, waarin hij zegt: Children should be taught the Bible throughout their education because it is an "essential piece of cultural luggage" without which they will struggle to fully understand literature [...]. People cannot expect to understand much of literature - from John Milton to TS Eliot - without learning the Bible first [...] The sermon on the mount and the crucifixion are stories which have influenced story structures ever since, while the book of Ruth is essential because of "the beauty of the writing". 

Hoe waar zo'n uitspraak is, blijkt wel uit het essay Op de vleugelen der profeten van Jan Wolkers, dat ik (pas) vorige week las. Hij vertelt daarin op ronkende wijze hoe de verhalen uit de bijbel, voorgelezen door zijn vader, Arendsoog en Witte Veder voor hem tot gaapverwekkende, suffe personages maakten en hem tot in alle details op het leven voorbereidden.
Een ander voorbeeld van een gedicht waarin de geestelijkheid het mikpunt van (welverdiende) spot is, is natuurlijk Reynaert de Vos. Waarschijnlijk geschreven in de 13de eeuw door ene Willem die ook Madocke heeft geschreven. Maar de versie die ik het laatste gelezen heb, is de prachtige 'vertaling' van René Broens die zich afspeelt in de wereld van Marc Legendre. Donker, woest, wild, bloederig, geil en grappig, het leven van Reynaert gaat niet over rozen, en zijn listen lopen niet altijd goed af, maar dit is wel iemand om een paar uur mee door te brengen, omdat het met hem in de buurt in ieder geval nooit saai is.
Laat ik, net als Wilmink, tenslotte nog een Chinees gedicht opnemen als goedmaker, want, net als Wilmink, schiet ook ik enorm tekort als het gaat om culturele en dus literaire verwijzingen: allemaal - op de bijbel na - westers geörienteerd. Wilmink neemt De kruik van Yuan Zhen over, maar ik gebruik een kort gedicht van Zhuang Zi (die onder andere Oscar Wilde beïnvloedde) dat in Zi's Innerlijke geschriften te vinden is:
Een afzichtelijk man
Wanneer een afzichtelijk man vader wordt
en hem wordt midden in de nacht
een zoon geboren,
dan steekt hij bevend een lamp aan
en haast zich vol angst
naar het kind
om te zien
of het op hem lijkt.
De volgende aflevering komt eind november... mocht je willen bijdragen/meelezen, heel graag. Het onderwerp is Geloven. Kom maar op met jullie teksten en suggesties hieronder, laten we dit Handig literatuurboek nog handiger maken met onze eigen ervaringen, overpeinzingen, en lees-, kijk- en luistertips! En lees vooral het essay van Jan Wolkers als je eraan kunt komen...

Oorspronkelijk geplaatst op 17 oktober 2019 op Literatuur onder de Loep op Hebban.nl

donderdag 26 september 2019

Animal Farm van George Orwell en Odyr




Animal Farm: The Graphic NovelAnimal Farm: The Graphic Novel by Odyr
My rating: 4 of 5 stars





All animals are colourful but ...

Een van de bekendste boeken in de wereldliteratuur is onderhanden genomen door de Braziliaanse illustrator Odyr, die eerder al samen met dichteres Angélica Freitas de graphic novel Guadalupe uitbracht en in samenwerking met scriptschrijver Lobo Copacabana. In deze graphic novels beperkte Odyr zich tot zwart-witte panels, maar dit keer niet.
9c6a73140dd30a1e9c877a7d0c1a5604.pngVoor Animal Farm, het meesterlijke, en na 1984, bekendste boek van George Orwell heeft hij de tekeningen met acrylverf gemaakt, met als gevolg dat vrijwel elke pagina een kunstwerk om in te lijsten is geworden.  Voor de tekst is gebruikgemaakt van de bestaande vertaling van Animal Farm door Anthony Ross, herzien door Aart Aarsbergen, terwijl Sander Patelski de typografie voor zijn rekening nam. Dat laatste is niet onbelangrijk, en zeker niet als het gaat om een adaptatie van een bestaand boek, omdat - als het niet goed gebeurt - de tekst een storende invloed heeft op de afbeeldingen en dus het verhaal. Patelski heeft goed werk afgeleverd, zoals hierboven en hieronder te zien is, want het is alsof Animal Farm zo geboren werd. Daarom is het makkelijk om hem (en de redactie) het smetje op de laatste pagina te vergeven, waar zeggen in een zegen veranderde. 

Animal Farm, geschreven tijdens WOII, werd gepubliceerd in 1945 op het moment dat de Sovjet Unie onder Stalin als bondgenoot werd beschouwd door de geallieerden. Dat veroorzaakte toen nogal wat opschudding, want het was duidelijk dat Orwell Stalin en zijn communistische partij ongenadig op de hak nam. De satire is echter zo briljant geschreven, dat het verhaal van Napoleon, Sneeuwbal, Bokser en al die andere dieren de Sovjet Unie ruim overleefde en nu nog gebruikt wordt om bloot te leggen hoe dictators en dictaturen werken.

Of de dictator nu van links of rechts komt, de opstand door populisten of nationalisten of kapitalisten is begonnen, door groepen met goede of met slechte bedoelingen, uiteindelijk komt er altijd een Napoleon met zijn leger van honden en zijn de Boksers van deze wereld, als ze helemaal opgebruikt zijn, nog slechts goed voor de vilder. 
141e10c55de9fff8ff0912c472e6aa3e.png

All
animals
are equal
but some
animals are
more equal
than others  

In witte kalk op de zijkant van de schuur staan bovenstaande woorden geschreven. Woorden die niemand die Animal Farm leest ooit vergeet. Niet eens om wat ze betekenen, maar omdat ze alles wat goed, aardig, fatsoenlijk, en beter is, vervangen en daarmee verraden. Openlijk, zonder enige schaamte. Alleen al daarom is, was en blijft Animal Farm geweldig verhaal.

Odyr heeft de kracht van het origineel uitstekend weten te omlijsten met zijn uitbundige verfstreken die zich vaker niet dan wel laat begrenzen door panelen. Hij slaagt er met deze graphic novel in Orwells satire opnieuw en bijzonder kleurrijk in het zonnetje te zetten. Een ondergaande, bloedrode zon, weliswaar, waardoor die witte kalkletters op die muur nog even oplichten als een waarschuwing. Voor Sneeuwballen en Boksers, voor aanhangers van het animalisme of welk isme dan ook, voor alle dieren of ze nu op twee, vier of meer poten lopen.

Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

Cheshire Crossing van Andy Weir en Sarah Andersen

Cheshire CrossingCheshire Crossing by Andy Weir
My rating: 3 of 5 stars






Cheshire Crossing, of hoe een uitstekend idee en geweldige tekeningen nog geen fantastisch verhaal maken

Three-girls.jpg

Andy Weir, schrijver van The Martian (verfilmd onder dezelfde titel) en het vorig jaar verschenen Artemis, schrijft graag fanfiction, zo vertelt hij in het voorwoord van Cheshire Crossing. Hij is vooral dol op cross-overs: peinzen over wat er zou gebeuren als Daleks ineens zouden rondlopen in een aflevering van Star Trek, bijvoorbeeld. Of over Alice en wat er van haar terecht is gekomen na alles wat er gebeurde in Wonderland. Hoe zouden al die gruwelijke avonturen en al die doden haar verdere leven hebben beïnvloed? Wat voor puber zou zij zijn? En Wendy, die ook het nodige heeft meegemaakt in Neverland, net als Dorothy in Oz? Wat voor meiden zouden het zijn geworden en wat zou er gebeuren als ze elkaar in een kostschool zouden ontmoeten? Hij werkte dit idee uit in een webcomic waarvan de eerste aflevering verscheen in juni 2006 en de vierde en laatste in januari 2008. Weir verdiende er een ‘eervolle’ vermelding mee in de Bad Webcomics wiki: “A well-meaning crossover story with art so bad, it craps all over the story execution.”

alice.jpg

Weir is het daar roerend mee eens en heeft het maken van webcomics jaren geleden al aan de wilgen gehangen. Zijn succes met The Martian zorgde er echter voor dat zijn oude comics – die nog op zijn website staan – werden opgesnord door zijn uitgever. Die vond de verhalen best aardig, maar was het met Weir (en de Bad Webcomics wiki) eens dat het tekenen aan een ander moest worden overgelaten.

Sarah Andersen, bekend van Sarah’s Scribbles, werd benaderd en zij wilde graag aan dit project meewerken. Ze is dol op oude boekillustraties en gek met (klassieke) sprookjes en vormgeving uit het midden van de vorige eeuw en dat zie je terug in haar tekeningen. Het verschil met de oorspronkelijke webcomic is groot. Dat is maar goed ook, want Andersens tekeningen maken Cheshire Crossing aantrekkelijk en zorgen ervoor dat je blijft doorlezen. Weir liet in Artemis al zien moeite te hebben met het uitwerken van personages en het schrijven van geloofwaardige dialogen en dat zien we helaas ook weer in Cheshire Crossing. Gelukkig geeft Andersen alle personages een eigen uiterlijk en een eigen expressie, zodat dat gebrek aan eigenheid minder opvalt. Met de hulp van Alison George, Kayla Bickers en Dojo Gubser, die de inkleuring voor hun rekening namen, en de elegante lettering van Dave Lanphear kreeg Cheshire Crossing van Andersen een unieke, opvallende visuele stijl die soms aan manga’s doet denken, terwijl er tegelijkertijd geen enkele twijfel over kan bestaan dat dit een Noord-Amerikaanse strip is.

FV_HulmsXa4d6oO1BjIt1A8TAhVux9aROpEo66umJO1GMU1KUU7rDGtV2bydMWarhzlwLbdf3hZcwW4i0mFH4nt3vcexlnil8-b73qcNRrmAxvp89tTS4gUcIj9zE2PwiqDOvkD_

Naast de drie bekende hoofdpersonen, zit het verhaal vol met personages die iedereen kent uit Oz, Wonderland en Neverland, zoals Mad Hatter, Cheshire Cat, de King en Queen of Hearts, Peter Pan, Tinkerbell, Scarecrow, Tik-tok (Tin man), Captain Hook en de Wicked Witch of the West. Het is Alice die het dunne verhaal op gang brengt door de schoenen van Dorothy te pikken om zich daarmee naar Oz te verplaatsen, ongewenst vergezeld door Wendy die haar probeert tegen te houden en daardoor meegetrokken wordt. De aankomst van beiden wordt door de Wicked Witch opgemerkt die daardoor op – dodelijke – ideeën komt en haar kans schoon ziet wraak te nemen op Dorothy. Dwars door drie magische werelden heen zoekt en jaagt uiteindelijk iedereen op iedereen, krijgen Captain Hook en de Wicked Witch een verhouding, vliegt Peter Pan met kriebels in zijn buik als Alice in zijn nabijheid is en tracht de – van een vliegende paraplu voorziene – Nanny van de meiden overal hulp te bieden.

Het is aan Andersen te danken dat ik hoop dat Cheshire Crossing een vervolg krijgt, met – alsjeblieft – een tekstschrijver die wel in staat is om goede dialogen te schrijven en diepte aan te brengen in de karakters. Bedank Weir netjes voor zijn uitstekende idee, maar geef Andersen een andere tekstschrijver of de kans om de meiden echt tot leven te brengen.
Recensie is eerder geplaatst op 9ekunst.nl


View all my reviews

zaterdag 31 augustus 2019

Twice shy van Joel Orff

Orff verbreekt stilte met schuchter en liefdevol vader-dochter verhaal

oXwWpM0hqLUnGlkH2HwQ2KarXy6z5YJCAMFoUR2FsEoKEq74A0j0wCBhnfJzWIQm2Ef-pQ5pS2uqzuuC7v6MEgALntRCckmmZ1T3JtbuHzU3dZsgD5w3mTGsPRqrAHxVmi4zQczn

De Noord-Amerikaanse stripmaker Joel Orff gaat al heel wat jaren mee. Als kind maakte hij elke maand een strip van 32 pagina’s met behulp van de overgebleven exemplaren van de plaatselijke krant. Helaas bestaan die strips niet meer, omdat hij die na zijn eerste collegejaar allemaal weggegooid heeft. Doodzonde natuurlijk, hoewel Orff zelf niet weet of hij er nu spijt van moet hebben of niet. Hij stopte gelukkig niet met het maken van strips, want in 1993 bracht hij zelf in digitale vorm het eerste deel van de driedelige reeks Sturm and Drang uit en in 2005 werd zijn wekelijkse strip Great Moments in Rock’ n ’Roll opgenomen in de Pacific Sun, het langstlopende gratis weekblad in de VS. Die strips zijn nu nog terug te vinden op zijn website.
 Daarna maakte Orff twee graphic novels, Waterwise in 2004 en Thunderhead Underground Falls in 2007, die beide in het Frans vertaald werden. Dan blijft het op stripgebied een tijdlang stil, maar daar is met het onlangs verschenen van Twice shy een eind aan gekomen. 

Twice shy begint met een kort verslag van de kennismaking tussen Bob en Wanda. Na een flinke sprong in de tijd ontvangt Bob een ansichtkaart van Wanda, met een prachtige foto van Milwaukee. Achterop leest Bob twee plompverloren mededelingen: hij heeft een dochter, Casey, én ze komt een tijdje logeren.
Beduusd gaat hij naar zijn werk bij het taxibedrijf Yellow Cab Co. Terwijl hij zijn klanten heen en weer brengt, dwalen Bobs gedachten steeds weer af naar de tijd die hij met Wanda doorbracht. Na afloop van zijn werk vraagt hij raad aan een collega die Wanda ook gekend heeft. Die stelt hem gerust: “Ze neemt je vast in de maling”.Dat overtuigt Bob en opgelucht keert hij huiswaarts, pikt onderweg boodschappen op en ziet dan op de trap voor zijn huis een meisje zitten. Wanda meende het dus wél! Het meisje blijkt zijn dochter Casey. Onwennig maken ze kennis met elkaar, maar van bijpraten komt het niet of nauwelijks, want Casey is moe en gaat vroeg naar bed. 

S63HPRR9sdI74XuDDZt5-l9QLITV3i015pHWnk13J--34ndziK7YHB4wgVqT7GC_ooj4po84lMwt8YWYLg8n-Z3HWHhUSyyf9EvjDpVQl7ApOYG5L_l5Y3vII9uWiQTRFlmFPxYQ
De volgende ochtend heeft Bob zich al vroeg uit de voeten gemaakt. Hij is naar zijn werk, vertelt hij Casey via een briefje. Casey probeert de dag door te komen door de buurt te verkennen, maar voelt zich verloren en keert al snel weer terug naar huis. Als Bob die avond thuiskomt, is ze ziek. Bob krijgt medelijden met de arme Casey, overwint daardoor zijn verlegenheid en komt in actie. Hij stopt Casey in bed, verzorgt haar en ondertussen voeren ze hun eerste echte gesprek. Over hun ervaringen met Wanda, en hoeveel Casey op haar lijkt, en hoe anders Bob is, of hij weet waarom Wanda wegging, en nog veel meer. Het is het begin van wat een hechte vriendschap wordt. Bob neemt Casey regelmatig mee naar zijn werk, ze gaan samen uit eten, lezen samen, genieten samen van de stilte én van de kleine Stinkbom, een katje dat ze uit het asiel halen. 
Maar dan gaat er ineens van alles mis, de ene tegenspoed volgt de andere op. Ze leggen zich er echter niet bij neer en vinden telkens telkens een nieuwe uitweg. Tot de laatste dreun, die wel erg hard aankomt.

Orff’s Twice shy is een teder, maar ook schrijnend verhaal over twee schijnbaar verschillende mensen: een jong, in zichzelf gekeerd meisje dat nog niet weet wat ze wil of kan, en een volwassen man die gekwetst gevlucht is in een voortkabbelend bestaan tussen zijn boeken en de tientallen notitieboekjes met half affe verhalen. De op het eerste gezicht onbeholpen tekeningen van Orff, in eenvoudig zwart-wit, zijn zeer effectief in het oproepen van emoties. Ze maken je aan het lachen als Bob en Casey aan het dollen zijn, zorgen dat je zwijgend meegeniet van de stiltes. Ze veroorzaken een brok in je keel als beiden het zwaar hebben en laten je opgelucht ademhalen als het meevalt. Het slotakkoord is mede daardoor uiteindelijk bitterzoet. Het laat je glimlachend achter.

woensdag 1 mei 2019

Game of Poems van Ellen Deckwitz, Ingmar Heytze en Thomas Möhlman

Game of PoemsGame of Poems by Ellen Deckwitz
My rating: 5 of 5 stars

In de eerste aflevering van de podcast Endgame of Thrones, waarin elke aflevering van het achtste en laatste seizoen van Game of Thrones (GoT) wordt besproken, vertelt Ellen Deckwitz dat ze, ter voorbereiding, snel alle episodes van GoT heeft bekeken. Dat blijkt een verstandige zet, althans, nadat ik besloot hetzelfde te doen werd niet alleen het bekijken van het laatste GoT-seizoen een stuk interessanter, maar ook het lezen van de ‘poems’ uit deze dichtbundel.

Ellen Deckwitz, Ingmar Heytze en Thomas Möhlman schreven gedichten bij elke, letterlijk elke aflevering van GoT uit alle voorgaande zeven seizoenen. In de eerder genoemde podcast zijn de gedichten te horen die nav seizoen acht zijn ontstaan. De drie dichters hebben niet van het begin af aan bij elke episode een gedicht gemaakt, maar zijn ergens in het vijfde seizoen op het idee gekomen. Vandaar dat er zo nu en dan gedichten zijn waar stiekempjes vooruitgeblikt wordt, zoals in het gedicht bij aflevering 2-4 Garden of Bones waarin (onder andere) Robb Stark wordt toegesproken:

[...]Vanaf je eerste dag
ligt in het bruidsbed een rekening op vereffening
te wachten. Maar dit meisje, haar mouwen rood
als de banieren in de verte, ze is al zwanger voor je
naar haar kijkt, je bent bereid alles voor lief te nemen:
woedende moeder, bruiloft vol bloed. [...]

Of, nog eerder, in het gedicht bij 1-8 The pointy End dat eindigt met een verwijzing naar het begin van seizoen 4:

Een schram moet je verzorgen, een ontsteking koesteren,
brave hond, kleine moordmachine in de maak, niet vandaag.

Het is een gedicht opgedragen aan Arya Stark, “het kleine meisje dat een groot deel van de serie een waslijst van namen loopt te mompelen - namen van mensen die ze stuk voor stuk wil vermoorden”, want de gedichten zijn geïnspireerd door de afleveringen, en niet altijd een samenvatting ervan. Zo zegt Qhorin Halfhand in 2-6 The Old Gods en the New  “Wild creatures have their own rules, their own reasons. You’ll never know them” en is dat aanleiding voor een gedicht over mensen en beesten, mensen als beesten, gekooide mensen of beesten en wordt de vraag gesteld of het altijd erg is om gekooid te zijn::

[...] Even verlangt ze terug naar de kooi,
het waren tralies ja maar ze blonken. Je kon jezelf erin zien.

Elke aflevering is niet alleen voorzien van een gedicht, maar ook van begeleidend proza dat vrijwel altijd iets over de aflevering vertelt en hoe of waarom het gedicht (zo) is ontstaan. Soms is er kritiek, zoals bij 4 -3 Breaker of chains waarin tussen neus en lippen door wordt gemeld dat “de aflevering trager verloopt dan het tempo waarin GRRM werkt aan A dream of Spring”, soms een nuttige aanwijzing, zoals bij 3 - 9 The rains of Castamere waarin iedereen die “zin heeft om een oneindige reeks verschrikte gezichten te bekijken” de tip krijgt om op YouTube te gaan zoeken naar ‘GoT Red Wedding reactions’ en soms worden er vergelijkingen gemaakt. Vergelijkingen met dichters van voorheen (Gorter, Lucebert, Nijhoff) en soms met zichzelf: “De prins van Winterfell is Theon Greyjoy, ook al zo iemand die je niet wilt zijn. Dat geldt voor verreweg de meeste personages, maar het is niet erg om toe te geven dat je bepaalde aspecten wel zou willen: [...] het goddelijke lichaam van Michiel Huisman als Daario Naharis (minstens twee van de drie makers van dit boek mokken geregeld tegen hun partner: ‘zo kan ik er ook uitzien’ - terwijl vooral de oudste van de twee wel beter weet).”
Een van de vele hoogtepunten in deze fantastische bundel is het buitengewoon ironische gedicht MOEDERS bij het onvergetelijke Battle of the Bastards (6 - 9) dat speelt met Joan Armatrading's If women ruled the world . En dat terwijl de drie dichtende volgers onmogelijk op de hoogte konden zijn van de bijeenkomst in deel 7 - 2 Stormborn waarin vrouwen op de troon zitten, en veldslagen en moordaanslagen voorbereiden. De laatste strofe is, kortom, profetisch (en controleerbaar) juist:

[...] een vrouw is een man zonder
zwaardje tussen de benen, ze vecht met eender
geweten, knietjes onder de gordel, brandschone
handen, hooguit wat beter in smoren en branden.


Zwaardje, Knietjes? Geniaal! Net als die verwijzing naar het bereiden van maaltijden aan het eind.
Of je van deze dichtbundel zult genieten zonder dat je de afleveringen vers in je geheugen hebt zitten, is maar de vraag. Laat ik eindigen met twee willekeurige gedichten, zodat iedereen zelf de proef op de som kan nemen:

LAATSTE VAN ZIJN LOOT

‘Everywhere in the world they hurt little girls’
- Cersei Lannister

We zalven de zoveelste koning, deze keer tooien we een kind
met die kroon van lood, de weduwen staan alweer klaar
om het volgende huwelijk te bekokstoven, elders

wordt een meisje voorgesteld aan haar zoveelste verloofde.
De aanstaande zegt terloops: “Werd jouw vader ook niet vermoord?
Onthoofd toch? Nou ja, de mijne hebben ze vergiftigd.’Ach kinderen,

hoe ze jullie dwingen plaats te nemen op tronen, het bed te delen,
dat is de prijs die je voor je afkomst betaalt, de luxe waarin je
opgroeide, dat je gratis leerde lezen en nu ben je verder

van huis, in de gaten van de nacht droomde je over
je broer - maar voor ontmoeten is het nog te vroeg, het verkeerde
seizoen, daarvoor ben je nog niet beschadigd genoeg.

Bovenstaand gedicht is gemaakt naar aanleiding van aflevering 4 - 5 First of his name en onderstaande is ontstaan uit 5 - 3 High Sparrow op het moment dat "de serie van misogynie naar verlicht feminisme" scharniert.

JE KUNT NIEMAND ZIJN

'We're often stuck with the names our enemies give us'
- De High Sparrow

Namen zijn slavenbanden, ze labelen je met Stark, Tarth
of Targaryen en trekken je naar het altaar. Een pion
die het tot koningin zal schoppen, je moet spelen
dat je iemand bent. Nooit zo naamloos als een kraai,
hoe zwart je je haren ook verft. Elke vrouw kan
met een schamel jawoord worden afgedankt, zie de ijswitte
strengen in het zomerblonde haar, hoe de winter ook daar
nadert. Misschien kan je de toekomst nog lezen in de vlucht
van zwaluwen. Ze vliegen laag en vertellen steeds hetzelfde
verhaal. Of je nu vloeren veegt, je met een platinablonde pruik
voor Khaleesi uitgeeft: hoe hard je ook krabt, je komt nooit
van je hoofd af. Koningin-moeder, bediende, hoefdame of hoer:
voor iedere titel zal je moeten bloeden. Je hoort ze
achter je rug om schateren. Pas als het te laat is
weet je wat het betekent om iemand te wezen.
Hoe tergend langzaam je daar kapot aan gaat.

Maar laat nu niet de conclusie zijn dat deze dichtbundel 'niet voor jou' is, als je deze gedichten niet helemaal kunt plaatsen! Concludeer dat je GoT opnieuw moet gaan bekijken, met deze dichtbundel in de hand.

View all my reviews

donderdag 31 januari 2019

Bewaren (van Hebban overgenomen)


Leesclub anders dan anders

De meeste leesclubbijeenkomsten bestaan uit een inleiding over de schrijver en zijn of haar werk en een discussie over het boek. Er zijn ook andere manieren om de discussie op gang te brengen of de bijeenkomst met andere werkvormen aan te kleden. Hieronder vind je een aantal suggesties voor als je het eens helemaal anders wilt aanpakken, bijvoorbeeld tijdens de laatste bijeenkomst van het seizoen van je leesclub.
Door Marlene Lunter

Vooraf/Opening

De deelnemers kiezen thuis een fragment uit van maximaal een halve pagina. Deze fragmenten lezen ze aan het begin van de bijeenkomst voor. Het is een fijne manier om het boek ineens ‘aanwezig’ te laten zijn. Geef deelnemers eventueel de opdracht mee een discussievraag bij hun fragment te bedenken. Of stel de toehoorders een gerichte luistervraag, bijvoorbeeld: 'Welke sfeer heeft het fragment?' Of: 'Wat valt je op aan de stijl?' Een ander idee voor de opening is elke deelnemer een punt op te laten schrijven dat zij/hij goed vindt aan het boek en een dat men minder goed vindt, inclusief korte argumentatie. Daarna begint de boekbespreking. Aan het eind lezen de deelnemers voor wat ze hebben opgeschreven. Zijn ze het nog met zichzelf eens?    

De discussie op gang brengen  

De hoge hoed

Schrijf markante woorden, zinsdelen of zinnen uit het boek op losse papiertjes. Aantal: ongeveer vijf keer het aantal deelnemers. Gooi de dubbelgevouwen papiertjes in een hoge hoed. De hoed gaat rond en elke deelnemer neemt er twee briefjes uit. Als men wil, mag men één briefje ruilen met een ander. Iedereen leest een zin voor en vertelt er iets over. Uiteraard mogen de anderen erop inhaken.  

Rollenspel

Vorm groepen van twee personen. Elke groep ‘krijgt’ een personage en bereidt vanuit dat perspectief een beschrijving van het hoofdpersonage voor. Daarna gaan de groepen met elkaar in gesprek over hoe ‘hun’ personage over het hoofdpersonage denkt.  

Plattegrond

Teken op een plattegrond schematisch de locaties waar het boek zich afspeelt. Gebruik de plattegrond als uitgangspunt om over de gebeurtenissen te discussiëren. Deze suggestie kunt u ook in combinatie met ‘De hoge hoed’ gebruiken.    

Speelse vormen  

Raad een personage

Vorm groepjes en ken elke groep een personage toe. Elk groepje noteert woorden of zinnen uit het boek die bij dat personage horen en presenteert die. De anderen raden om welk personage het gaat.  

Parcours

Noteer op losse strookjes een uitspraak van een personage. Aantal uitspraken: één tot drie keer het aantal deelnemers. Zet een genummerd parcours uit en leg bij elk punt een uitspraak. Verdeel de deelnemers in groepjes van twee en verdeel ze over de ‘stations’ van het parcours. Geef ze steeds een vastgestelde tijd om het personage te noteren dat de uitspraak heeft gedaan. Het boek raadplegen mag. Stuur daarna elke groep naar het volgende station. Is iedereen rond geweest, laat ze dan met de letters woorden of zinnen vormen die uiteraard met het boek te maken moeten hebben. In plaats van uitspraken, kun je ook vragen bedenken over het boek. Dit moeten wel vragen zijn waarover geen discussie mogelijk is.  

Stelling

Schrijf een stelling die betrekking heeft op het boek boven aan een groot vel. Deel het vel doormidden met een lijn en schrijf aan de ene kant ‘eens’ en aan de andere kant ‘oneens’. Plak het vel tegen de muur. Elke deelnemer plakt een sticker in één van de kolommen. De positie binnen de kolom is afhankelijk van hoe sterk iemand het met de stelling eens is. Laat de leden hun keuze beargumenteren.  

Dispuut of rechtspraak

Kies een stelling die met het boek te maken heeft. Vorm twee partijen en houd twee mensen apart. De ene partij bedenkt argumenten voor de stelling, de andere argumenten die er tegen pleiten. Er moet een opbouw in de argumenten zitten naar het meest overtuigende argument. Als je vooraf heb laten stemmen, kun je de deelnemers bij hun ‘eigen’ stelling indelen, maar je kunt ze ook juist bij de andere stelling zetten, zodat ze zich moeten verplaatsen in een ander idee dan dat van zichzelf. De twee overgebleven personen fungeren als ‘rechters’. Laat de partijen met elkaar in discussie gaan aan de hand van hun argumenten. De rechters wijzen na overleg de ‘winnaar’ aan.  

Quiz: Petje op petje af

Bedenk twintig tot dertig stellingen over schrijver en boek die wel of niet kloppen. De deelnemers leggen het boek weg en staan op. Jij poneert een stelling. Klopt die volgens de deelnemer, dan zet die haar/zijn petje op. Klopt de stelling niet dan houdt men het petje in de hand. Bij gebrek aan petjes: gebruik twee velletje van verschillende kleur. Degenen die een vraag fout beantwoorden, gaan zitten. Zo vallen er steeds meer deelnemers af en blijft een winnaar over.  

Ganzenbord

Bedenk vragen over schrijver en boek en regel enkele ganzenbordspellen (of gebruik afbeeldingen die op internet te vinden zijn). Over de antwoorden op de vragen mag geen discussie mogelijk zijn (zie: ‘Parcours’). Schrijf ze met het antwoord op losse kaartjes. Maak groepjes van drie tot vier personen. Elke groep gaat ganzenborden. Komt een speler op een gansje, dan leest een andere speler tijdens de volgende beurt een vraag voor. Weet de eerste speler het antwoord, dan mag zij de volgende beurt verder. Heeft zij/hij het fout, dan is de volgende aan de beurt. De speler krijgt drie keer de kans een vraag te beantwoorden. Na de derde vraag mag men altijd verder. Wie is het eerste bij het eindpunt?

Wie van de drie

Drie mensen kiezen een personage uit het boek en spreken onderling af wie ‘de echte’ is. Geef het drietal de tijd om te overleggen. Intussen bedenken de andere deelnemers, eventueel in groepjes van twee, vragen die zij aan de drie uitverkorenen stellen. Laat een aantal vragenrondes spelen. Na de laatste ronde, eventueel na elke ronde, bepalen de spelers wie ‘de echte’ is. Laat ze dit ook kort beargumenteren.  

Wie /wat ben ik?

Drie deelnemers nemen voor de groep plaats. Zij krijgen een bordje voor zich met een personage, een voorwerp of een begrip uit het boek, dat ze zelf niet kunnen lezen. Om de beurt stellen deze mensen ja-neevragen aan de groep om te achterhalen wie of wat ze zijn.  

Personage in gedachten

Vorm groepjes van twee. Eén van beiden neemt een personage in gedachten. De ander stelt ja-neevragen om erachter te komen wie het personage is. Is het personage geraden, dan wisselen de rollen. Het spel kan ook met de hele groep worden gespeeld.    

Afsluiting: aanbeveling

Nodig de deelnemers uit een korte aanbeveling voor andere lezers te schrijven over het boek en laat enkele aanbevelingen voorlezen. Zie ook onder het kopje ‘Vooraf/Opening’.      

Boekenpost. Voor serieuze boekenliefhebbers

Het magazine Boekenpost brengt elke twee maanden verrassende en sterke artikelen over de wereld van de literatuur: recente uitgaven of verborgen parels van weleer, terecht bejubeld of onterecht in de vergetelheid geraakt. Highlights uit de nieuwste Boekenpost: Marente de Moors Foon geanalyseerd, Marita Coppes debuteerde met De laatste verhalenweefster, Sander Verheijen leest de klassieker Advocaat van de duivel en nog een hoop andere artikelen om met uw leesclub te delen.