zondag 19 januari 2014

Wat ik van liefde weet van Ton Rozeman

Wat ik van liefde weetWat ik van liefde weet by Ton Rozeman
My rating: 4 of 5 stars

Zoals zo vaak is het een gesprek met de auteur - in dit geval Ton Rozeman - bij De Avonden waardoor ik besloot om het boek aan te schaffen.
Rozeman las tijdens dat interview o.a. het titelverhaal voor waarin een vrouw tracht haar ontsporende zoon mee naar binnen te krijgen, terwijl haar vriend of man, die al eerder een vergeefse poging heeft gedaan, alles observeert door het raam. Het is net een schets opgezet in grove, zachte streken in houtskool op een achtergrond van geschept papier. Vraag niet waarom, maar dat is wat ik voor me zag bij het luisteren naar het verhaal.

Luisteren naar een verhaal is anders dan het lezen van een verhaal, en soms, zoals in het geval van Sjeumig van Pepijn Lanen, is het lezen van de verhalen minder aangenaam dan het luisteren ernaar. Dat geldt niet voor de verhalen van Ton Rozeman, want die zijn - ook - geweldig om te lezen.
Het zijn geen vrolijke, warme verhalen over mensen die elkaar hartstochtelijk liefhebben of gaan liefhebben, integendeel. De meeste verhalen vestigen de aandacht op de pijn die mensen elkaar, al dan niet expres, veroorzaken bij degene met wie ze een relatie hebben. Het eerste verhaal, Zwarte weduwe, is daar een extreem voorbeeld van. In amper vier pagina's wordt een hele roman aan pijn samengebald. Zoveel pijn dat de protagonist zelfs betwijfeld of hij via zelfmoord daaraan kan ontsnappen. Het is een hommage aan de schrijver Dalton Trevisan, waar ik nog nooit van gehoord had, maar die ik - dankzij Ton Rozeman - toch maar eens ga opzoeken.

Het eerste verhaal is het zwartste verhaal in de bundel. De rest van de verhalen laten dan wel niet de vrolijkste en fijnste kanten van liefde zien, maar in de meeste gevallen is de toon licht en zijn de hoofdrolspelers aandoenlijk. Een prima voorbeeld daarvan is het ultrakorte Bij de deur, dat begint met een voor velen vermoed ik, herkenbare situatie:
Ik weet al niet meer waarmee je me boos hebt gemaakt, hebt opgefokt. Het enige wat ik weet, is dat ik buiten zinnen ben en hier in de hal bij de deur sta - jas aan, sjaal om, demonstratief rammelend met mijn sleutels.
Dit kan natuurlijk niet meer goed aflopen, en toch word je er niet somber van, omdat de situatie met zoveel humor wordt beschreven. Rozeman heeft met een eerdere bundel, Misschien maar beter ook (2004), al eens op de longlist van zowel AKO als Libris Literatuurprijs én op de shortlist van de BNG Nieuwe Literatuurprijs gestaan. Die zal ik maar eens gaan opsnorren, want deze bundel smaakt naar meer.

View all my reviews

vrijdag 17 januari 2014

Spannender e-boeken?

Op Frankwatching verscheen gisteren een verhaal met de titel Het ebook is hard aan verdere vernieuwing toe. Daarin staat o.a.:
Wie voor het eerst een ebook koopt, moet binnen een woud van aanbieders behoorlijk wennen en soms halsbrekende toeren uithalen om het materiaal steeds leesbaar op het scherm te krijgen.
Een waarheid als een koe! Maar ik zwijg over het hoge BTW-tarief om geen slapende honden wakker te maken, want als die wakker worden, vermoed ik dat het 'rechtgetrokken' wordt door papieren boeken in het hoge BTW-tarief te laten vallen. Waar ik echter wat genuanceerder over denk, is over het volgende:
De ontsluiting via een website biedt de mogelijkheid onbeperkt video en audio te tonen. Deze verrijkingen maken het boek een stuk spannender.
Dat geldt voor - een groot (?) deel van - non fictie boeken wellicht, maar het 'verrijken' van een  fictieboek met audio en video maakt dat het meer een game wordt dan een boek. Neem bv The Thirty-Nine Steps: een prachtige app, maar het is geen boek en je bent niet meer aan het lezen. Die app is, zoals de makers het zelf omschrijven, a new form of entertainement.
Een minder radicale manier van verrijken is het opnemen van (links naar) video en audio tussen de lettertjes. Maar ook dat is niet hetzelfde als lezen in een 'kaal boek' met alleen maar letters, want er is een groot verschil tussen:
When the phone rang I was in the kitchen, boiling a potful of spaghetti and whistling along with an FM broadcast of the overture to Rossini's The Thieving Magpie, which has to be the perfect music for cooking pasta.
en
When the phone rang I was in the kitchen, boiling a potful of spaghetti
 

and whistling along with an FM broadcast of the overture to Rossini's The Thieving Magpie, 

which has to be the perfect music for cooking pasta.
Bovenstaande quote is de eerste zin van The Wind-Up Bird Chronicles, vertaald als De Opwindvogelkronieken, van Haruki Murakami, waar ik om de een of andere reden onmiddellijk aan moest denken. Ik geef toe dat mijn 'verrijking' een tikje karikaturaal is. En als ik dan toch bezig ben met toegeven, dan beken ik ook maar direct dat ik na het lezen van die eerste zin de muziek heb opgezocht. Ik heb een gat in mijn geheugen waar het titels betreft en moest dus opzoeken welke muziek er bij de titel hoorde. Eenmaal gevonden was ik het helemaal eens met Toru Okada: perfecte muziek tijdens het koken van de pasta! Én het lezen van het boek.

Het is echter zelden dat ik dat soort uitstappen maak tijdens het lezen van een papieren boek of een e-boek op mijn reader zonder wifi. En dan mis ik het niet. Sterker nog, dan lees ik door en door en door en door, en stel het opzoeken tot later uit. Maar als ik op mijn andere, wel van wifi voorziene, reader of tablet een e-boek aan het lezen ben, is de verleiding groter om titels, plaatsen, afbeeldingen, enz. direct op te zoeken en gebeurt het niet zelden dat ik dan van het een op het ander terechtkom en niet meer, of pas veel later terugkeer naar het boek. Steeds vaker besluit ik om niet meer aan die opzoekimpuls toe te geven en gewoon door te lezen. Ik lees fictie om andere redenen dan non fictie. Bij non fictie vind ik 'info graphics', video's en geluidsfragmenten vaak wel van toegevoegde waarde. Dat ik niet weet hoe je spaghetti kookt, maakt tenslotte voor Murakami's boek niet zo heel veel uit. Als het om een receptenboek gaat, wel.

Het niet-interactieve, niet- verrijkte (fictie)boek dwingt me tot inleven, aanhoren, beleven, zonder dat ik kan ontsnappen en zonder dat ik kan ingrijpen. Ik zit in het hoofd van een jonge man die zijn leven in een tennisacademie opleukt met drugs, of in dat van de zus van koning Arthur die met lede ogen toeziet hoe de magie van Avalon teloor gaat, of in dat van een Duits jongetje met een vriendje in een gestreepte pyjama of in die van een eenzame man levend in een blokhut wiens hond wordt doodgeschoten, zonder dat ik kan ontsnappen. Het verhaal volgt het voorgeschreven pad en het enige dat ik als lezer kan doen is dat pad volgen en invullen met mijn eigen beelden en gevoelens. Met alle gevolgen van dien. Dat heeft zo zijn waarde en dat mag, nee, moet zo blijven. En een ebook is niets meer of minder dan de elektronische versie daarvan. Die 'gevangenis' van het verhaal in de vorm van een boek is - denk ik - waardevol.

Fictie verrijken levert een bijna-game op en daar is niets mis mee, want het is waarschijnlijk net zo waardevol en fijn als een boek lezen. En het zal er ongetwijfeld voor zorgen dat er minder boeken worden gelezen. Ik weet niet of dat erg is, behalve voor de groep mensen die leeft van het uitgeven van boeken. Niet voor schrijvers, want voor verhalen blijft meer dan voldoende ruimte. In de vorm van een boek of in de vorm van een game of website-achtige vorm.

Het artikel op Frankwatching sluit af met:
Door te kiezen voor dit online model zal de afstand groeien met het papieren boek en de huidige ebook. Het kan niet anders dan dat lezers in de toekomst andere keuzes gaan maken.
Klopt, denk ik. Minder boeken, en meer game-achtige dingen - bomes? gaoks? boapps? apoks?-  en on line dingen. Dat zijn geen boeken, want een (e-)boek is voornamelijk lettertjes, zonder ontsnappingsmogelijkheid en niet te beïnvloeden. Een spannend e-boek is een spannend verhaal in de vorm van een boek. Punt.

vrijdag 10 januari 2014

Het graf van Descartes van Jules Deelder

Het graf van DescartesHet graf van Descartes by Jules Deelder
My rating: 4 of 5 stars


In tegenstelling tot de uitgever die in de beschrijving meldt dat Deelderijm het hoogtepunt van deze bundel is, vind ik onderstaand gedicht uit het deel waar de bundel de titel aan te danken heeft, een betere kandidaat:



Ik staat dus ik ben
dus in plaats van
ik denkt

Zonder standpunt
ben je nergens

Op een beweeglijk
standpunt sta je
het sterkst

De beweging is on-
veranderlijk
Ik veronderstel dat dat onder andere te danken is aan het feit dat ik een geboren en getogen, met Deelder opgegroeide Rotterdamse ben (en blijf, ondanks mijn huidige woonplaats), maar vooral aan het toevallige feit dat ik met 'mijn filosofieclub' dit (school)jaar uit en te na bezig ben met het lezen en doorvorsen van de diverse essay's en het boek Contingentie, ironie en solidariteit van Richard Rorty. Bovenstaand gedicht illustreert in een paar zeer welgekozen woorden wat Rorty ons in veel meer, maar net zo welgekozen woorden tracht duidelijk te maken.

Maar het zijn niet alleen de gedichten uit dat deel van de bundel die me bij zullen blijven.... Net zoals het in 1982 of 1983 tijdens een feestelijke dag op de Gemeentelijke Pedagogische academie Rotterdam uit de mond van de jonge Deelder zelf aangehoorde

Een kip zonder kop
met een hersentumor
is dat geen humor?

is Fuck sex in het deel Engelse spoken onvergetelijk. Maar ook de vileine lofzang op Bergen is een hoogtepunt in de bundel, net als
Voor Klaas

Koffie is
de troost
des volks

maar wat
is koffie
zonder pot?

Een vorme-
loze vlek
Een natt

bruine plek
Pas de pot
schenkt

koffie vorm
en vormt
voor ons

daarmee
een bron
van veel

genot
De pot
is god
Deelder is en blijft en zal mijn nachtburgemeester én een van mijn meest favoriete dichters blijven, vanwege zijn snelheid, compactheid, ritme, droge humor en onverwachte speldenprikken. Én omdat hij me op deze lekkere jazz wees.

[...] I would have lived more fully if I had been able to rattle off more old chestnuts [...]
uit: The Fire of Life van Richard Rorty


View all my reviews

woensdag 8 januari 2014

Snoecks 2014

Ik heb vanmorgen gecontroleerd en geconstateerd dat mijn collega's precies dezelfde reactie had als ik op het moment dat ze een Snoecks in de boekwinkel tegenkwamen: herkenning van de titel maar geen flauw idee wat het was. Een boek, een jaarlijks tijdschrift, een almanak ... duister. Een enkele keer - lang geleden - heb ik het wat doorgebladerd, wellicht, maar toen blijkbaar geen enkele aandrang gevoeld om het boek aan te schaffen. Groot was mijn verbazing dan ook toen een Ierse internetvriend, die ik via Dizzie.nl heb leren kennen, in oktober toen we elkaar voor het eerst in levende lijve zagen voor een lunch bij Polare Groningen, op zoek was naar de 2014-editie van Snoecks. Dolf vertelde wat er zoal te vinden is in die jaarlijkse Snoecks en wekte direct mijn interesse. Want wat is er zoal in 'een Snoecks' te vinden?


Meer dan 500 pagina’s verhalen met bijbehorende afbeeldingen over literatuur, fotografie, architectuur, beeldende kunst en andere kunsten. Het naslagwerk bestaat al sinds 1782 en is van oorsprong Vlaams. Wikipedia meldt daarover:
De Gentse drukkersfamilie Snoecks gaf toen al sinds 1782 de kleine Snoeck’s Almanak uit. De “Groote Snoeck’s Almanak” bood meer verhalen en was rijker geïllustreerd dan de kleine. Het Snoecks jaarboek zoals dat vandaag nog bestaat, werd in belangrijke mate bedacht en vormgegeven door Serge Snoecks (1923-1997). In de jaren zestig zorgde hij voor een verbreding van de ‘grote almanak’. Er kwam meer ruimte voor fotografie, plastische kunsten, film en design. Een lifestyleblad avant la lettre. Snoecks 1969 liet het apostrofje vallen en kreeg als ondertitel ‘literair jaarboek voor zuid en noord’ mee. Voor het eerst verscheen het jaarboek dan ook in Vlaanderen én Nederland.
Met andere woorden, sinds 1969 laat ik een compact, goedkoop boek, voorzien van prachtige foto’s en illustraties en verhalen links liggen! Toch verdween het boek daarna weer uit mijn gedachten. Tot vanmorgen.
Soms stopt mijn trein namelijk ’s morgens op een perron waardoor ik ‘gedwongen’ wordt om langs de op het station aanwezige Bruna te lopen en dan kan ik het natuurlijk niet nalaten om daar even een rondje te maken. En wat lag daar vanmorgen op een stapeltje? Jawel, de 2014 Snoecks! Voor nog geen 15 euro kon ik het dit jaar, voor het eerst sinds 1969, niet laten liggen, omdat ik nu wist wat het was en wat ik er in zou tegenkomen. Ik pakte het op en nam het mee naar de kassa, waar het tot mijn verrassing zelfs maar 9,95 bleek te kosten. En nu ligt het naast me, op mijn bureau...

 
Gelukkig moet ik straks naar een elders in Groningen gelegen pand en kan ik een klein stukje daarvan met de trein afleggen. Daar kan ik deze editie van Snoecks alvast een beetje doorbladeren en kan ik er, net zo vast, tussen de drie overleggen van vanmiddag door, nog wat meer in rondneuzen.

Hieronder alvast een klein voorproefje, maar er is veel en veel meer te zien op de website van Snoecks en natuurlijk in het boek zelf. En dat voor nog geen tientje....

Philip-Lorca diCorcia maakt zorgvuldig geplande en trefzeker uitgevoerde foto’s waarvoor hij familieleden en (gelegenheids)acteurs inzet. Hij heeft vertrouwde noties als straatfotografie en ‘het beslissende moment’ grandioos naar zijn hand gezet. Wat lijkt op willekeurige poses, is meestal het gevolg van een minutieus uitgetekend plan. Snoecks 2014 toont enkele van de vele foto’s die hij de voorbije jaren in New York en Los Angeles maakte in opdracht van het Amerikaanse topmagazine W.


 




Stro, aarde, steen en hout zijn niet bepaald de meest gebruikelijke bouwmaterialen in de hedendaagse architectuur. De Japanner Terunobu Fujimori zweert erbij. Hij maakt bizarre en poëtische gebouwen die de bouwkunst op haast primitieve wijze terugbrengen tot haar essentie: het bieden van warmte en onderdak.













De verhalen en romans van de New Yorkse schrijver Sam Lipsyte vallen op door het scherpzinnige taalgebruik en de zwarte humor. Zijn roman De vraag verscheen bij Meulenhoff. HBO werkt samen met Lipsyte aan een comedyserie gebaseerd op zijn boeken. De wijsheid van een doula komt uit zijn nieuwe verhalenbundel The Fun Parts. (ill. Erwin Vanmol)


dinsdag 7 januari 2014

Sjeumig van Pepijn Lanen

SjeumigSjeumig by Pepijn Lanen
My rating: 3 of 5 stars

Nadat ik bij het radioprogramma Kunststof Pepijn Lanen een uur lang had aangehoord over o.a. zijn verhalenbundel Sjeumig, nam ik mij voor om de bundel aan te schaffen en te lezen. Mijn interesse was gewekt door wat hij daar vertelde en door de stukjes die hij voorlas.

De verhalen beschrijven absurde situaties, de personages zijn totaal maf en gevaarlijk idioot, onbestaanbaar en regelmatig is het Nederlands met opzet - denk ik, hoop ik - gruwelijk:
Hetgeen wat me terug heeft geroepen naar de wereld van de wakkere mensen treedt steeds meer naar de voorgrond: een aanhoudend gejengel en gekrab van poezenpoten aan de slaapkamerdeur.

De zin komt uit de eerste alinea van het laatste verhaal Midden in de 's nachts, waarin - als ik goed geteld heb - 9 keer het woord weer aangevuld met 1 wederom en 1 Tevens voorkomt. Nu is het niet mijn gewoonte om woorden te tellen, maar toen ik onderstaande regels las, kwam ik weer zo vaak tegen dat ik ze na afloop van het verhaal ben gaan tellen.
Gedachtes komen op en sterven weer af terwijl ik langzaam weer wegdoezel.

Volwassen poes Baby Miko heeft zich blijkbaar weer vrijgevochten uit de kerkers van Waterslot de Badkamer, en besloten dit heuglijk nieuws direct bij mij te komen melden. In de vorm van gejengel en gekrab aan de slaapkamerdeur welteverstaan. Tevens had zij haar boodschappermug ook al vooruit gestuurd om me alvast te wekken. Ik sta wederom naast het bed te zuchten als een zure ouwe man. Baby Miko is wederom verrast en dolblij om me te zien.

En wat te denken van de zin: Vrijwel direct daarna bedacht zij zich dat het menselijk lichaam voor negentig procent uit water bestaat en was de verwarring compleet. Of: Hij rook aan zijn koffie en overwoog een slokje te nemen, maar zag er toch van af omdat het waarschijnlijk net zoals voorgaande dagen, weken en maanden nog steeds voor de volle honderd procent uit koffie bestond, wat hij verschrikkelijk smerig vond. Eigenlijk begrijp ik die laatste zin niet eens, want ik vraag me nu nog steeds af of de hoofdpersoon het feit dat de koffie voor de volle honderd procent uit koffie bestond verschrikkelijk smerig vond, of de koffie zelf.
Zo kan ik de ene rare, kromme, 'foute' zin na de andere citeren en ik zou wat kunnen mopperen over het gebruik van ook, heel, helemaal, en meer van dat soort 'vulwoorden', maar ik vraag me af of de verhalen zonder deze stijl- en grammaticaspelletjes net zo plezierig absurd zouden zijn als ze nu zijn. Want of ik nu wil of niet, de glimlach (van herkenning) laat zich niet tegenhouden als ik die koffiezin lees. Zelfs nu, terwijl ik die zin toch al vier keer gelezen heb.

In een interview met Pepijn Lanen voor State Magazine constateert Thomas Heerma van Voss dat Lanen in nagenoeg ieder verhaal met metaforen, vergelijkingen, hyperbolen, understatements strooit, waarmee Heerma van Voss zelf gebruikmaakt van een understatement, want Lanen strooit er niet mee, elk verhaal staat er bol van. Neem bijvoorbeeld de eerste alinea van Het zwijndwergenstafdebacle:
Van onder een handgeweven rode sprei, versierd met crucifixvormen van gouddraad, weerklonk het geluid dat nog het meest leek op dat van een mongoloïde orang-oetang die zijn fiets niet terugzag op de plek waar hij hem neergezet had en weigerde te geloven dat hij echt gestolen was.

Sjeumig staat vol irritante, prettig gestoorde, volkomen fout opgeschreven verhalen, die je NIET in één ruk moet uitlezen, omdat het dan veel te veel wordt. Nee, één verhaal per dag, maximaal twee verspreid over de dag, dan blijven de verhalen prettig gestoord. Het verhaal Een taxi naar de tering, door Lanen zelf voorgelezen, kan op YouTube (zie hieronder) worden aangehoord. Daaruit blijkt dat, hoewel ik de verhalen met veel plezier gelezen heb, ze voorgelezen beter zijn.



View all my reviews

maandag 6 januari 2014

Nooit meer De avonden, maar wel slapen

Gisterochtend luisterde ik de laatste aflevering van De avonden af, een programma dat ik nooit live beluisterde, maar sinds een aantal jaren, via de podcasts die de VPRO beschikbaar stelde. Fijn om al die vertrouwde stemmen te horen en wat was ik het eens met Jeroen van de Kan die het niet kon laten om zijn verontwaardiging over het verdwijnen te ventileren. Dat mocht eigenlijk niet, want er moest vrolijk afscheid genomen worden en vooral vooruit gekeken worden, want met Nooit meer slapen komt er een prima vervanger op de veel beter beluisterde Radio 1!


Inmiddels is het programma van de eerste week bekend en - eerlijk is eerlijk - er valt veel te genieten voor boekenliefhebbers:
  • een ontmoeting met schrijfster Franca Treur naar aanleiding van haar roman De woongroep
  • een gesprek met schrijfster Maartje Wortel over haar derde boek IJstijd, waarin ze de uitgeverijwereld op de korrel neemt
  • een gesprek met Manon van der Heijden over het boek Misdadige vrouwen
  • een bijdrage van schrijfster en dichteres Ester Naomi Perquin, die deze week dagelijks op het nieuws reageert
  • een reportage over het Groningse verleden van Appie Alberts. Herman Sandman schreef een boek over de man die bekend is als zowel doctor in de organische chemie als frontman van AA & The Doctors: Appie Alberts, doctor in de rock-‘n-roll
  • een gesprek met schrijver Martin Schouten over zijn herdrukte boek Billie en de president
  • Op vrijdag wordt Nooit Meer Slapen voorafgegaan door het 20-delig hoorspel Bonita Avenue, een bewerking van de gelijknamige roman van schrijver Peter Buwalda. Na afloop van het eerste deel van het hoorspel schuift Peter Buwalda aan om over Bonita Avenue te praten.
Voor wie van verhalen houdt, waren de andere items van De avonden over Beeldende kunst, Design, Film, Muziek en Theater vrijwel altijd net zo luisterwaardig als de Boeken-items en ongetwijfeld geldt dat ook voor de andere items in Nooit meer slapen. Ik ga ervan uit dat de VPRO, zoals gebruikelijk, podcasts ter beschikking zal stellen, zodat ik in de trein, tijdens het uitmesten en allerlei andere blik-op-oneindig-geen-eisen-aan-verstand-stellende werkzaamheden kan blijven genieten van het nieuws op het gebied van cultuur en vooral literatuur. Ik wens Nooit meer slapen veel succes en hoop dat ze het minimaal net zolang volhouden als De avonden (en dus net zo lang mijn routineklussen fijn maken!).

illustraties van Siegfried Woldhek
Ondertussen, voor wie dat gemist heeft, kan er drie uur naar Tomas Ross en Joke van Leeuwen geluisterd worden, die in december aan een marathoninterview werden 'onderworpen'. Via deze link on line te beluisteren en via de podcastpagina van de VPRO te vinden als downloadbare mp3's, net als de vier andere marathongeïnterviewden: Alexander Pechtold, Tinkebell, Carolien Roelants en Coen Teulings.

Gelukkig is er één radioprogramma waar ik naar luisterde (meestal via podcasts, maar op donderdag altijd in de auto onderweg naar mijn filosofieavond) op dezelfde zender én hetzelfde tijdstip gebleven: 

Kunststof van de NTR
Op tweede kerstdag was de dichter Erik Jan Harmens te gast. Het werd een gesprek dat over exen ging, over porno, minderwaardigheidsideeën, maar ook en vooral over zijn nieuwste dichtbundel Open Mond. Een van de gedichten die hij voordraagt is
je bent een bijl ik wil je likken
bekommerd om ooit ons
kouder dan mijn vader
al kankerlang onder de grond

als ik je aanraak zeg je au
op zo’n manier dat ik het wil verbinden

uiteindelijk sta je niet met lege handen
maar wat je vasthoudt wil je niet hebben
Maar wat je eigenlijk niet mag missen, is het laatste gedicht dat Harmens voordraagt. Het gedicht waar zijn zoon, die achter het glas in de studio de uitzending bijwoont, iedere keer dat hij het hoort laat schaterlachen....

Afgelopen donderdag was Simone Saarloos bij Kunststof aanwezig, maar die aflevering heb ik nog niet beluisterd vanwege de winterstop van mijn filosofieavond. De podcast heb ik inmiddels wel gedownload en staat klaar op mijn mp3-speler.

donderdag 2 januari 2014

Uitgedaagd

Na een een aantal woelige jaren hoop én reken ik erop dat 2014 wat rustiger zal verlopen. Daarom durf ik dit jaar wel weer een leesuitdaging aan: Ik lees Nederlands! te vinden op Inge Leest.


Twintig boeken is een ietwat bescheiden aantal, maar ik houd nu eenmaal van boeken geschreven door auteurs die niet van de koude grond en/of een plat, winderig land komen. Zoals Ron Rash bijvoorbeeld zijn Amerika in diverse boeken beschrijft, is onnavolgbaar prachtig. Anders, maar wat mij betreft net zo fraai als Hugo Claus het verdriet van zijn België beschreef.

Om bovenstaande nog maar eens te onderstrepen viel ik met mijn neus in een link die me direct tot actie dwong: het aanschaffen van Boevenstraat van Mathias Énards, vertaalt door Katrien Vandenberghe. Helaas, helaas niet verkrijgbaar bij de boekhandel waar ik vanmiddag in mijn lunchpauze niet geheel toevallig naar binnen wandelde. Om die teleurstelling goed te maken, stonden en lagen daar honderden afgeprijsde boeken in dozen te wachten op een liefdevol nieuw huis. Twee daarvan liggen nu naast me op het bureau, samen met twee boeken die gewoon op de planken stonden en dus niet voorzien waren van die aantrekkelijke 50%-korting-sticker.


Zonneschijn stond al heel lang op mijn verlanglijstje; het interview met Chabot over Triggerhappy bij Kunststof was zo aanstekelijk dat ik mij toen al voornam om het boek te lezen; Willem Wilmink behoeft geen nadere uitleg en naar F. Starik ben ik stomweg nieuwsgierig. Ik heb nog nooit iets van hem gelezen, omdat ik denk dat zijn schrijven me niet ligt. Na afloop van Een steek diep weet ik dat zeker of is dat weersproken....
Het beloofde land ziet er prachtig uit en belooft veel kijk- en leesplezier. Iets dat zojuist, via Google, door Meander is bevestigd:
.... een prachtig 'kijk- en leesboek', waarin tekst en beeld buitengewoon goed bij elkaar passen, maar nergens aan elkaar schatplichtig zijn. Het is plaatwerk en dichtbundel ineen.
Meander, 2002

Het jaar is dus prima van start gegaan, want niet alleen heb ik vier nieuwe boeken aangeschaft en ben ik bezig in een aantal prachtige (Nederlandse!) boeken, maar ik heb ook nog te horen gekregen dat ik een boek gewonnen heb!


Ook van Edwardson heb ik nog nooit iets gelezen, maar dat komt omdat ik niet zo vaak thrillers lees. Ik weet nog niet wanneer Witte ruis aan de beurt is, maar ik laat hier ongetwijfeld weten wat ik van het boek vond. Want dat is mijn enige voornemen van dit jaar: meer lezen om er meer over te kunnen vertellen.

“Fiction is one of the few experiences where loneliness can be both confronted and relieved. Drugs, movies where stuff blows up, loud parties — all these chase away loneliness by making me forget my name’s Dave and I live in a one-by-one box of bone no other party can penetrate or know. Fiction, poetry, music, really deep serious sex, and, in various ways, religion — these are the places (for me) where loneliness is countenanced, stared down, transfigured, treated.”
-- David Foster Wallace