maandag 31 oktober 2016

SPQR van Mary Beard

Aan het eind van SPQR schrijft Mary Beard het volgende:
In het vervolg doe ik aanbevelingen voor een verdere verkenning van de behandelde onderwerpen en verwijs ik naar enkele van de moeilijker vindbare teksten en bronnen die ik genoemd heb, met inbegrip van een aantal oude en nieuwe persoonlijke favorieten.
Het lijkt op een grap. Het kan toch niet waar zijn dat er na die bijna 500 rijk geïllustreerde pagina's over het Romeinse Rijk die eraan vooraf gingen er nog meer te vertellen valt? En toch geloof ik Beard. Ze zou zomaar nog 500 pagina's kunnen volpraten over het grote Romeinse rijk.

In de proloog vertelt Beard waarom Senatus PopulosQue Romanus zoals de officiële naam van het Romeinse rijk luidt, nog steeds belangrijk is: het bepaalt nog steeds hoe wij de wereld zien en begrijpen, en hoe wij over onszelf denken. De moord op Julius Caesar, bijvoorbeeld, levert nog immer de - twijfelachtige - rechtvaardiging voor het afzetten en doden van tirannen, de indeling van het Romeinse rijk ligt ten grondslag aan het moderne Europa, allerlei (politieke) termen zoals senator, plebejer, patriciër, dictator behoren tot de Romeinse nalatenschap en wie kent niet uitdrukkingen zoals 'brood en spelen' e.d.?
Maar wie denkt dat Beard een boek heeft afgeleverd dat pagina na pagina de grootsheid van de Romeinen bejubelt, komt bedrogen uit, want van bewondering in die zin is geen sprake. Integendeel, zij wil juist kritisch kijken naar al die mythen en halve waarheden omtrent de Romeinen waarmee zij is opgegroeid en de zin en onzin daarvan bepalen.

Het idee dat het Romeinse rijk een uniform rijk zou zijn, is bijvoorbeeld een van de sprookjes die Beard onderuit haalt in het hoofdstuk Rome buiten Rome, waarin ze duidelijk maakt dat de Romeinen nauwelijks pogingen hebben ondernomen om hun cultuur aan anderen op te leggen.Uitzonderingen daarop waren de druïden in Brittannië, die heftig onderdrukt werden en natuurlijk de christenen, en toch: "Het is goed mogelijk dat de Romeinen hun normen helemaal niet wilden opleggen. Maar als het hun doel wel was geweest, dan zou het hun toch aan mankracht ontbroken hebben om het te bereiken. Een redelijke schatting is dat er in het hele rijk nooit meer dan tweehonderd uit de Romeinse elite afkomstige bestuurders waren, plus misschien een paar duizend slaven van de keizer [...]". Hoe de Romeinen het met zo weinig mensen toch voor elkaar kregen om vijftig miljoen mensen te regeren, is volgens Beard onder andere aan het leger te danken.
Maar ook de verhalen die daarover verteld worden (b)lijken niet te kloppen. Door middel van het analyseren van bewaard gebleven documenten toont ze aan dat het Romeinse kazerneleven zeer waarschijnlijk een verre van "exclusief mannelijk, zwaar gemilitariseerde systeem" was. Zo is er een brief in Vindolanda, een Romeins fort in Engeland, gevonden waarin een vriendin van de vrouw van de kampcommandant wordt uitgenodigd voor een verjaardagsfeest en zijn er vrouwen- en kinderschoenen gevonden, waardoor het aannemelijk is dat er complete gezinnen woonden in plaats van alleen soldaten.

Beard laat zelden een kans voorbij gaan om dat wat ze te vertellen heeft te verlevendigen aan de hand van 'snedige' uitspraken van bekende en onbekende Romeinen. In Hoe word je een Romein, dat overigens heel wat parallellen vertoont met ons hier en nu, geeft ze Cato het woord, die opmerkt dat de Republiek in verval is, "omdat mooie jongens nu duurder zijn dan een lap grond, en potten ingelegde vis duurder dan landarbeiders." En ze is net zomin te beroerd om de wijze waarop Cleopatra zelfmoord pleegt in twijfel te trekken. Doodgebeten door een slang, die in fruitmand naar binnen is gesmokkeld? Flauwekul, volgens Beard, al was het maar omdat de betrouwbaarst dodelijke slangen zo groot zijn dat ze nooit en te nimmer in een fruitmand zouden passen. Het zijn dat soort anekdotes, maar bovenal haar enorme eruditie die maken dat Beards SPQR een onwaarschijnlijk heerlijke gids door het Romeinse rijk is.

vrijdag 14 oktober 2016

Het achtste leven (voor Brilka) van Nino Haratischwili (feuilleton)

Het achtste leven (voor Brilka)Het achtste leven by Nino Haratischwili


Ik lees dit boek in feuilletonvorm samen met tientallen andere lezers. Mijn indrukken, samen met die van al die andere lezers zijn te vinden op de site van Hebban.nl, waar per week - als er een nieuw deel beschikbaar komt - een pagina gevuld zal worden met onze indrukken. Natuurlijk volgt aan het eind een 'echte' recensie, maar voorlopig neem ik hier elke week een quote op uit het deel dat ik gelezen heb, en een link naar de pagina waar we met zijn allen praten over het net opgeleverde deel en het 'boek tot nu toe'.

- 12 oktober 2016: de proloog

Met dank aan Hebban en de uitgever Atlas Contact.

View all my reviews

Tijdelijke leesclubblog

Vernieuwen in Chrome

Vernieuwen in Edge

Vernieuwen in Explorer

Vernieuwen Firefox

En als de browser aan het vernieuwen is (de gegevens opnieuw opzoekt om te tonen) dan verandert het vernieuwenteken tijdelijk in een kruis, zoals hieronder te zien is.


dinsdag 4 oktober 2016

De psychiater en het meisje van Erik Rozing

De psychiater en het meisjeDe psychiater en het meisje by Erik Rozing
My rating: 4 of 5 stars

Edgar Simons is psychiater in opleiding, nog niet zo lang geleden in de steek gelaten door zijn Marokkaanse vriendin die besloten heeft om de familie een plezier te doen door met haar neef te trouwen en is dol op zijn oma, die zich echter graag van het leven wil verlossen.
Zijn leertherapeut raadt hem aan om zijn ervaringen op papier te zetten, omdat het Edgar (Erik...)zou helpen bij zijn therapie. Hij zou moeten schrijven over alles wat hem somber, boos of angstig maakte of hem in verwarring bracht. Kortom, over alles.

Het meisje uit de titel is Stella, een bloedmooie vrouw die zichzelf snijdt en regelmatig tracht om een eind aan haar leven te maken, kortom een 'borderliner'. Edgar is de zoveelste die haar te behandelen krijgt. Hij stort zich in eerste instantie vol overgave op de taak, probeert diverse therapieën uit, maar realiseert zich vervolgens dat het een 'eclectische therapie' is geworden en dat 'als je een therapie eclectisch noemt, je meestal geen flauw idee meer hebt van waar je mee bezig bent.'
Dat is overigens een gevoel dat hem niet alleen treft bij het behandelen van Stella, die ook nog meldt verliefd op hem te zijn, maar ook zijn andere cliënten én diverse collega's maken het hem niet makkelijk. Dat een cliënt op zijn aanraden voor de trein springt, helpt daarbij niets.

Erik Rozing vertelt het verhaal van deze immer aan zichzelf twijfelende, maar ozo sympathieke psychiater in opleiding zonder opsmuk, feitelijk, met veel vaart en op een heerlijk droge toon. Hij vermijdt glorieus – en godzijdank! – de drakerige tranentrekker én de kille satire, doordat hij op sublieme wijze begrip en sympathie bij de lezer weet op te roepen voor al zijn personages, niet alleen voor wie ze zijn, maar ook voor wat ze doen.

Gelezen ihkv de Hebban Debuutprijs 2016

View all my reviews

Ik zag Menno van Sandra Bernart

Ik zag MennoIk zag Menno by Sandra Bernart
My rating: 4 of 5 stars

Vincent is geslaagd in het leven, heeft een prima baan en leeft tevreden samen met Kim met wie hij binnenkort zal gaan trouwen, omdat de berekeningen aantonen aan dat het reëel is te veronderstellen dat hij met haar gelukkig oud zal worden. Vincent is niet zonder reden zo 'berekenend' vertelt hij tijdens een gastcollege statistiek: “Na de dood van mijn broertje was ik gestopt met me druk maken om dingen die ik niet in de hand had. Bovendien nam het druk maken om dingen die ik wel in de hand had al mijn tijd in beslag.”
Menno, zijn jongere, stoere broertje, verdwijnt tijdens een familievakantie in Spanje surfend van het toneel, maar zijn lichaam wordt nooit gevonden. Vincent heeft diep in zijn hart nooit geloofd dat Menno is verdronken, al was het maar omdat Menno zich altijd onttrok aan alle ge- en verboden om het leven spannend te houden. Echt verbaasd is Vincent dan ook niet als hij een foto van Menno tegenkomt in een reisgids en hoewel de kans miniem is dat Menno nog leeft, besluit Vincent naar Peñíscola af te reizen op zoek naar zijn broer. Miniem is niet nul, tenslotte.

Sandra Bernart zet met Vincent een geloofwaardige en aantrekkelijke hoofdpersoon neer waarmee velen zich verbonden zullen voelen. In hoofdstukken waarin Vincent afwisselend over de gebeurtenissen in het heden en het verleden vertelt, tekent zich langzamerhand de man af die zich noch bij leven, noch bij dood van zijn broer los heeft kunnen maken van diens invloed. Maar wat moet je ook als je al zo vroeg leert dat huilen niet helpt en dat lege ruimtes altijd opgevuld moet worden? Dan huil je niet, dan zoek je geen troost en vul je die lege ruimte vanzelfsprekend op. Zo goed en zo kwaad als je kan.

Bernart schrijft zonder veel opsmuk, zelfvertrouwen en met gebruik van enkele schitterende metaforen over verlies, leven, liefde, dood en de onvoorspelbaarheid alles, in het bijzonder dat van geluk en levert daarmee een uitstekend debuut op.

Gelezen ihkv de Hebban Debuutprijs 2016

View all my reviews

Het smelt van Lize Spit

Het smeltHet smelt by Lize Spit
My rating: 3 of 5 stars

Het gevaar van een 'gimmick' zoals het blok ijs in Het smelt is dat een groot deel van de spanning uit het verhaal verdwijnt, zodra je weet wat de rol ervan is of zal zijn. Voor degenen die het raadsel niet kennen of de rol van het blok ijs niet zo snel uitdokteren, is Het smelt ongetwijfeld spannend waardoor het 'makkelijker' is om geboeid te blijven door het verhaal. Omdat ik, helaas, de rol van het ijs al vrij snel meende te weten (omdat ik het raadsel ken) en dat ruim voor de helft bevestigd werd door de introductie van het raadsel, wordt automatisch de wijze waarop het verhaal verteld wordt belangrijker. Het belangrijkste zelfs.

Dat Spit kan schrijven staat buiten kijf, maar ze wil (nog) teveel laten zien hoe goed en inventief ze is mat als gevolg dat ze overdreven vaak metaforen en andere beeldspraken gebruikt. Niet alleen is er een overdaad aan metaforen, ze worden te vaak ingezet als afsluiting van een hoofdstuk of als overgang naar een volgende scène. Dat werkt verveling in de hand, en is soms zelfs lachwekkend. Zo eindigt het eerste deel van Gevormd, dat over de 1ste communie van de hoofdpersoon, de fiets die de ze van het geschonken geld kan kopen en haar 1ste fietstocht gaat, als volgt: “De omgeving die ik al jaren kende toonde zich plots vanuit een ander perspectief. Ik paste er niet meer in zoals ik er altijd wel in had gepast. Ik was het Duplomannetje in een Legohuis.” De metafoor aan het einde is niet alleen overbodig, maar past inhoudelijk absoluut niet bij het voorgaande, waardoor het zelfs ongewild op de lachspieren werkt.

Het is jammer dat Spit zich wat dat betreft niet wat meer heeft ingehouden, want het Nederlandse taalgebied kan wel een aantal goede coming of age verhalen van een 'tomboys' gebruiken. Het leven was en is niet makkelijk voor zulke meiden, zeker niet op het platteland en alleen al daarom is dit verhaal meer dan welkom. Minder effectbejag, een tikje nauwkeuriger (schuilen onder coniferen is al wat lastig, maar die bomen hebben zeker geen bladeren) en heel wat minder breed uitgesponnen, zou een geweldig debuut hebben opgeleverd, want Spit kan absoluut schrijven.

Spits vertelwijze doet mij aan mijn moeder denken, die in dit soort situaties altijd zei: " Men weet nooit wat genoeg is voor men weet wat meer dan genoeg is". Dit was meer dan genoeg, de volgende keer genoeg?

Gelezen ihkv de Hebban Debuutprijs 2016

View all my reviews

Lieveling van Kim van Kooten

LievelingLieveling by Kim van Kooten
My rating: 2 of 5 stars

De moeder van de vijfjarige Puck, kapster van beroep, woonachtig in een achterstandswijk in Rotterdam, is tegen een zeer bemiddelde al wat oudere man aangelopen. Lieveling begint op het moment dat ze samen met Puck bij Pikkedoos, zoals ze hem liefkozend noemt, intrekt en daarbij Rotterdam voor Zwijndrecht verruilt. Al snel is het voor Puck duidelijk dat zij de lieveling is van 'ome meneer' en niet haar moeder. Vrijwel dagelijks moet Puck de 'lief'kozingen van haar nieuwe papa ondergaan, terwijl haar moeder daar niets van lijkt te merken. En Puck haar niets durft te vertellen.
De jaren verstrijken zonder dat er iets aan de situatie verandert. Het enige overduidelijke verzet dat Puck pleegt, is weigeren voldoende te eten. Haar moeder blijft blind voor wat er aan de hand is en de familie van haar moeder, Oma Crooswijk, tante Hannie en ome Joop, merkt ook niets, al was het maar omdat zij nauwelijks welkom zijn in Zwijndrecht. Of de dochter van Pikkedoos iets weet of vermoedt, is onduidelijk, maar zij laat duidelijk merken niets met Puck en haar moeder op te hebben. De enige die Puck soms overweegt om in vertrouwen te nemen, is meester Hofslot en uiteindelijk, als Puck flauwvalt tijdens de gymles en een been breekt, biecht ze in het ziekenhuis aan hem op wat er aan de hand is.

Het is overduidelijk de bedoeling van beide (?) auteurs geweest om er geen zielig verhaal met een tragische hoofdpersoon van te maken, maar wat het dan wel had moeten worden is onduidelijk. Oma Crooswijk is het meest geslaagde personage in dit boek, dat verder slechts bestaat uit flinterdunne karikaturen. Geen moment voelt dit verhaal 'echt' aan, omdat noch de personages, noch de omgeving, noch het tijdsbeeld geloofwaardig zijn. Met name het laatste deel is niets meer dan een opsomming van gebeurtenissen die voorbijrazen, waarbij de tragikomische toon, die de twee delen daarvoor nog dragelijk maakt, verdwenen is.
Jammer, want het motto is ijzer-, ijzersterk:

Mama kan het niet alleen, het leven.
En ik kan het niet alleen met mama,
dus ik liep naar een telefooncel
en ik belde papa en papa kwam.

– Puck

Gelezen ihkv de Hebban Debuutprijs 2016

View all my reviews

Tot waar we kunnen kijken van Inge van der Krabben

Tot waar we kijken kunnenTot waar we kijken kunnen by Inge van der Krabben
My rating: 2 of 5 stars

Het grootste probleem van Tot waar we kunnen komen is dat het verhaal van Janne en Dina, haar moeder, te karikaturaal is om serieus te nemen en te serieus om het grappig te vinden. Als van der Krabben clichés gebruikt (donkere krullen, vierkante kaak, een toef schuim, enz), dan is dat niet ironisch bedoeld en als ze karikaturen neerzet, zoals de hulpverleners, dan zijn ze net zo min zo bedoeld.
De situatie waarbij Dina haar dochter plotsklaps voor het voetlicht wil halen om haar haar eigen gedichten voor te laten lezen bij Holland got talent? is niet grappig omdat het ongelooflijk wreed is ten opzichte van Janne, en bovendien is het onmogelijk te geloven dat een weldenkend mens, zoals Dina, dat haar timide, verlegen dochter aan zou doen. Het principe van 'suspension of disbelieve' is niet slechts in deze situatie mislukt, maar dat mislukt in allerlei andere situaties ook. De demente moeder van Dina is bijvoorbeeld een treurige karikatuur van de werkelijkheid en volkomen ongeloofwaardig als personage.

Van der Krabben heeft het zichzelf moeilijk gemaakt door een huilebalk met een dun huidje als hoofdpersoon te gebruiken. Dat maakt het lastig om sympathie voor haar te krijgen. Natuurlijk is dat geen voorwaarde voor een geslaagd boek, maar het helpt wel. De ineenstorting van Janne aan het begin van het boek, na een gesprek met haar baas waarin ze te horen krijgt dat ze geen promotie kan maken, komt uit de lucht vallen en lijkt meer op het stampvoeten van een gepasseerd verwend meisje dan een depressie bij een volwassen vrouw.
Dat geldt ook voor de verstoorde relatie met haar moeder. Van der Krabben tracht wel hier en daar door flashbacks duidelijk te maken waarom Janne iedere keer als door een horzel gestoken op haar moeder reageert, maar overtuigend is het allemaal niet waardoor de reacties van Janne overtrokken zijn. De razendsnelle verandering van Janne aan het eind van het boek waar ze, geconfronteerd met de ziekte van haar moeder, 'ineens' verandert van huilebalk naar volwassen vrouw, is net zo ongeloofwaardig als al het voorgaande.

Als meeleven met de personages onmogelijk, de wijze van vertellen humorloos en clichématig is en het verhaal weinig aantrekkelijk, dan blijft er weinig over om van te genieten. Veel te weing...

Gelezen ihkv de Hebban Debuutprijs 2016

View all my reviews

zaterdag 1 oktober 2016

Angel Catbird van Margaret Atwood, Johnnie Christmas, Tamra Bonvillain

Angel CatBird Volume 1Angel CatBird Volume 1 by Margaret Atwood
My rating: 2 of 5 stars

Het is leuk om een onvervalste, edoch enigszins clichématige comic te lezen waar de helden halve katten zijn, soms vermengd met nog weer andere dieren en mensen, van de grande dame van de Canadese literatuur, Margaret Atwood.
Dit is het eerste deel en bestaat (dus) grotendeels uit een kennismaking met diverse belangrijke personages. Het verhaal eindigt, helaas, terwijl het nog maar nauwelijks begonnen lijkt te zijn.
Om het wachten tot februari te verkorten, zijn er aan het eind afbeeldingen (artwork), een scetchbook met afbeeldingen van Johnnie Christmas en afbeeldingen die het inkleuren van Tamra Bonvillain laten zien.

Atwoords Angel Catbird is een onvervalste superhelden comic, niets meer en ook niets minder. De comic onderscheidt zich slechts van andere rechttoe rechtaan heldencomics door de - vooral in het begin - opgenomen 'infostukjes' over het gevaar dat katten lopen die naar buiten mogen



en over het gevaar voor vogels als katten buiten mogen rondlopen en - vooral - jagen. Tja... over dat laatste voelde ik me inderdaad een tikje schuldig als eigenaar van katten die veel buiten rondstruinen...

View all my reviews

Inktspot

Wie kent Faisal Trad nog? De man die in juni 2015 werd aangesteld als hoofd van de VN-Mensenrechtenraad? Faisal Trad, VN-ambassadeur in Genève afkomstig uit Saudi-Arabië, een land dat de doodstraf door middel van onthoofden toepast voor moord, verkrachting, het verkondigen van een ander geloof dan de islam, gewapende overvallen, herhaaldelijk drugsgebruik, het afzweren van de islam, overspel en seks tussen ongehuwden, homoseksualiteit, hekserij of bekering tot het christendom. Het werd pas in september 2015 bekend gemaakt. Albo Helm noemde zijn ode aan Faisal Trad die hij op 22 september ’t IS een kwestie van geduld, waarmee hij in beeld en letters blijk geeft van een scherpe geest.

Het Midden-Oosten komt nogal eens langs in Inkspot, de beste spotprenten van het politiek jaar 2015-2016, maar dat is onvermijdelijk gezien de gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Het is nogal cynisch dat een Saudi aan het hoofd van de Mensenrechtenraad staat, dat als belangrijkste taak heeft om zorg te dragen voor naleving van (de verdragen voor) de mensenrechten. Jemen, Syrië.. vluchtelingen. Natuurlijk en helaas zijn er talloze afbeeldingen te vinden waarin vluchtelingen een rol spelen, dat kan niet anders met een onderwerp dat bijna dagelijks voor koppen in de krant zorgt. Die continue spotlight zorgt ervoor dat als je de eerste spotprent van Len Munnik ziet je in eerste instantie niet doorhebt dat deze afbeelding géén vluchtelingen in een bootje bevat. Het duurt even voordat je doorhebt dat het een tekening uit maart 2015 is en het toen nog maar de vraag was of de Grieken in de eurozone zouden blijven. Het lijkt alweer zo lang geleden.
De vijfde tekening, van Stefan Verwey uit juni 2015 is de eerste prent die aandacht besteed aan de schrijnende toestanden die het resultaat zijn van de dan inmiddels fors toegenomen stroom vluchtelingen. Er zullen er nog vele volgen, waaronder de met de inktspotprijs 2015-2016 bekroonde tekening van Peter van Straaten.

De jury schreef er onder ander het volgende over: "Er wordt een gesprek gesuggereerd om die ene zin heen die de tekenaar wel citeert. Het is een alledaags tafereel. Hier zien we onze buurvrouwen, maar de winnaar heeft iets anders gezien en gehoord. Deze tekening schrijnt. Deze tekening doet pijn. Deze tekening zegt namelijk iets over ons; hij laat ons lachen en ons schamen tegelijk.”
Die laatste kwaliteit heeft niet elke opgenomen spotprent. Sommige leggen op verbijsterend effectieve wijze uit hoe ingewikkeld een oorlog kan zijn (Pieter Geenen), of  wat er uit die Panama Papers valt op te maken, andere laten de minder fraaie kanten van onzelf of van onze huidige en (eventueel) toekomstige leiders zien. En dan zijn er, helaas, nog de aanslagen.

De 43 mannen en 3 vrouwen die met hun spotprenten in Inktspot zijn opgenomen, zorgen voor een wrange, beangstigende, schaamtevolle, onmisbare, cynische terugblik op het afgelopen jaar, die gelukkig ook regelmatig ruimte biedt voor een verlichtende bulderlach:

Peter de Wit, plastic tasjes. Eervolle vermelding Inktspotpijs 2015-2016