dinsdag 12 juni 2018

De onzichtbare hand van Bas van Bavel

De Onzichtbare HandDe Onzichtbare Hand by Bas van Bavel
My rating: 4 of 5 stars

In het voorwoord van De onzichtbare hand, met als ondertitel Hoe markteconomieën opkomen en neergaan, hoopt Bas van Bavel dat zijn boek niet alleen stof tot nadenken oplevert en helpt bij het interpreteren van de hedendaagse ontwikkelingen in de economie, maar ook dat het aanzet 'tot handelen, om te proberen deze ontwikkeling te stuiten en de vrije, gelijkwaardige en welvarende samenleving te beschermen waarin we zijn opgegroeid.' 

Wat is die ontwikkeling dan die – volgens van Bavel – gestuit moet worden? In een paar simpele woorden: de neergang van onze (vrije)markteconomie. Van Bavel tracht ten eerste aan te tonen dat de markteconomieën niet een moderne 'uitvinding' zijn om vervolgens te laten zien hoe ze ontstaan, zich ontwikkelen en vervolgens neergaan, waarbij – en daar gaat het Van Bavel om – vrijheid en welvaart altijd verloren gaan. Door drie historische voorbeelden van markteconomieën te behandelen – Irak in de vroege Middeleeuwen (500 - 1100), de stadstaten in het middeleeuwse Italië (1000 - 1500) en Nederland aan het eind van de Middeleeuwen tot en met de 19de eeuw (1100-1800) – 'verdedigt' Van Bavel op overtuigende wijze zijn stelling dat de 'opkomst en de overheersende rol van markten voor grond, arbeid en kapitaal een zichzelf ondermijnende ontwikkeling is, want het samenspel tussen dominante markt, economie en samenleving leidt uiteindelijk tot een terugval in welvaart en welzijn.' 

Van elk van de drie eerder genoemde voorbeelden die van Bavel bespreekt, laat hij zien welke rol factormarkten (markt voor grond, pacht, arbeid en kapitaal) én de minstens zo belangrijke maatschappelijke context spelen bij het accumuleren van economische middelen en het ontstaan van elites, die vervolgens steeds meer (politieke) invloed vergaren en meer en meer uit eigen belang gaan handelen, waarmee de neergang van de markteconomie een feit is. Bij het bespreken, vertelt Van Bavel de grote lijnen maar gebruikt daarnaast allerlei voorbeelden van personen, dingen en gebeurtenissen die zijn overkoepelende verhaal ondersteunen. Zo staat er een prachtig verhaal in van Ibn Al-Jassas, een juwelier in de tweede helft van de tiende eeuw. Hij profiteerde van het feit dat de handel in luxe consumptieartikelen nog de enige bloeiende sector was omdat de (markt)elite inmiddels zoveel in bezit had en zo rijk geworden was, dat ze hun geld alleen nog maar aan luxe goederen konden uitgeven. Ongeveer zoals nu deze (markt)elite hun geld spenderen aan ruimtevaart en/of cryonisme... 

Van Bavel eindigt met een conclusie en een naschrift. Met de hulp van enkele grafieken en een overduidelijk schema laat hij in zijn conclusie zien '[w]aarom markteconomieën op de lange termijn fundamenteel onverenigbaar zijn met welvaart, gelijkwaardigheid en brede besluitvorming', wat niet toevallig de ondertitel van dat hoofdstuk is. Het naschrift bevat reacties op de discussies die ontstonden naar aanleiding van het verschijnen van de Engelstalige editie. Deze Nederlandstalige editie is geen rechtstreekse vertaling van het oorspronkelijke boek. Roland Fagel heeft het vertaald en toegankelijker gemaakt, terwijl Van Bavel het resultaat nog wat bewerkt en aangevuld heeft. Dat heeft er allemaal voor gezorgd dat deze versie van De onzichtbare hand  leesbaarder is dan Adam Smith' The Wealth of Nations (al was het maar omdat de onzichtbare hand daar slechts één keer in genoemd wordt).

Toch is Van Bavel nergens zo duidelijk als in het interview met Trouw waarin hij dé cruciale factor voor het ontstaan en (geen) onderdeel worden van een economische elite in één woord omschrijft: Toeval! Om dat vervolgens met een supersimpel voorbeeld uit te leggen: 'Stel je dan een dobbelspel voor waarbij iemand die een zes gooit er een dobbelsteen bij krijgt. Heb je toevallig de mazzel een zes te gooien, dan vergroot je met die extra dobbelsteen onmiddellijk de kans op nog meer zessen.' 

Zo simpel is De(ze) onzichtbare hand niet, maar wel net zo verhelderend.
Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

De slaapster en de spintol van Neil Gaiman en Chris Riddell

De slaapster en de spintolDe slaapster en de spintol by Neil Gaiman
My rating: 5 of 5 stars

Ze vroeg zich af hoe het zou voelen om getrouwd te zijn. Het zou het einde van haar leven betekenen, besloot ze, als het leven een periode van keuzes was.
De koningin van het koninkrijk dat naast het koninkrijk ligt waarin het door de fraaie zijde zo bekende Dorimar ligt, overpeinst haar situatie die morgen. Op dat moment zijn de drie dwergen op weg naar Dorimar om die beroemde zijde te kopen om dat als huwelijkscadeau aan te bieden. Omdat de hoogte van de bergketen die tussen de twee koninkrijken zo hoog is dat het te gevaarlijk is om bovengronds te gaan, en omdat zij dwergen zijn, reizen ze ondergronds. Eenmaal aangekomen in het eerste dorpje nadat ze weer bovengronds gekomen zijn, bezoeken ze gewoontegetrouw de dorpsherberg en hun vriend, de herbergier Meester Vossen.Het is ongebruikelijk druk in de herberg en op hun vraag naar de reden krijgen ze verschillende antwoorden: Slaap! Ziekte! Rampspoed! Veroorzaakt door een heks! Een slechte fee! Een tovenares. Uiteindelijk wordt duidelijk dat de prinses van het koninkrijk zich geprikt heeft aan een betoverde spintol, waardoor ze in slaap is gevallen en zo al tientallen jaren in de toren van het - inmiddels door een overvloed van doornige rozenstruiken overwoekerde - kasteel verblijft.

sss%2B01.jpg

Maar het slapen blijft niet meer beperkt tot alleen de bewoners van het kasteel; inmiddels is vrijwel de gehele bevolking van het koninkrijk in slaap gevallen en zal het niet lang meer duren totdat de slaap ook de mensen in de herberg zal bereiken.Nadat de dwergen, die door hun magische krachten gelukkig niet besmet worden met de slaap, de situatie grondig in ogenschouw hebben genomen, keren ze bliksemsnel terug naar het koninkrijk van de koningin en brengen haar op de hoogte. Zij zal moeten ingrijpen, want anders zal de bevolking van haar koninkrijk ook besmet raken.
Ze liet haar eerste minister halen en vertelde hem dat hij in haar afwezigheid verantwoordelijk was voor het koninkrijk, en dat hij zijn best moest doen om het niet kwijt te raken of stuk te maken.Ze liet haar verloofde halen en zei dat hij zich niet zo moest aanstellen en dat ze heus nog wel gingen trouwen, ook al was hij maar een prins en zij een koningin, en ze aaide hem onder zijn mooie kin en kuste hem tot hij glimlachte.Ze liet haar maliënkolder halen.Ze liet haar zwaard halen.Ze liet proviand halen, en haar paard, en toen reed ze het paleis uit, naar het oosten.
sss%2B02.jpg
Daar gaat ze, de heldin van De slaapster en de spintol van Neil Gaiman, getekend in zwart, wit en goud door Chris Riddell, op weg om hulp te bieden aan de prinses en haar bevolking. Ze krijgt natuurlijk hulp van de drie dwergen, maar of het allemaal gaat lukken, en of ze het allemaal overleven, en wat ze moeten doen om de slaap te overwinnen, dat weten ze niet.

Zowel Gaiman als Riddell dragen dit zwartwitgouden sprookjesboek op aan hun dochters, waarbij Gaiman dat doet omdat Holly en Maddy hem wakker (!) hebben gemaakt en Riddell, voor zijn dochter Katy, aan het begin van haar avontuur. Wat een bofferds, die meiden, met vaders die zo'n heerlijk, eigentijds grimmig sprookje voor hen en alle andere kinderen op de hele wereld hebben gemaakt. Riddells uiterst gedetailleerde tekeningen, waar je iedere keer dat je ze bekijkt weer nieuwe dingen ziet, en die bijna ouderwetse, sprookjesachtige vertelwijze van Gaiman sluiten naadloos op elkaar aan. Stevig verpakt in een prachtig geïllustreerde cassette zit een magnifiek herteld en getekend sprookje dat de eeuwigheid verdient, voor mijn part en graag zelfs, ter vervanging van De schone slaapster en Sneeuwwitje. Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews