zondag 31 december 2017

Andromeda van Jef Schokkaert

AndromedaAndromeda by Jef Schokkaert
My rating: 3 of 5 stars

Tom de Cock schrijft op de site van Uitgeverij Vrijdag (20/20/2017) ter gelegenheid van de boekpresentatie van Andromeda het volgende:

Als ik zou zeggen: “Amai, de prijzen van de diepvriespizza van Dr. Oetker zijn weer gestegen, dat is eigenlijk echt een schande,” dan is de kans groot dat hij [Jef Schokkaert], turend in de verte en na een trek van zijn gerolde sigaret, zou zeggen: “Nee, Tom. Dat is geen schande, als je erover nadenkt. En ik zal je uitleggen waarom.” Elk van ons heeft op die manier wellicht al meer dan één lange, boeiende avond bij meer dan één fles wijn met Jef doorgebracht.

Ik hoor niet bij die 'elk van ons', maar heb wel diverse avonden doorgebracht met Schokkaerts debuut Andromeda, dat niet - als weTom de Cock mogen geloven - Schokkaerts eerste pennenvrucht is maar wel het eerste waar hij zo achter staat dat hij het aandurfde het te publiceren.
Bovenstaande quote geeft niet alleen een indruk van de schrijver, maar ook van wat er zoal gebeurt in Andromeda. Schokkaert vertelt veel via zijn personages, raakt veel grote onderwerpen aan, legt het een en ander aan narigheid bloot en tracht daarmee de lezer aan het denken te zetten over klimaatverandering, vervuiling, geldbeluste big pharma, terroristische aanslagen, de strijd tegen HIV, vernietiging van natuurgebieden, enz, en de eigen rol en verantwoordelijkheid daarbij.

Wat ontbreekt zijn de gerolde sigaret en de fles wijn, en misschien dat die nodig zijn om dieper op de onderwerpen in te gaan. Het kapitalisme word diverse malen als de grote schuldige aangewezen, maar hoe dat dan komt, wordt nergens duidelijk. Zo vertelt Hazel, een van de hoofdpersonen, het volgende over een olieramp bij Groenland:

'[...] Enkelingen dan nog die niet verder kijken dan hun ambtstermijn, of een bedrag op een spaarrekening dat overtreft wat een normale mens in heel zijn leven verdient. En ik geloof ook dat als je kijkt naar wat er nu gebeurd is bij de Prometheus aan de kust van Groenland, mensen zich stilaan vragen beginnen te stellen bij de gevolgen die onze levensstijl met zich meebrengt. 250 miljoen liter ruwe olie die in een tot dan toe onaangeroerd stukje zee sijpelt, dat is bijna dubbel zo erg als de Exxon Valdez in ‘89. Ze wisten dat het een gevaarlijke passage was met de ijsschotsen in die tijd van het jaar, maar toch werden ze in zee gedwongen door de strakke schema’s die enkele sigarenrokende bonzen aan de top van de voedselpiramide erop nahouden. Ik bedoel, hoe kan je daar nu niet woest van worden?’

Dit verklaart echter niets, natuurlijk. Ook die sigarenrokende bonzen zijn mensen, en iedereen die eraan meewerkte, tot aan degenen die op de Prometheus aanwezig waren. Niemand heeft Groenland willen vervuilen met die olie, waarom is dat schip dan toch gaan varen? Dát wordt niet onderzocht of uitgeplozen... Net zomin als de plotseloze kentering in de Braziliaanse onlusten. In een paar zinnen is het opgelost:

Het stadsbestuur [van Rio de Janeiro] overwoog de staat van beleg af te kondigen, maar bij vervroegde verkiezingen werd er een nieuwe regering gestemd die onmiddellijk enkele crisismaatregelen invoerde: het minimumloon werd geïndexeerd, er werden vier grote centra opgericht voor de opvang van zwervers en drugverslaafden en de politie bewaakte de openbare instellingen met veel vertoon. [...] Rio werd traag maar zeker opnieuw een leefbare stad. 

#Hoedan? #Waaromdan? Waar komen die verstandige politici ineens vandaan?

Als de personages dan ook nog bijna uitsluitend bestaan om al die ellende aan de orde te stellen en daardoor nooit echt van vlees en bloed worden, dan blijft er helaas niet meer over dan een beloftevol verhaal dat de belofte nergens helemaal inloste...

(gelezen ihkv een Hebbanleesclub)

View all my reviews

zaterdag 30 december 2017

A-tishoo! A-tishoo!

Dankzij Petra, die meedoet aan de leesclub Blind date #10 - Grime van Wytske Versteeg - heb ik vanmorgen vroeg de engste (tv-)ervaring ooit opnieuw onder ogen gekregen... en overleefd.
Petra begon een reactie met:
Bij de leesclub zag ik, voordat we wisten om welk boek het ging, een stukje over een kinderliedje. 
Dead man dead man come alive
when I come to the count of five
one.. two... three... four
En toen ik dat las, zag ik direct (voor de zoveelste keer) een trap voor me en hoorde 'a tissue, a tissue' en het bijbehorende angstige gevoel bekroop me wederom. Zoals altijd. Meer zag en hoorde ik nooit, maar ik weet hoe ongelooflijk eng ik het vind. Ik wist dat de scène uit een tv-serie van lang geleden afkomstig was, maar meer ook niet. Ik heb eerder wel gezocht, maar nooit gevonden.... tot vanmorgen. Eerder vond ik wel het kinderrijmpje waaruit die zin afkomstig was:
Ring-a-ring o' roses,
A pocket full of posies,
A-tishoo! A-tishoo!
We all fall down.[4]
Cows in the meadows
Eating buttercups
A-tishoo! A-tishoo!
We all jump up.
Maar nu vond ik, toen ik zocht op de titel van het rijmpje en 'tv-serie' dit verhaal over de tv-serie Saffier en Staal en zonder de tekst te lezen, maar slechts afbeeldingen te zien, wist ik dat dit de serie was: Saffier en Staal... Jep, met Joanna Lumley en David McCullam. Als broekies (maar ja, dat was ik toen ook .... vergeleken met nu)


Googelend op 'Sapphire Steel A-tishoo' hoop ik op YouTube het fragment terug te vinden. En ja... dat lukt!! Maar op uitermate druilerige ochtend in december 2017 blijkt dat wat mij bijna vier decennia als het hoogtepunt van ENG is bijgebleven ... euh ... laat ik het eufemistisch uitdrukken ... niet zo heel erg eng (meer) te zijn. En die ene scène in mijn hoofd? Die blijkt zo'n acht minuten te duren (vanaf ongeveer 17:26) in de laatste aflevering van de eerste serie.


Aan het eind van drie uur verspreidt over zes weken?!? OMG, wat waren we toen geduldig... Het hele verhaal zou nu in een half uur verteld worden, inclusief minstens twee reclameblokken.
Het is wellicht een beetje onttoverd, maar toch... met deze blog heb ik mijn grootste angst uit een tv-serie 'vereeuwigd'. hoewel ik moet toegeven dat dit stukje uit Twin Peaks een zeer nabije tweede is (of was). Het engste uit een film is dit stukje uit de eerste Excorsist waarbij het effect van het geluid (toen) niet onderschat moet worden:


Nachtmerries van gehad. Dat kreng zat op mijn voeteneind. Echt waar!
En het engste stukje uit een boek? Het enige wat ik nog weet is dat het in een kinderslaapkamer was, en dat er zich (wellicht?) 'iets' in een kast (ofzo) bevond, en dat het een boek van Stephen King betrof. Helemaal aan het begin van het verhaal... ik heb het dichtgeslagen en ben een ander boek gaan zoeken en heb nooit meer iets van King durven lezen. Was het It? Was het Pet Sematary? Een andere? Geen idee... dus als iemand me daarbij kan helpen, graag. Dan zal ik ook die angst van vroeger onder ogen gaan zien.

Maar eerst... eerst en vooral Grime onder ogen zien! Samen met Francine, Karin, Daniëlle, Ine, Marjolijn, Isabella, Irene, Gerda, Barbara en Petra, natuurlijk.
Heb jij ook zulke scènes van vroeger in je hoofd zitten? Vertel eens!

Oorspronkelijke blog is te vinden op Hebban.nl

dinsdag 26 december 2017

Waarom ik mensen niet in mootjes hak van Renske de Greef

Waarom ik mensen niet in mootjes hakWaarom ik mensen niet in mootjes hak by Renske de Greef
My rating: 4 of 5 stars

Renske de Greef schrijft al sinds haar zestiende columns voor Spunk, een Nederlands webzine voor jongeren. Deze columns werden in 2005 gebundeld en uitgegeven onder de naam Lust: Liefde, Seks en Bambihertjes. Twee jaar later kwam haar eerste roman, Was alles maar konijnen, uit terwijl ze ondertussen op uitnodiging van Plan Nederland Afrika bezocht en in het kader van Wereldaidsdag het boekje Seks in Afrika schreef. In 2010, nadat haar tweede roman het licht had gezien, nam zij de column van Aaf Brandt Corstius in NRC Next over. Vervolgens werd ze gevraagd voor De Morgen en diverse tijdschriften columns te verzorgen.
Met de tekstcolumn in NRC Next is ze gestopt, maar sinds 2015 maakt De Greef voor de zaterdagse editie een stripcolumn onder de naam Renske Stript. Dat zijn met de hand geschreven en getekende columns over onderwerpen zo divers als sportief rijden, de kringloop van kliekjes, katten natuurlijk, over waarom ze niet meer op Facebook zit, welk lot ze als dier staat te wachten, de onzin van 'die venus vs mars-rotzooi, buitenlandse scheldwoorden, 'carbon guilt' en alternatieve kerstkaarten.

dierenlot%20fragment.gif

Op een grappige, bescheiden lijkende wijze stelt Renske de Greef zichzelf en daarmee iedereen die haar columns bekijkt, vragen over haar ideeën, haar keuzes en tot hoever ze bereid is te sjoemelen met haar principes. Soms, echter, zegt ze simpel en recht voor haar raap wat ze ergens van denkt, zoals aan het eind van Hotter than your daughter:

hotter%20fragment.gif

En dan zijn er nog de columns waarin ze haar frustraties van zich afschrijftekent, zoals de column waarin ze vertelt wat er zoal gebeurt op het moment dat ze online naar een film wil kijken.

streamen%20fragment.gif

Waarom ik mensen niet in mootjes hak is bij tijd en wijle hilarisch herkenbaar en daarom goed voor oprecht schaterlachen. Hoewel... zou iedereen schaterlachen of zelfs maar kunnen glimlachen om de column waarin ze uitlegt waarom ze mensen niet in mootjes hakt? Of die waarin uitgelegd wordt dat onze samenleving wel wat meer 'carbon guilt' kan gebruiken? Het is zelfs voorstelbaar dat er mensen zijn die boos worden van sommige columns, zoals De Histor kleurenwaaierDe PVV-fiets of Over vlees eten en stoer zijn. En juist die groep zou deze columns moeten lezen zoals De Greef zo kernachtig uitlegt in Lees dit dan gewoon niet:

lees%20dit%20dan%20gewoon%20niet.gif

Er zijn voor deze verzameling stripcolumns dan ook drie doelgroepen: mensen die graag om (de overtuigingen van) zichzelf en Renske de Greef willen lachen, mensen die helemaal niet om (de overtuigingen van) zichzelf en Renske de Greef kunnen lachen en mensen die dol zijn op kleurplaten. Als de eerste groep Waarom ik mensen niet in mootjes hak nu eens in tweevoud aanschaffen, om één exemplaar cadeau te doen aan zichzelf en de tweede, voorzien van een Greefiaanse alternatieve kerstkaart, onder de kerstboom legt voor de tweede groep mét de aanwijzing om eerst de column op bladzijde 13 te lezen, dan kan de doelgroep er voor zorgen dat Renske de Greef blij wordt van haar nieuwe roomba met complimentenfunctie... 

Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

Zoals het is van Floris Tilanus

Zoals het isZoals het is by Floris Tilanus
My rating: 5 of 5 stars

Ter gelegenheid van het verschijnen van Zoals het is én om mensen op te vrolijken, maakte Floris Tilanus een 3 bij 4 meter grote afbeelding op een, wegens verbouwingswerkzaamheden dichtgetimmerde, winkel in de Utrechtsestraat in Amsterdam. De tekening werd op de houten schotten geprojecteerd, die Tilanus vervolgens met duizenden en duizenden krasjes 'inkleurde', net zoals hij dat deed met zijn tekeningen in Zoals het is.

01%20Zoals%20het%20is.jpg

Professor Joachim Schwarz, de hoofdpersoon uit Zoals het is, steekt, met een tasje van boekhandel Zwart op wit om zijn rechterarm, de straat over. Hij, Joachim Schwarz, is het enige fictieve element in de verder waarheidsgetrouwe weergave van de straat, want Joachim Schwarz brengt normaal gesproken zijn dagen door in Berlijn.  

Een van die dagen volgt Tilanus de professor vanaf het moment dat hij, na een licht ontbijt, naar de universiteit loopt. Het volgen gebeurt door tekst op de linkerpagina, waar in de meeste gevallen niet meer dan twee regels te vinden zijn, en door een uiterst gedetailleerde pentekening op de rechterpagina die de woorden op eigenzinnige en verrassende wijze verbeeldt. Zoals het moment waarop de professor door het park wandelt en daar een oude vriend ontmoet, 'die is uitgegroeid tot een van de succesvolste auteurs van zijn tijd', waarmee hij lange, hartelijke gesprekken voert.

02%20Zoals%20het%20is.jpg

Tilanus speelt voortdurend met de verwachting en de verbeelding van de lezer en waarschuwt daar al voor op de kaft van het boekje, hoewel je dat pas weet als je binnenin kennis hebt gemaakt met de professor. Het is namelijk niet de met fikse, ferme passen overstekende kale heer met baard en bril die de hoofdpersoon is, maar de gebogen figuur, rechts, voor de verlichte etalage van een makelaar tijdens een grijsgrauwe Berlijnse nacht. Voorzien van bolhoed, en een lange warme jas die tot de enkels valt. Een jas waarin gewoond kan worden.  

Het bevreemdende van Zoals het is is dat tekst en tekening elkaar niet aanvullen en zo de interpretatie eenduidig maken, maar dat de tekeningen aanmoedigen om te blijven zoeken en geen genoegen te nemen met wat je in eerste instantie denkt of ziet te weten van het leven van professor Schwarz. Dat geldt niet alleen voor zijn huidige leven, maar ook voor dat wat eraan voorafgegaan is.
Is het eenzaamheid en gebrek aan gezelschap dat hem drijft tot gesprekken met een standbeeld in het park? Of is dat precies wat professor Schwarz zoekt en wil hij - 's middags in het park - niets met andere mensen te maken hebben? Wil professor Schwarz dat het is, zoals het is, of zou hij willen dat het anders was? Het is aan de beschouwer van dit kleine, maar verbijsterend rijke boekje om twijfelend antwoorden te vinden... of dat met opzet en voldaan uit te stellen. Iedere keer dat je het leest en bekijkt, omdat niets is zoals het lijkt. Waarschijnlijk.

Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

Fabels van Jean de La Fontaine

FabelsFabels by Jean de La Fontaine
My rating: 5 of 5 stars

Jean de La Fontaine, geboren in 1621, staat bekend als verzamelaar en naverteller van fabels, maar was daarnaast ook dichter, verteller, brievenschrijver, essayist, vertaler uit het latijn en opera- en komedieschrijver, zo valt in het nawoord van Fabels te lezen. Waarschijnlijk het meest bekend zijn de fabels van Aesopus, de Griekse slaaf van 600 v Chr. en in mindere mate die van Phaedrus, Romeins dichter en slaaf uit de eerste eeuw na Chr.. Minder bekend is dat La Fontaine ook gebruikmaakte van dierenverhalen uit onder andere het Midden-Oosten en India.

Marietje d'Hane-Scheltema heeft ongeveer een kwart van de door La Fontaine verzamelde fabels opnieuw vertaald, die Floris Tilanus met zijn kenmerkende pentekeningen voorzien heeft van schitterende initialen, zoals de D van de eerste zin van De zon en de kikkers. De koning trouwt en het volk viert feest met uitzondering van Aesopus, die de feestvierders waarschuwt door ze het verhaal van de kikkers en de zon te vertellen:

01%20D%20fabels.gife zon was eens van plan om te gaan trouwen,
maar ogenblikkelijk klonk er een groot,
heel groot protest uit elke kikkersloot,
een luid gekwaak: “Wat moet er van ons worden
als hij een groot gezin met zonnen maakt?
Eén zon is vaak al niet om uit te houden,straks staat daar hemelhoog een half dozijn
te schijnen! Dan valt elke waterplas
volkomen droog, iedere zee of sloot,
ieder moeras! Dan zal ons kikkervolk
voor eens en al verdwijnen in de Styx,
de doodsrivier...”  


Om te eindigen met toe te geven dat een kikker natuurlijk een simpel dier is, maar dat dit niet zo'n dwaze gedachte is. Marietje d'Hane-Scheltema heeft, zoals aan bovenstaande tekst te zien is, de fabels in vlot, eigentijds Nederlands vertaald waarbij opvalt dat ze niet alleen fijn lezen, maar vooral ook 'lekker' klinken als ze hardop worden naverteld of voorgelezen. Bij sommige fabels zijn achterin aantekeningen te lezen die wat meer over de achtergrond vertellen, het commentaar van La Fontaine op de fabel weergeven of de gebruikte symboliek uitleggen. De aantekening bij de tiende fabel, Het kalf, de Geit, het Schaap en de Leeuw, legt bijvoorbeeld uit waarom Aesopus en Phaedrus van dieren gebruikmaakten om de mens met al zijn fouten en onhebbelijkheden weer te geven. Soms, zoals in het geval van de Twee geiten, wordt de vertaling toegelicht en uitgelegd waarom een bepaald woord gekozen is.

Om dit bijzondere fabelboek, dat er toch al, van binnen én van buiten, buitengewoon fraai uitziet nog begeerlijker te maken, heeft Floris Tilanus zich een vijftal keren uitgeleefd in tekeningen. Elk van die pentekeningen neemt twee tegenover elkaar liggende pagina's in beslag, en horen bij de fabel die op de pagina ervoor is opgenomen.

02%20Fragment%20fabels.gif

Deze Fabels van La Fontaine heeft één 'minpunt': niet al het werk van La Fontaine is erin opgenomen! Slechts 104  van de 240 zijn opgenomen, waaronder het overbekende verhaal van De Krekel en de Mier. Zij nemen samen de opening voor hun rekening, terwijl De Gek en de Filosoof het op een geweldige en passende manier afsluiten.

03%20E%20fabels.gifen gek zag ooit op straat een filosoof
en gooide steentjes naar zijn hoofd.  
De ander, niet gekwetst, draaide zich om
en zei: 'Mijn vriend, je doet je best  
en gooit heel goed, je hebt een fooi verdiend'
en schoof een geldstuk in zijn hand.  

De gek, heel blij, zag aan de overkant
nog iemand, nu geen filosoof,  
en gooide weer met steentjes naar zijn hoofd.
Straks word ik rijk... 
Maar die persoon  
betaalde met een ander loon.

Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

zondag 1 oktober 2017

Broken river van J. Robert Lennon

Broken RiverBroken River by J. Robert Lennon
My rating: 4 of 5 stars

Jonathem Lethem, schrijver en criticus van The New York Times schreef in een recensie over Broken river: “It’s a tense, surprising thriller, with perverse overtones of the Coen brothers variety, but containing an enigmatic narrative device, a kind of ‘haunting of the point-of-view’ – one which proves, as ever, that the novel can do things nothing but the novel can do.”

In één zin somt Lethem alle kenmerken op die dit boek zo verrassend en boeiend maken, en ja, Broken river lijkt bij tijd en wijle inderdaad op een nieuwe film van de Coen brothers. Met name op de momenten dat Louis en Joe in het script voorkomen. Louis is de arme sloeber die tegen wil en dank boef is, terwijl Joe de kwaadaardige bullebak is die niets zonder geweld kan oplossen en over geen enkel greintje empathie beschikt. Dé hoofdpersoon van het boek is echter het iets, die spookachtige aanwezigheid, die 'enigmatic narrative device' zoals Lethem het omschrijft. Het ontstaat in de keuken op het moment dat vroeg in de ochtend, rond de klok van één, het huis wordt verlaten: drie mensen - een man, vrouw en hun kind - haasten zich de deur uit, maar de haast is tevergeefs zoals snel blijkt. Wat er gebeurt, wordt op neutrale, emotieloze toon doorverteld door iets dat aarzelend ontstaat en zich voorzichtig door het nog onbekende huis beweegt:
If an observer in het house were to climb the stairs that lead up from the kitchen, he or she would reach a narrow hallway interrupted by three doorways. [...] It is even possible to see them now, from the child's room: if an observer here were to turn off the overhead light and move tot the open window, he or she could make out the family standing around a station wagon parked at an awkward angle on a weedy gravel drive.
En die 'he or she' vertelt vervolgens wat zich buiten afspeelt, maar helemaal duidelijk wordt het niet, daarvoor is het te donker. Plezierig is het in geen geval, dát maken de geluiden wel duidelijk. De man en de vrouw worden nooit meer gevonden, maar het kind overleeft de gebeurtenissen doordat het zich verstopt. Eerst buiten, en even later, als iedereen verdwenen lijkt, brengt ze de nacht door in het huis dat ze de volgende ochtend weer verlaat om nooit meer terug te keren.
Jaren gaan voorbij. Jaren waarin er niet veel gebeurt en waarvan de observer op een 'fast forward' wijze verslag doet. En dan, eindelijk, wordt het huis in het buitengebied van Broken river - waarvan niet alleen de rivier 'broken' is - gekocht door Karl, een beeldend kunstenaar die er samen met zijn vrouw Eleanor en dochter Irina gaat wonen. Dat er in het verleden een dubbele moord is gepleegd, op hun terrein weten ze. Zowel Eleanor als Irina trachten, met de online hulp van anderen om de moord alsnog op te lossen en tegelijkertijd te achterhalen waar de dochter van het vermoorde stel is gebleven. Als Irina haar denkt te hebben gevonden en dat bekend maakt, zet ze meer in gang dan haar lief is.

Karl, Irina, Eleanor, Louis en één keer de al dan niet teruggevonden dochter Sam, vertellen afgewisseld met de observer – die na verloop van tijd meer bewegingsvrijheid en een hoofdletter krijgt – wat zij meemaken en wat er in hun verleden gebeurd is. Stukje bij beetje wordt duidelijk wat zich bij het huis heeft afgespeeld al die jaren geleden, terwijl tegelijkertijd de gebeurtenissen in het heden almaar gevaarlijker worden om uiteindelijk Coen-brothersachtig te escaleren: genadeloos, gewelddadig en bloederig. Dit zou het perfecte einde van een origineel verteld verhaal zijn geweest, ware het niet dat de Observer nog nieuwsgierig is naar het wel en wee van een aantal randfiguren, terwijl de rest van de personages en zijn lezers – geheel terecht – klaar zijn met het verhaal.

Gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

maandag 28 augustus 2017

Ik, moordenaar van Antonio Altarriba en Keko

Ik, moordenaarIk, moordenaar by Antonio Altarriba
My rating: 4 of 5 stars

Niet een boek om vrolijk van te worden, met een tamelijk nare hoofdpersoon. Beide is al vanaf de eerste pagina duidelijk, zoals hieronder te zien is.


En ja, het is die man in die lange jas, die man die op het derde plaatje van het boek een toevallige passant van het leven beroofd, wiens metgezel je bent gedurende bijna 140 zwart(gallig)e bladzijden.

Enrique Rodríguez Ramírez is zijn naam en hij doceert kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Baskenland. Hij vindt zichzelf een kunstenaar en in zekere zin heeft hij gelijk. Hij leidt een studiegroep die ‘Lichamelijk geweld in de westerse schilderskunst’ onderzoekt aan de hand van het werk van Bruegel, Grünewald, Goya, Rops, Dix, Grosz, Ensor, Munch en Bacon. Maar waar deze schilders zich beperkten tot het doek en de verf, gebruikt Ramirez de wereld om zijn werk in aan te brengen, zoals hierboven te zien is. Met als resultaat....


Hij gaat uitermate zorgvuldig te werk en zorgt ervoor dat het kunst om de kunst is en blijft. Zijn slachtoffers/modellen hebben geen connecties met hem, hij wordt niet beter van hun dood, hij voorkomt op alle mogelijke wijzen dat zijn aanwezigheid op de plaats delict gedetecteerd kan worden door zo weinig mogelijk sporen nat te laten. Maar ondanks zijn zorgvuldigheid komt hij in de problemen...

Ik, moordenaar vertelt het verhaal in zwart en wit, met bloedrode uitzonderingen die daardoor natuurlijk extra in het oog springen. Een fascinerend naar verhaal, vol nare personages en naargeestige kunst en kunstenaars dat het beste op 31 oktober gelezen kan worden...

View all my reviews

zondag 6 augustus 2017

Feyenoord van Willem Vissers en Bart Vlietstra

Feyenoord: De eerste van de eeuwFeyenoord: De eerste van de eeuw by Willem Vissers
My rating: 4 of 5 stars

Willem Vissers is geen Feyenoordsupporter, maar onafhankelijk journalist, zo zegt hij in een interview, maar hij houdt wel van volksclubs en de wijze waarop de aanhangers van zulke clubs door het vuur lijken te willen gaan voor hun club. En tegelijkertijd vindt hij die overgave soms wat griezelig. Dat laatste weerhield hem er echter niet van om in maart 2017 enthousiast in te gaan op het voorstel van zijn collega bij de Volkskrant, Bart Vlietstra, om 'een boekje te maken over Feyenoord'. Maar... het boekje zou alleen worden uitgebracht als Feyenoord kampioen zou worden. Het werd dus best spannend voor beide heren, toen Feyenoord besloot om het op de aller-, allerlaatste wedstrijd van het seizoen aan te laten komen...

'Het boekje' staat vol met verhalen over spelers van de huidige selectie, door en met spelers van voorheen, bekende en minder bekende supporters en allerlei andere mensen die - volgens Vissers en Vlietstra - iets zinnigs over Feyenoord en dit kampioenschap zeggen. Dat levert prachtige stukken op, zoals het stuk van Eljero Elia (die zijn naam te danken heeft aan de zanger Al Jarreau) maar het levert daarnaast regelmatig een paar bladzijden nietszeggend geneuzel op. Zoals bijvoorbeeld van Leonardo, een mislukte ex-voetballer van Feyenoord, of het interviewtje met Louis van Gaal. Op de vraag of het toeval was dat hij veel Feyenoorders en voormalige Feyenoorders gebruikte tijdens het WK in Brazilië, antwoordde Van Gaal:
Ik heb altijd gekozen voor het totale mens-principe waarin de kwaliteit van de speler en het systeem waarin ik wilde spelen, de belangrijkste rollen opeisten. Dus het is toeval. 
Nietszeggend, voorspelbaar en twee pagina's aan ruimte innemend die beter aan een ander onderwerp of andere persoon hadden kunnen worden gewijd. Nee, dan het verhaal van Henk Fraser, voormalig speler van Feyenoord en de huidige trainer van Vitesse, over Botteghin. Dat is een fijn stuk om te lezen. Fraser vertelt wat over vroeger, trekt parallellen met en somt verschillen op tussen de verdedigers van toen en nu. Hij doet dat oa via de wedstrijd PSV-Feyenoord waar Botteghin een hoofdrol in speelde:
Maar onder de droge krullenbol is direct na het doelpunt alweer die aparte mimiek zichtbaar; mond open, angstige blik onder ietwat hangende oogleden. 'Hij heeft een hoofd voor een schilderij', zegt Fraser ineens. 'Wolf en ik hadden een moordenaarskop, zeiden ze. Nou, hij niet'.
Lachend: 'Maar dat zijn vaak de ergste.'
De omgekeerde Mourinho is een ode aan de trainer, Giovanni Christiaan van Bronckhorst, waarin een klein detail opvalt wanneer aandacht wordt besteed aan de hardheid van de altijd zo aimabele van Bronckhorst: hij is het geweest die Feyenoordtalent Boëtius de deur wees. Even verderop roemt El Ahmadi, de oogstrelend harde dirigent van het middenveld van Feyenoord, in 'zijn hoofdstuk' Sofyan Amrabat van - toen nog - Utrecht als voorbeeld van een Marokkaanse speler met een sterke mentaliteit in een ander lezenswaardig stuk.
Het is natuurlijk toeval maar zo maken Vissers en Vlietstra ongewild en ongedacht regelmatig bruggetjes naar het komende seizoen dat afgelopen zaterdag (5 augustus 2017) geopend werd met de wedstrijd om de Johan Cruijff schaal. Met Boëtius, met Amrabat, met El Ahmadi en Botteghin als spelers, Gio en Fraser als trainers, maar zonder Elia. En zonder de door El Ahmadi geroemde Dirk Kuyt, maar met Jan-Scharie waar, net als over Varkenoord net zo fijn stuk over is te vinden in Feyenoord, de eerste van de eeuw.

Het is te hopen dat Willem Vissers en Bart Vlietstra, als ze volgend jaar Feyenoord, de tweede van de eeuw uitbrengen, die korte, loze intermezzo's weglaten en uitsluitend die heerlijke lange(re) verhalen de ruimte gunnen. Het eerste hoofdstuk kan ieder geval alvast geschreven worden: Brad Jones, de keeper die Feyenoord de Johan Cruijff schaal bezorgde. De eerste van de eeuw.

Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

zaterdag 22 juli 2017

Het verslag van Brodeck 1/2 De Anderer van Manu Larcenet

De Anderer (Het verslag van Brodeck, #1)De Anderer by Manu Larcenet
My rating: 5 of 5 stars

Een boekverfilming loopt vaak uit op een teleurstelling omdat er bijvoorbeeld te veel van het verhaal is weggelaten of omdat de personages anders zijn - uiterlijk én in lichaamstaal - dan je je had voorgesteld. Dat gevaar loop je ook met een verstripte versie van een boek. Maar Manu Larcenet durfde het toch aan om Het verslag van Brodeck van Philippe Claudel, gepubliceerd in 2007, opnieuw te vertellen. Op zijn eigen manier, want Larcenet pakt het anders aan dan Dick Matena bij onder andere De avonden van Gerard Reve of Kaas van Willem Elsschot en andere (inter)nationale klassiekers. Larcenet neemt de tekst niet integraal over en maakt daar tekeningen bij, nee, Larcenet maakt zijn Verslag van Brodeck, en dat begint zo:



Een man, Brodeck zoals later zal blijken en de lezer van het oorspronkelijke Verslag zal vermoeden, loopt door het bos en bereikt uiteindelijk een herberg waar zich een massa mannen heeft verzameld. Dat daar, in die herberg, niets vrolijks valt te verwachten wordt al vanaf de eerste pagina aangekondigd in tekeningen die uit zwart gesneden lijken te zijn. Het is somber, de mens is nietig, en die zwarte kat voorspelt niets goeds.

Claudel vertelt wat er gebeurt als Brodeck binnenkomt als volgt: 'Toen ik de herberg binnenkwam, waren bijna alle mannen van het dorp er; ze hadden zulke donkere blikken en stonden er zo roerloos bij dat ik meteen begreep wat er gebeurd was. Orschwir deed de deur achter me dicht; toen liep hij op me af. Hij trilde een beetje. Hij boorde zijn grote blauwe ogen in de mijne alsof hij me voor het eerst zag. Mijn maag begon zo tekeer te gaan dat ik dacht dat mijn hart zou verzwelgen; toen keek ik naar het plafond, alsof ik er dwars doorheen probeerde te kijken om de kamer van de Anderer te zien, en ook de Anderer zelf, met zijn bakkebaarden, zijn dunne snorretje, de schaarse krullen die vanaf zijn slapen omhoog wezen en zijn vollemaansgezicht als van een dik ongehoorzaam kind; heel slapjes vroeg ik: 'Jullie hebben hem toch niet...?'

En Larcenet laat zien wat er gebeurt als Brodeck binnenkomt:



Met zulke tekeningen heb je - inderdaad - geen woorden nodig. De dreiging is tastbaar en donker: met de Anderer is het niet goed afgelopen. Dat blijkt woordenloos uit alles.

Brodeck wordt gevraagd om feitelijk, zonder iets weg te laten of te veranderen, de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden en die hebben geleid tot de dood van de Anderer, op te schrijven, zodat 'degene die het leest ons begrijpt en vergeeft'. Hij, Brodeck, zelf een nieuwkomer in dit dorp, stemt na enige tegenwerpingen toe. En dan volgt in flashbacks niet alleen het verhaal van de Anderer die drie maanden geleden zijn intrek in deze herberg heeft genomen, maar wordt tevens onder meer duidelijk wat Brodeck allemaal heeft meegemaakt, omdat hij naast de feitelijke versie voor de dorpsbewoners zijn eigen versie van de gebeurtenissen opschrijft. En die laatste versie beperkt zich niet tot de afgelopen drie maanden. Niet alles wordt echter uit de doeken gedaan, want er is voor gekozen om Larcenets versie van Het verslag van Brodeck in twee delen uit te brengen. Dit deel, dat de titel De Anderer heeft gekregen, laat zien wat de komst van de Anderer aanricht in het dorp, zonder dat de Anderer veel in beeld of aan het woord is. Deel 2, met als titel Het onzegbare, verschijnt binnenkort: 6 september 2017.

Niet alleen heeft Larcenet het inktzwarte verhaal prachtig weergegeven in indrukwekkende, inktzwartwitte tekeningen, maar ze komen schitterend tot hun recht op de halve pagina’s van oblongformaat. Deze Het verslag van Brodeck zal absoluut iedereen weten te bekoren, inclusief degenen die het verhaal al kennen, omdat de tekeningen subliem zijn en het verhaal - na tien jaar - niets van zijn kracht of actualiteit heeft verloren.


Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

zondag 2 juli 2017

Van Kuip naar Coolsingel van Robert van Brandwijk en Steven van der Hoeven

Van Kuip naar CoolsingelVan Kuip naar Coolsingel by Robert van Brandwijk
My rating: 5 of 5 stars


Eenmaal binnen, hoog op de eerste ring, kregen Feyenoord en De Kuip me definitief in hun greep. Het was niet eens de wedstrijd (12-2) die me trof, maar meer nog de combinatie met de grootheid van zo'n gebouw met 55.000 mensen erin. Badend in het licht, een podium met elf helden [...] een kuip waarin het geluid aanzwelt en blijft hangen, verzamelplaats voor mensen met een grote liefde die hen bindt: Feyenoord. Het werd de avond van mijn leven.

Dat klinkt nogal melodramatisch, nietwaar? Toch beschrijft Robert van Brandwijk hier precies wat vele anderen is overkomen en nog steeds overkomt. Eenmaal binnen en onderdeel van het Legioen, raken de meesten voor het leven besmet met het Feyenoordvirus. Bovendien is dit de laatste wedstrijd dat Van Brandwijks vader Feyenoord kon aanmoedigen in de Kuip, want de vergevorderde (en voor zijn kinderen verborgen gehouden) alvleesklierkanker maakte het hem daarna onmogelijk om nog een keer het stadion te bezoeken. Van Brandwijk is ervan overtuigd dat zijn vader hem en zijn zus, daar en toen, officieel tot lid van het Legioen heeft benoemd door op het voorterrein van de Kuip een staf in de vorm van een roodwitte vlag op een stokje en scepter in de vorm van een scheepstoeter aan te schaffen.

Ook Steven van der Hoeven heeft een verhaal over zijn eerste bezoek aan De Kuip. Samen met zijn voetbaltrainer die "jongens van mijn voetbalvereniging op trainingen van Feyenoord trakteerde" bezocht hij op 22 mei 1993 Feyenoord - Willem II. Het was de wedstrijd waarbij Mike Obiku zijn handen openhaalde aan het hek, nadat hij daar juichend in geklommen was. Over de voetbaltrainer die hem deze wedstrijd schonk schreef Van der Hoeven een boek, Je ogen verraden je, dat in 2011 verscheen. Dat boek verscheen nadat hij had moeten besluiten om even geen aandacht meer aan Feyenoord te besteden, omdat niet alleen Feyenoord in de periode na het winnen van de UEFA Cup langzaam afgleed. Van der Hoeven gleed mee af: "Mijn leven met Feyenoord stopte voordat mijn leven met Feyenoord mij zou stoppen." In 2007 keert hij terug naar de Kuip, ditmaal met zijn vader en een jaar later verschijnt zijn eerste wedstrijdverslag op Feyenoord.nl.

Van Brandwijk en Van der Hoeven leveren in Van Kuip naar Coolsingel geen journalistiek verslag van de resterende wedstrijden van Feyenoord in het seizoen 2016-2017, waarbij begonnen wordt met Feyenoord - PSV (waar geen voetballiefhebber ooit nog het tweede doelpunt van Feyenoord zal vergeten!). De wedstrijden vormen de achtergrond of zijn aanleiding voor de verhalen van voorheen en nu, van en over supporters, grote spelers van weleer, familie en vrienden. Het zijn warme, ontroerende en hilarische verhalen waarvan elke Feyenoorder zal genieten omdat zij zich er in zullen herkennen. Zoals op 19 maart 2017 als Steven en zijn neef Thomas in de bioscoop kijken naar SC Heerenveen - Feyenoord en het volgende wordt uitgewisseld tijdens de eerste helft:

'Na Go Ahead Eagles lag ik ook wakker, zegt hij [Thomas]. 'Die stonden zelfs laatste. Ik probeer dat te begrijpen. Snap jij het? Ikke niet.' Ik ook niet. Wat ik wel begrijp, is dat Thomas na Sparta-uit had gehuild. Zelf had ik de frustratie proberen te onderdrukken met Manchester by the sea  in Lantaren Venster, maar in die film ging er ook van alles stuk.

Dat begrijpt iedere Feyenoorder. Geen verdere uitleg nodig.

In het Algemeen Dagblad van zaterdag 1 juli 2017 zegt Giovanni van Bronckhorst in een interview: "[...] maar ik heb in Spanje ook lekker een paar weken rustig aan gedaan hoor. Ik heb al die kampioensboeken eens rustig zitten doorbladeren. Dat was mooi, maar maandag gaan we het afgelopen seizoen parkeren.’’
Van Kuip naar Coolsingel zat vast en zeker bij die kampioensboeken. Het fijne van supporter zijn, is dat wij het afgelopen seizoen niet zo snel hoeven te parkeren, maar gewoon door kunnen gaan met genieten dankzij dit boek vol kleurrijke, hartverwarmende verhalen over mensen met een roodwit hart.

Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

zaterdag 1 juli 2017

Transmetropolitan

Het was 7 maart 2016 en in de Britse The Guardian stond een stuk over een strip: Transmetropolitan: the 90s comic that's bang up-to-date on Donald Trump, met daaronder: de serie van Warren Ellis is 20 jaar oud, speelt zich 200 in de toekomst af – en vertelt je alles over de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016. Hoe kan dat dan? Een strip van twintig jaar terug, die 'bang up-to-date' de opkomst en, zo blijkt later, de verkiezingswinst van Donald Trump voorspelt?

Transmetropolitan is een stripserie geschreven door Warren Ellis en getekend door Darick Robertson. De serie is uitgebracht door Vertigo, een in 1993 opgerichte imprint van DC Comics. Vertigo brengt stip(serie)s uit die zich vooral richten de oudere jongeren en volwassen lezers en daarom staat op elke cover "Suggested for mature readers" te lezen. De strips die door Vertigo worden uitgebracht schuwen onderwerpen als (gedetailleerd afgebeeld) geweld, drank- en drugsgebruik, seks, e.d. geenszins. Integendeel. Naast Transmetropolitan zijn onder andere V for Vendetta, Hellblazer, Preacher, The Books of Magic, Sandman, 100 Bullets, Doom Patro, Swamp Thing, Y: The last man en Lucifer door Vertigo uitgegeven.
Het feit dat Transmetropolitan door Vertigo en niet door DC Comics is uitgegeven, maakt al duidelijk dat het verhaal waarin Spider Jerusalem, journalist extraordinair, vertelt over en ronddwaalt in zijn wereld niet geschikt is voor jeugdige lezers.

Spider Jerusalem, journalist extraordinair, gepokt, gemazeld en kapot gemaakt door het leven in The City en zijn inmiddels ingevroren vrouw, wordt gedwongen om van zijn toevluchtsoord hoog op een berg af te dalen en terug te keren naar de stad en zijn werk. Het is verkiezingstijd en het is hard tegen hard. The Beast is de zittende president, een bonk van een vent die zijn bijnaam waardig is: hij is een afschuwelijke bully, is zeer autoritair - iets dat overigens door zijn volgers zeer op prijs wordt gesteld - en is een misogynist. Kortom, hij vertegenwoordigt zoals The Guardian het zo mooi verwoordt: "the very worst aspects of modern political life – and embodies all the horrifying ignorance visible in Donald Trump."

Zijn tegenstrever is Callahan, bijgenaamd The Smiler, die ogenblikkelijk doet denken aan Tony Blair en daar waarschijnlijk op gebaseerd is. The Smiler is de man die vriendelijk lijkt, het beste met je voor lijkt te hebben, maar ondertussen het 'gewone volk' een poot uitdraait ten faveure van rijke mensen en grote bedrijven. Maar maak van Callahan een vrouw en deze afbeelding die een jaar geleden in een discussie op Reddit verscheen onder de titel "I saw a similarity to Transmetropolitan..." is niet zo vergezocht.


Transmetropolitan houdt zich echter niet zestig afleveringen lang uitsluitend bezig met deze verkiezing; meestentijds speelt dat op de achtergrond en pas vlak voor en tijdens de verkiezingen kan Spider er niet meer omheen en moet hij er wel exclusief aandacht aan besteden. Tot die tijd, maar ook daarna, laat Spider zien wat er allemaal gebeurt in The City, brengt misstanden en misdaden aan het licht, waardoor hij zowaar uitgroeit tot een held van het volk. Zeer tot zijn chagrijn, want daar zit hij niet op te wachten. Toegegeven een beter appartement, wat meer geld om aan drugs en drank uit geven is bijzonder prettig, maar het werk en vooral de plek waar hij het werk moet doen, The City, haat hij vol liefde. Of heeft hij vol haat lief, het is maar net hoe zijn bril staat.


Wat Spider vooral laat zien, is dat het niet de politici zijn die het leven tot een hel maken, maar dat het het volk zelf is. Het interesseert niemand ook maar iets wat een ander aangedaan wordt, of wie er aan het roer van The City staat, zolang ze zichzelf maar kunnen vermaken met drugs, drank, of andere geestverruimende maatregelen, en eindeloos op de bank naar de tv kunnen staren of zich verdrinken in een of andere sekte. Spider doet er net zo hard aan mee, maar ontkomt er niet aan, hoezeer hij zijn best ook doet, om zich zo nu en dan druk te maken over misstanden.

De parallellen met de huidige tijd zijn overduidelijk, en Transmetropolitan verdient alleen al daarom een plekje naast 1984 van George Orwell, Brave New World van Aldous Huxley en The handmaid's tale van Margaret Atwood. Wat Transmetropolitan onderscheidt van deze boeken is de gedetailleerde kleurrijke wijze waarop The waanzinnige City verbeeld wordt. In felle kleuren slaat het leven, de dood, een enkele keer de schoonheid, maar vooral het lijden en de algehele misère je in je gezicht. Warren Ellis mag dan een scherpe pen hanteren, Darick Robertsons penseel doet daar niets voor onder. Leest, kijkt, huivert en wordt (of blijf) wakker!

Transmetropolitan bestaat uit zestig strips, die ook te verkrijgen zijn in deze tien delen:
  1. Back on the Street (#1-6)
  2. Lust for Life (#7-12)
  3. Year of the Bastard (#13-18)
  4. The New Scum (#19-24)
  5. Lonely City (#25-30)
  6. Gouge Away (#31-36)
  7. Spider's Thrash (#37-42)
  8. Dirge (#43-48)
  9. The Cure (#49-54)
  10. One More Time (#55-60)

maandag 5 juni 2017

Ik bid de liefde hertaald door Elvis Peeters

Ik bid de liefdeIk bid de liefde by Hendric van Veldeke
My rating: 4 of 5 stars







XIII
Man seit al vür wâr
nu manic jâr,
diu wîp hazzen grâwez har.
daz ist mir swâr
      Und ist ir misseprîs,
     diu lieber habet ir amîs
     tump danne wîs.


Diu mê noch diu min,
daz ich grâ bin,
ich hazze an wîben kranken sin,
daz niuwez zin
     Nement vür altez golt.
     si jehent, si sîn den jungen holt
     durch ungedolt.
Hendrik van Veldeke, ook wel 'bekend' als Henric van Veldeke(n) of  Heynric van Veldeke(n) of Heinrich von Veldeke, geboren in - hoe kan het ook anders - Veldeke ergens halverwege de 12de eeuw, schreef vele liederen. Hij is de eerste schrijver van de Lage Landen waarvan we weten wat hij allemaal geschreven heeft of zoals het op de binnenflap staat: "Zoals de Grieken Homerus hebben en de Italianen Dante, zo hebben wij in de Lage Landen Veldeke. Hadewijch, Vondel en Bredero mogen dan oud en groot zijn, Veldeke is de eerste. Verder teruggaan is niet mogelijk."
Zijn liederen, of minnedichten, lijken echter in een vreemde taal geschreven te zijn en zijn daarom lastig te ontcijferen. Dat is jammer, want zoals door Frank Willaert in het nawoord wordt uitgelegd, hebben we hier met een bijzondere dichter te maken. Eentje die op het oog en bij eerste lezing perfect past in de hoofse traditie van die tijd, maar die bij nader inzien regelmatig de spot lijkt te drijven met die traditie. Neem bovenstaand gedicht, dat door Elvis Peeters als volgt is 'hertaald':
XIII

Men houdt voor waar
al menig jaar:
vrouwen haten grijzend haar.
Dat valt mij zwaar.
     En zij, ze toont zich min
     die vriendjes kiest die in en in
     dom zijn en niet slim.

Daarom, ik word al meer of min
voor grijs aanzien.
Ik haat de vrouwen in die zin
dat ze nieuw tin
     kiezen voor oud goud.
     Zo blijkt: jeugd is wat hen bezighoudt,
     hun lust is boud.
Hoe modern kan een 12de eeuwse dichter zijn? Veldeke blijkt niet alleen over een scherpe blik en pen te beschikken, hij laat ook regelmatig zien over humor te beschikken, zoals uit het achtentwintigste minnedichtje blijkt.
Ir stüende baz, daz sî mich trôste,
     danne ich durch sî gelige tôt,
wan sî mich wilent ê getrôste
     ûz maniger angestlîcher nôt.
         Als sîz gebiutet, ich bin ir tôte,
         wan jedoch sô stirbe ich nôte.

Mij troosten zou haar beter passen,
     dan dat ze mij de dood in jaagt,
want vroeger was zij opgewassen
     tegen zoveel leed dat aan mij knaagt.
         Toch, als zij het vraagt, sterf ik vandaa.
         Maar niettemin, ik sterf niet graag.
Peeters vertaalt de gedichten van Veldeke zo goed, dat het lijkt alsof Veldeke een hedendaagse dichter is die de spot drijft met de dichters van weleer die zo leden aan de hoofse liefde. Veldeke houdt van de natuur, van lijven, vrouwen, liefde, genieten en lachen, kortom van het leven en Peeters geeft ons die levenslust inclusief knipogen met liefde door.
Wie in de liefde zo is opgevoed
     dat hij de liefde dienen kan,
en voor de liefde moeite doet,
     hij is echt een zalig man!
Van liefde komt altijd iets goeds,
de liefde geeft een rein gemoed,
     wat zou ik zonder liefde dan?


Ik bemin haar, al krijg ik geen dank,
     ik weet, haar liefde is pompklaar.
Gaat mijn liefde, denk je, mank,
     dan is elke liefde de sigaar.
Ik zeg haar voor mijn liefde dank,
haar liefde geeft mijn lied zijn klank.
     Dom is hij die meent: dat is niet waar.
Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

zondag 28 mei 2017

Oomen stroomt over van Francien Oomen

Oomen stroomt overOomen stroomt over by Francine Oomen
My rating: 5 of 5 stars

Veel duidelijker kan het niet worden gezegd en getoond: de overgang, compleet met breinblubber, slaat toe als een sluipmoordenaar, en steelt beetje bij beetje je energie, je goede humeur, je zelfvertrouwen en je ideeën. 'Midden in een vurig betoog had ik opeens totaal geen idee meer waar ik naar toe wilde... TOTAL BLACK OUT!', vertelt Francine Oomen. Dat is niet alleen vervelend, dat is - inderdaad - HEEL ENG.

Stel je voor dat je een schrijfster en illustratrice bent die gewend is altijd over te bubbelen van ideeën en op een dag....

Oomen02.jpg

Zonder enige aanleiding ben je niet meer wie je was en kun je niet meer wat je altijd kon. Weg. Leeg. Nee, blubber!. Blubber in je hoofd en dus paniek, stress. Dit is precies wat Oomen overkomt en wat honderdduizenden mensen in Nederland overkomt: de overgang sluipt haar leven binnen. Gelukkig hoort zij bij de 80% procent die (wel) last heeft van zo'n beetje alles wat die overgang met zich meebrengt, zodat wij allemaal kunnen meegenieten van wat er zoal gebeurt. Genieten is misschien niet het meest voor de hand liggende woord om te gebruiken, maar Oomen maakt van elke pagina waarop ze laat zien welke vervelende gevolgen de (onbekendheid met) de overgang voor haar en haar leven heeft, een klein feestje.

Maar het blijft niet bij het weergeven van wat haar overkomt, want ze gaat ook op zoek naar wat de overgang nou precies is, wie het 'treft', welke lichamelijke en geestelijke verschijnselen op kunnen treden en wat er - eventueel - aan gedaan kan worden om die (wat) minder heftig te laten zijn. Net zo grappigernstig en origineel verteld en een deel van het boek dat verplicht leesvoer zou moeten worden voor iedereen onder de veertig. Er is geen betere voorbereiding te bedenken op het bezoek van Tang en haar zusters Knaag en Knak, en dat is hard nodig opdat deze dames minder kans krijgen om je het leven zuur te maken. Halverwege vertelt Oomen uitgebreid over het tegengaan van allerlei overgangsperikelen door middel van hormoonsuppletie en legt vervolgens uit waarom ze er - uiteindelijk - niet voor kiest om die te gebruiken.

Oomen03.jpg

Maar ja, wat dan? Oomen kiest ervoor om het een tijdje rustig aan te doen. Onder het motto 'wat doet een boer met een stuk uitgeput land? Braak leggen', besluit Oomen ook een tijdje braak te gaan liggen. Ze geeft zichzelf de gelegenheid om een tijdje niets te moeten, gaat de confrontatie aan met Tang en maakt kennis met Kloek. Kloek helpt haar én Tang allerlei oude shit op te ruimen, te stoppen met overleven en over te gaan naar ... leven.

Wat Oomen kan doen om de overgangsperikelen te overleven, is natuurlijk niet iedereen gegeven (dat betaalde overgangsverlof is overigens geen slecht idee!), maar desalniettemin zo smakelijk verteld dat Oomen stroomt over blijft boeien. Het boek eindigt met een terecht dankwoord aan Maira Kalman wiens invloed op dit boek onmiskenbaar is, en waardoor Oomen stroomt over geworden is wat het is: een swingend, grappig, ontroerend, kleurrijk, begrijpelijk, lief, boos, maf, kortom heerlijk boek over een daardoor héél wat minder eng geworden levensfase.

Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

All the birds in the sky van Charlie Jane Anders

All the Birds in the SkyAll the Birds in the Sky by Charlie Jane Anders
My rating: 5 of 5 stars

Charlie Jane Anders, de schrijfster van het formidabele en vooral originele All the birds in the sky, is een topwijf. Niet alleen vanwege haar laatste boek, maar ook om wat ze daarvoor allemaal gezegd, geschreven en gedaan heeft: ze heeft sciencefictionverhalen gepubliceerd in/op Tor.com, Strange Horizons en Flurb, en geschreven voor McSweeney's, ZYZZYVA, Salon, The Wall Street Journal, Publishers Weekly, San Francisco Bay Guardian, Mother Jones, en de San Francisco Chronicle. Er zijn verhalen en essays van haar verschenen in Sex For America: Politically Inspired Erotica, The McSweeney's Joke Book of Book Jokes en That's That's Revolting!: Queer Strategies for Resisting Assimilation. Ze heeft evenementen georganiseerd, zoals de 'ballerina pie fight', de Cross-Gender Caravan, en deBookstore en Chocolade Crawl in San Francisco, ze jureerde voor de James Tiptree Jr. Award en voor de Lambda Literary Award, is oprichter van Writers with Drinks, en oprichter en mede-redacteur van de sciencefictionblog io9. Met dat laatste is Anders in 2016 gestopt om zich volledig op het schrijven van boeken te richten. Geen slechte keuze, want al direct schrijft ze een boek waarmee ze de Nebula Award voor Best novel wint. All the birds in the sky is een terechte winnaar, want er zijn de laatste decennia maar weinig boeken verschenen met zulke interessante, levendige personages over wiens avonturen zo smakelijk wordt verteld.

De twee hoofdpersonen zijn op allerlei vlakken elkaars tegenpolen, behalve op het gebied van buitenbeentje zijn. Patricia Delfine groeit op in een gezin waar het niet prettig toeven is, vanwege een bijzonder onplezierige zuster. Patricia ontdekt als jonge tiener dat ze - soms - met dieren kan communiceren. Vanwege de onaangename thuissituatie dwaalt Patricia graag door het bos en tijdens een van de tochten verstoort ze het Parliament of Birds, dat daardoor een eigenaardig verloop kent. Patricia krijgt de opdracht om uit te zoeken wat het antwoord is op deze eigenaardige vraag: "Is a tree red?". Het hoeft niet direct, ze mag er best een tijdje over nadenken, maar ooit, op het juiste moment, moet ze antwoord geven.

Laurence (en waag het niet om zijn naam af te korten!) Armstead vindt wetenschap, en dan met name techniek, geweldig en hij is dan ook altijd bezig om 'gadgets' te maken. Om zich uit allerlei nare situaties te redden, maakt hij bijvoorbeeld een 2-seconden tijdmachine, omdat die paar seonden net genoeg zijn om de ergste pesterijen te kunnen ontlopen.

Als klasgenoten zijn ze een beetje tot elkaar veroordeeld, maar voelen ze zich toch ook sterk met elkaar verbonden. Totdat Laurence getuige is van een gesprek tussen Patricia en een kat. Dat schokt hem tot in het diepst van zijn wetenschappelijke ziel en hij houdt Patricia daarna zoveel mogelijk op afstand. Beiden zijn na verloop van tijd om uiteenlopende, maar toch met elkaar verstrengelde redenen gedwongen om de school te verlaten. Patricia weet Laurence nog, met de hulp van een AI die door Laurence gemaakt en door Patricia opgevoed is, te redden uit een benarde situatie op zijn nieuwe school, maar daarna verliezen ze elkaar uit het oog. Ze volgen vanaf dat moment ieder hun eigen pad met hun eigen doel. Patricia leert haar magische talenten gebruiken om de wereld, en dan vooral de mensen, te redden van de afschuwelijke gevolgen van de opwarming van de aarde, terwijl Laurence zich specialiseert in wormgaten, daarbij geholpen door een steenrijke investeerder die met behulp daarvan de aarde wil verlaten. En dan komen ze elkaar weer tegen... als tegenstanders.

All the birds in the sky is een verhaal vol rafelranden, onvolkomenheden en gaten, maar omdat Anders' personages zo levenslustig, echt, en warm zijn en de gebeurtenissen met zoveel humor, en zo vaardig en met vaart verteld worden, zijn die losse draadjes niet ergerlijk, maar juist heerlijk herkenbaar. Patricia en Laurence leven namelijk, net als wij, in een chaotische, nauwelijks te bevatten wereld vol magie en wetenschap.

Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

zondag 21 mei 2017

The Book of Mirrors van E.O. Chirovici

The Book of MirrorsThe Book of Mirrors by E.O. Chirovici
My rating: 3 of 5 stars

Ergens in januari hoorde ik tijdens het beluisteren van 'een' (Engelstalige) boekenpodcast (ik weet niet meer welke, helaas) een enthousiast verhaal over dit boek. En omdat ik dol ben op verhalen waarin gespeeld wordt met interpretaties, herinneringen, point of views, wat waarheid is (of niet of misschien) en het podcastverhaal erg enthousiast was, besloot ik direct om dit boek te gaan lezen. Ik had het dus al (elektronisch) in huis toen de mogelijkheid zich aanbood om een leesclub met dit boek te coördineren.

Een van de dingen die ik vooraf niet wist, is dat de Roemeense schrijver dit boek (zelf) in het Engels heeft geschreven. Dat is knap, heel knap, maar ik vraag me af of het boek niet veel beter zou zijn geweest als hij het 'gewoon' in zijn moedertaal had geschreven en het dan had laten vertalen. Ik vond het Engels vlak en simpel, en het verhaal - mede daardoor - nogal saai. Overigens kan 'simpel' Engels flonkeren en zeer poëtisch zijn (lees bijvoorbeeld A.S. Byatt, Julian Barnes of de Amerikaanse Ron Rash), omdat elk woord dat er staat precies dat enig juiste woord op die plek is.

Als dan ook nog het psychologische aspect - met name het spelen met herinneringen, waarheden en interpretaties - vooral in de laatste twee delen nogal wat te wensen overlaat, dan mag duidelijk zijn dat The book of mirrors mij teleurstelde. Het is een boek zonder hoogte-, maar ook zonder dieptepunten, en verdient daarom wat mij betreft de kwalificatie "Mwah". Met een hoofdletter M...

(Overgenomen van Hebban.nl;m recensie nav leesclub)

View all my reviews

maandag 8 mei 2017

Niks van Koen Gubbels

NiksNiks by Koen Gubbels
My rating: 2 of 5 stars

Koen Gubbels eersteling is, zoals hijzelf direct corrigeerde in de leesclub, geen thriller in de zin van een jachtige jacht op een seriemoordenaar die een lezer via een overvloed aan "cliff hangers" van bladzijde naar bladzijde meetrekt, omdat je perse wilt weten wie het nu toch is of waarom zhij die moorden pleegt.

Nee, Niks is een verhaal over een man die zijn levenslust aan verdrinken is, letterlijk, en bij toeval geholpen wordt weer vaste grond onder de voeten te krijgen (ja, "pun intended", maar pas begrijpelijk als je het boek gelezen hebt... jammer overigens dat ik de Engelse tekst niet cursief kan schrijven, want dat zou passender zijn geweest). Althans, zo lijkt het. Geheel nuchter en barstensvol energie reist Nik Speelman af naar China. Eenmaal daar aangekomen blijkt de reden voor zijn uitnodiging een geheel andere te zijn, maar daar komt Speelman pas achter als het te laat is.

Het onderwerp van Niks is origineel, maar de snelheid en eenvoud waarmee Nik in de val wordt gelokt, de wijze waarop gebeurtenissen plaatsvinden en vooral de gebeurtenissen zelf zijn te ongeloofwaardig neergezet voor mij. Gubbels slaagt er simpelweg niet in om mij mijn "suspension of disbelieve" op te laten schorten en me mee te voeren in zijn verhaal. Dat wordt mede veroorzaakt door de ergerlijke, clichématige wijze waarop oa vrouwen (en dus mannen) worden weergegeven. Op een gegeven moment heb ik op pagina 103 mijn frustratie daarover letterlijk geuit, omdat ik mijn inmiddels hoog opgelopen ergernis kwijt wilde.

Maar er waren meer dingen die me ergerden, zoals het inconsequente gebruik van schuin geschreven teksten, de - wat mij betreft - vaak ongeloofwaardige dialogen (zoals tussen Sean en zijn vader op de boot) en het verwarrende gebruik van het Engels. Jiang en Fairfax spreken in het Engels met elkaar en met Nik, maar toch blijkt Jiang in staat om De vrolijke wetenschap van Nietzsche te kunnen lezen (in sneltreinvaart zelfs) én te begrijpen.

Kortom teveel ergernissen en een - wat mij betreft - te ongeloofwaardig verhaal.

(Overgenomen van Hebban.nl. Recensie nav leesclub. Hier kan wel schuin geschreven worden maar in recensie op Hebban.nl niet)

View all my reviews

Wat helpt is een wonder van Anne Vegter

Wat helpt is een wonderWat helpt is een wonder by Anne Vegter
My rating: 4 of 5 stars

DADAAB

"We zeggen laten we niet naar school gaan, als je naar school gaat
begin je de wereld te begrijpen, dan breekt de pleuris uit.

We zeggen meisjes zijn duurkoop om toekomst mee te betalen
of is de wereld een markt waar je dochters ruilt voor suiker

We zeggen achter de tenten is een zandweg en de weg is lang
en het zand leidt terug naar de oorlog, waarom zou je gaan.

We zeggen het schieten klinkt in de slaap zo luid als in het
geheugen maar we zijn doof van honger zeggen we en

het tobben zat. Herkent iemand op school de naam Nadifa al,
geboren tussen seizoenen, woede en onschuld, dan breekt

de pleuris maar uit. De meisjes zeggen whatever wij meisjes
zeggen. Onder de zwarte hemel delen we zandlampen uit,

we spellen een handleiding want morgen breken we de tenten af."

Dadaab is een vluchtelingenkamp in Kenia dat veel Somaliërs heeft opgevangen en opvangt. Anne Vegter (1958) schreef bovenstaand gedicht in 2013 ter gelegenheid van Wereldvluchtelingendag. Tot op de dag van vandaag leven enkele honderdduizenden mensen in dit enorme vluchtelingenkamp. Zij zijn Somalië ontvlucht vanwege geweld door terreurgroep Al-Shabaab en de jarenlange droogte. Vier jaar verder en nog steeds staan de tenten daar. Bovendien is het in Kenia nu ook veel te droog en dus grijpt de hongersnood verder om zich heen. Het is een treurig voorbeeld van een gedicht dat veel te lang actueel blijft.

Iets meer dan een jaar later, in 2014, schrijft Anne Vegter het gedicht met de alles zeggende titel MH17, waarin deze ene regel van acht woorden alles samenvat:
voor zulke pijn heb je niet eens een woord.
Anne Vegter heeft niet veel vrolijke aanleidingen gevonden in 2014 om op te reageren, maar gelukkig is 200 jaar koninkrijk wel een vrolijke aanleiding en levert dat het opgewekte, driedelige gedicht DE GRONDWETTEN (een parabel) op, waarin mieren de hoofdrol spelen. Dat klinkt als een Tellegiaans Aesopusiaanse vertelling, maar het is een onvervalste Vegter, zoals uit deze drie regels blijkt:
Piepjonge mieren die kort na geboorte
al wisten wat ze later moesten worden.

Hoe gelukkig kun je zijn?
Vroeg in 2015 is de aanslag op Charlie Hebdo een trieste aanleiding voor een gedicht, net als in november van dat jaar in dezelfde stad. Tussendoor krijgen onder andere de aarbevingschade in Groningen en de vluchtelingencrisis de aandacht. DE OVERKANT wordt in juli gepubliceerd:

"Het begon met grote ontploffingen bij benzinestations i het hele land.
Er werd aan een gecoördineerde actie gedacht.
De grenzen in het noorden, oosten, en zuiden waren gesloten.
Alle verbindingswegen in het midden van het land werden geblokkeerd.
[...]

Bij de grensovergangen in Groningen en Drenthe staan kilometerslange rijen
tot in de provincie, kinderen, tassen, alles gestapeld in en op auto's.
Iedereen wil erdoor, iedereen wordt tegengehouden.
[...]

Gelukszoekers.
Zo worden we genoemd."

Vegter weet 2015 toch opgewekt af te sluiten met een gedicht (vol) weesvragen dat begint met "wat zeggen we liever, ja of nee" en eindigt met "wat nu als god toch bestaat".

Zoals de cartoons in de jaarlijkse Inkspot een scherpgetekende blik op het afgelopen politieke jaar tonen, zo toont Vegter in Wat helpt is een wonder op haar eigen wijze de afgelopen vier jaar. Ze eindigt na een dun 2016 met een checklist Dichter des Vaderlands 2017-2019, waarvan de laatste regel:
De kunst is voor jezelf te staan.
in ieder geval door Vegter zelf afgevinkt kan worden. (check)

Gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

Canciones Federico Garcia Lorca getekend door Tobias Tak

Canciones. Federico García LorcaCanciones. Federico García Lorca by Tobias Tak
My rating: 4 of 5 stars

In een aflevering van het tijdschrift Filter uit 1997 wordt de vertaling van de Canciones van Federico Garcia Lorca besproken: Liedjes heet het boek simpelweg en Bart Vonck is de vertaler. Vonck krijgt een beetje op zijn donder omdat hij de ritmische cadans zou hebben opgeofferd aan de (wel) keurig overgebrachte semantische aspecten van de liedjes. Dat komt misschien, zo wordt verondersteld, omdat Lorca's verzen "qua taalgebruik en compositie eenvoudig aandoen en er dus minder is om de aandacht af te leiden. (Ook al is die eenvoud, zoals Vonck in zijn na­woord terecht opmerkt, bedrieglijk; on­der simpele woordjes als ‘maan,’ ‘sinaas­appel,’ ‘nacht’ en ‘groen’ gaat een we­reld van symboliek schuil, waar tiental­len interpreten zich de laatste halve eeuw het hoofd over gebroken hebben.)"

Tobias Tak is een van die tientallen mensen die zich het hoofd over deze liederen heeft gebroken, maar hij is er op een heel bijzondere manier mee aan de slag gegaan: hij interpreteert én vertaalt vervolgens twintig van de Canciones niet alleen naar het Nederlands maar ook in tekeningen. Zie bijvoorbeeld het eerste lied Preludio/Prelude:



Onderaan de pagina is de originele dichtregel van Lorca afgebeeld en bovenaan de Nederlandse vertaling van Tak, maar wat vooral opvalt zijn de tekeningen die een complete fabelachtige droomwereld tonen gebaseerd op die paar woorden:

De populierenlanen gaan ervandoor,
maar ze laten hun weerspiegeling achter.

Hoe grandioos en overweldigend die wereld van Tak ook is, hij neemt een enkele keer de regels van Lorca erg letterlijk, zoals te zien is aan de achtergelaten weerspiegeling van de verdwenen populieren. Dat ondergraaft de betovering, omdat je direct weer teruggevoerd wordt naar de woorden. De kale woorden, welteverstaan, want het (eigen) beeld is overgenomen door Tak. Gelukkig komt dat niet vaak voor en is het verblijf over het algemeen ongestoord in die betoverende wereld waar woorden en beelden niet van elkaar te onderscheiden zijn.
Eén nadeel van deze kleurige, wervelende Lorcawereld is, misschien, dat het bijna onmogelijk zal blijken te zijn om in het vervolg je eigen verbeelding aan het werk te zetten bij het lezen van (de rest van) de Caciones of ander werk van Lorca.

Zon, wind, zee, bomen, Federico Garcia Lorca, maan, mens- en mensachtigen, krokodillen, griffioens, Tobias Tak zelf en allerlei andere 'vogels' van zeer diverse pluimages bevolken dit boek als levende bewoners van Canciones. Zelfs de dag is een personage. Het mooiste, meest glorieuze gedicht is het afsluitende Lied van de dag die weggaat, dat achttien pagina's lang is. Tak neemt alle ruimte tussen de regels die hij nodig heeft om zijn eigen interpretatie weer te geven in vloeiende, zachte kleuren ondersteunt door de bijna dromerige woorden van Lorca.
Lied van de dag die weggaat

Dag, wat een moeite kost het me
je te laten gaan!
Je gaat weg, vol van mij, je keert terug en je kent me niet.
Oh, wat een moeite kost het me de mogelijke werkelijkheden
van onmogelijke minuten op je borst achter te laten!
Een Perseus vijlt 's avonds jouw
ketenen door, en jij vlucht weg
over de heuvels,
je voeten verwondend.
Mijn vlees noch mijn tranen,
kunnen jou verleiden,
noch de rivieren waar jij
je gouden siësta slaapt.


Van Oost naar West
draag ik jouw ronde licht.
Jouw enorme licht, dat mijn ziel,
in hevige spanning, ondersteunt.
Van Oost naar West
wat een moeite
kost het me
je te dragen met je vogels
en je armen van wind..
Je kunt de Canciones natuurlijk hardop voordragen en zodoende van het ritme van deze vertaling beoordelen, maar dat zou jammer zijn omdat deze versie van de verzen hun magie doorgeven via ogen, neus, en handen, waarbij het omslaan van de bladzijden elk vers van een eigen, uniek ritme voorziet. Lorca zou ervan genoten hebben.

Gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

zondag 15 januari 2017

Eindoordeel Het achtste leven

Op 10 oktober 2016 riep Guido Goedgezelschap: "Yes, ik mag meelezen!" in het café, gevolgd door vele anderen die iets soortgelijks meldden. Het was het 'echte' begin van een uniek leesclubexperiment: een feuilleton, die onofficieel werd afgesloten op 10 januari 2017 door het plaatsen van de recensies van alle deelnemers op Hebban. Het zorgde voor een prachtig gezicht op de homepage:


Vandaag, 15 januari 2017 om 13:06 uur, zijn er 1286 berichten in het café te vinden, terwijl elk deel van het feuilleton een eigen discussiepagina verkreeg waar ook nog eens iedere keer weer rond de 600 reacties  op verschenen. Het voorlopig laatste bericht in het café is de aankondiging van Natalie dat ze er aankomt, want er is een club deelnemers die gisteren (zaterdag 14 januari) bij elkaar is gekomen in Den Haag.

Samenvatting
Het is onbegonnen werk om een fatsoenlijke samenvatting te geven die recht doet aan het enthousiasme van de deelnemers, en dat is dan ook niet wat wij,  Greet, Guy en Ellen, de coördinatoren van deze leesclub hebben gedaan. Wij volstaan met een opsomming van quotes uit de recensies van de deelnemers, omdat we op deze manier in staat zijn iedereen die zo enthousiast heeft meegedaan aan deze unieke leesclub nog eens extra in het zonnetje zetten.
  • Sayonara: Zelfs de meest gruwelijkste gebeurtenissen waren draagbaar om te lezen. Lees dit als je van epische familiedrama houdt en verliefd wilt worden op grootse mooie zinnen.
  • Bianca Rijsdijk:  Het is een boek dat blijft rondzweven in je hoofd, het laat je niet met rust. Even was er de angst van een leegte na het laatste hoofdstuk maar het verhaal is rond. 
  • R.Bakx: Het verhaal over het “ontstaan” van Georgie levert een glimlach op en een wandkleed wordt zeker anders bekeken na het lezen van dit boek. (ps. Wat een prachtige inleiding van je recensie!)
  • Natalie: Leeswaarschuwing : Het boek is niet geschikt om in bed te lezen, het weegt ongeveer 1 kg. [...] Laat je onderdompelen in het verhaal. Het is verslavend net als de chocolade.
  • MissyP:  De familie heeft veel te lijden onder de oorlogen en de onderdrukking van grote broer Rusland. Schrijfster Nino Haratischwili weet je elke keer weer te raken. 
  • Marjolein: Als je mij van te voren had verteld dat ik zo gegrepen zou zijn door een boek over de familiegeschiedenis van een Georgische familie, had ik je niet geloofd.
  • Ann B.: Personages staan er, gebeurtenissen – hoe wreed ze soms ook zijn – blijven hangen en roepen vragen op die je steeds weer verder doen lezen. Daardoor was het ook helemaal geen zware klus om deze kanjer (en die term mag je zowel letterlijk als figuurlijk nemen) met veel plezier uit te lezen. 
  • jan: Wat ik ga onthouden van het verhaa?: Eersen vooral de term "chocolade" :-) en het feit dat een roman die zich over een lange periode afspeelt ook een mooi, afgewerkt en samenhangend boek kan opleveren. 
  • Dina van Langenhof: Meer dan eens bracht Nino Haratischwili me op het puntje van mijn stoel, joeg ze mijn bloeddruk de hoogte in of moest ik haast meehuilen met de personages.
  • Evy De Brabander: De laatste twee hoofdstukken heb ik af en toe een traan moeten wegpinken, daar bouwde de emotionele spanning voor mij naar verschillende hoogtepunten toe.
  • enz.
Het achtste leven (voor Brilka) heeft, niet verrassend gezien de vele lovende quotes hierboven, een leesclubgemiddelde van 4,3 sterren opgeleverd.

Tot slot...

Zoals uit de recensies, de beoordeling en het formidabele aantal reacties blijkt, heeft Het achtste leven (voor Brilka) van Nino Haratischwili veel losgemaakt bij de deelnemers. Maar daar bleef het niet bij: de hoeveelheid en inhoud van de diverse (Hebban)blogs, tweets en berichten op de diverse andere (sociale) media maakten ook duidelijk dat er werd genoten. Al die uitingen op al die verschillende platforms waren voor uitgeverij Atlas Contact aanleiding om de volgende vijftien deelnemers de prachtige, papieren uitvoering van het boek te schenken:

  • Gigi Leestgraag
  • Tea
  • Sansan
  • Nathalie B
  • Francine Herrebaut 
  • Hetty 
  • Gerrianne Vittorioso
  • Silvia
  • Guido Goedgezelschap
  • Wil Veltkamp
  • Cindy de Rijk
  • Aimee van Tienoven
  • Elsofie
  • Leentje Adriaensen
  • Elly van der Meer

Al met al denken wij (Guy, Greet en Ellen) dat dit leesclubfeuilletonexperiment dankzij het fantastische boek van Nino Haratischwili én de meer dan fantastische deelnemers aan de leesclub een zeer geslaagd leesfeest is geworden. Een experiment dat het herhalen waard is!

dinsdag 10 januari 2017

Het achtste leven van Nino Haratischwili

Het achtste leven (voor Brilka)Het achtste leven by Nino Haratischwili
My rating: 3 of 5 stars

Nino Haratischwili, auteur én theaterregisseur, heeft met haar derde - en eerste in het Nederlands vertaalde - roman letterlijk een prestatie van formaat geleverd. Zes generaties worden gevolgd van de Georgische familie Jasji, waarvan de vader van Stasia en Christine de mannelijke 'grondlegger' is. Stasia is een van de dochters uit zijn eerste huwelijk en Christine de dochter uit zijn tweede huwelijk. Daarna worden de levens van Kitty en Kostja, de dochter en zoon van Stasia en Simon Jasji, gevolgd om dan via Elene, dochter van Kostja, Daria en Nitsa, bij de laatste generatie aan te komen: Brilka Jasji, de jonge vrouw uit de titel.

Haratischwili laat Nitsa de levensverhalen van haar familie vertellen door de levens van bovengenoemde familieleden te vertellen:

"En al heb ik het je nooit gezegd: ik zou je zo graag helpen bij het herschrijven van je verhaal, Brilka, zo ongelofelijk graag. Om dat niet alleen te zeggen, maar ook te bewijzen schrijf ik het hier op. Alleen daarom."

Op het moment dat Stasia in 1900 ter wereld komt in Georgië, dat wij nu nog slechts kennen als ex-deelstaat van de Sovjet Unie waar het regelmatig hommeles is, is het leven goed. Maar erg lang duurt dat niet want grote 'broer' Rusland laat ook op dat moment al wel zijn invloed voelen, maar zal dat later - na de Oktoberrevolutie in nog veel sterkere mate doen. Het communisme, maar vooral de wijze waarop de diverse machthebbers - met als grootste engerd de Georgische Stalin - tekeer gaan, zorgt ervoor dat de familie heel wat meemaakt in de jaren die volgen.
De citaten, spreuken en aanhalingen waarmee de diverse paragrafen (hoofdstukken?) beginnen geven telkens een uitstekende indruk van de tijdsgeest. Haratischwili beschrijft op indrukwekkende wijze hoe het Stasia en Simon in St. Petersburg vergaat tijdens de eerste wereldoorlog, en is wederom op haar best als ze Kostja en zijn vriendin Ida volgt in hetzelfde St. Petersburg dat dan Leningrad heet:

"Hij [Kostja]ziet de tuinen van puin en stenen, de architectuur van de geraamten, de patronen van bloed, hij ziet de sculpturen van opengereten gewapend beton en is verbaasd dat niemand behalve hij die aan de dood opgedragen symfonie van verwoesting waarneemt."

Maar 1248 pagina's wel en wee, met de nadruk op wee, is voor iedereen veel. Voor auteur én lezer. Het is onvermijdelijk dat er na verloop van tijd - in ieder geval bij de lezer - 'vermoeidheid' optreedt, vooral omdat er zoveel ellende en zo weinig moois in de diverse levens te genieten is. Het 'magische' of 'magisch-realistische' element, de chocoladedrank die de vader van Stasia 'uitvindt' en waarvan diverse familieleden vermoeden dat als je er van drinkt er weinig goeds meer verwacht kan worden, komt niet echt uit de verf en had net zo goed weggelaten kunnen worden.
Dat Nitsa de verhalen vertelt - ook van de familieleden met wie ze nauwelijks of geen contact heeft (gehad) - en daarbij regelmatig interpretaties geeft van handelingen of lijkt te weten wat de personages denken, bestempelt haar natuurlijk tot de overbekende onbetrouwbare verteller. Dat zíj de vertelster is en dat ze het niet altijd even nauw neemt met 'de waarheid' wordt benadrukt doordat ze regelmatig het verhaal begeleidt van eigen commentaren richting Brilka. Aan de andere kant zijn grote delen van de roman geschreven of het een rechttoe rechtaan historische roman is, maar is er door de vertelconstructie soms teveel 'ruimte' tussen de personages en de lezer vanwege de wijze waarop het verhaal vertelt wordt. Wat Christine 'echt' drijft in haar relatie met Beria, kom je nooit te weten omdat het verhaal via Stasia door Nitsa wordt verteld en dat is - zeker in dit geval - jammer.
Toch weet Haratischwili - met hier en daar wat vallen, maar vooral opstaan - de lezer altijd weer op te pikken en geboeid mee te nemen naar een volgend leven, net zolang tot het in 2006 op is. Echt op.

Ik heb dit boek in feuilletonvorm, samen met tientallen andere lezers, via Hebban.nl gelezen.

View all my reviews