donderdag 31 december 2015

Jheronimus van Marcel Ruijters

JheronimusJheronimus by Marcel Ruijters
My rating: 5 of 5 stars








Bijna sprakeloos... geweldig en passend boek om 2015 mee af te sluiten en het Jeroen Bosch-jaar (Bosch500) mee te beginnen.




View all my reviews

Hebban Reading Challenge 2016 (#hrc2016) tips

Zojuist las ik Confucius, Nietzsche, and Wolf Totem dat door Mark Rowlands, auteur van het ontroerende, en tot nadenken stemmende De filosoof en de wolf: lessen over liefde, dood en geluk, op Facebook gedeeld werd, waardoor ik, voor de zoveelste keer, herinnerd werd aan het fenomenale Wolventotem van Jiang Rong. Ik weet dat er inmiddels een film van is gemaakt, maar ik heb tot nu toe niet de moed kunnen verzamelen om de film daadwerkelijk te gaan bekijken. Ik denk dat ik het toch maar moet doen... ooit.

In 2008, enige tijd nadat ik het gelezen had, schreef ik onder andere: Prachtig, zoals de religie of filosofie of - zo je wilt - de symboliek van de nomaden ervoor zorgt dat de steppe de steppe blijft en ervoor zorgt dat je je grootste vijand, tevens als je grootste medestander, zelfs totem beschouwt. Deze religie/filosofie in zijn context, in zijn tijd heeft zin... zoveel zin dat het werkt voor allemaal: de mensen, de wolven, de gazellen, het gras, de muizen, de koeien, schapen en paarden van de nomaden. Alles houdt elkaar in evenwicht. Totdat de mens, in dit geval de (han-)chinezen het eigenlijk allemaal maar jammer en verspilling vinden. Zo weinig mensen, zoveel land, dat moet beter kunnen.

Het resultaat van dat 'beter kunnen' wordt door Jiang Rong zo intens beschreven dat het bijna fysiek pijn doet en je eigen machteloosheid vrijwel ondraaglijk is. Het is om die reden dat ik de film vooralsnog niet wil zien. Ik zie enorm op tegen het ondergaan van diezelfde gevoelens. En, eerlijk is eerlijk, de voornaamste reden is dat ik ongetwijfeld weer herinnerd wordt aan het verlies van een van mijn allerbeste, allertrouwste en allergrootste vriendinnen: Bor.

DSC01223.JPG.opt429x571o0%252C0s429x571%
Nee, Bor was geen wolf, zoals in het geval van Chen Zhen, en ook geen Brenin, zoals in het geval van Mark Rowlands, maar wel een verre nicht van beide.

Twee boeken dus, die ik uit eigen ervaring van harte kan aanraden, omdat ze allebei gaan over leven en over overleven, over vriendschap, dood, geluk, verlies, liefde, pret, genieten, boosheid, natuur, filosofie, wreedheid, sublieme schoonheid, gemis, vriendschap, en vrienschap. En wolven.

Noteer dus bij
- een boek dat je niet absoluut niet wilt lezen of 
een boek dat verfilmd is of 
wie weet, bij een boek van een auteur met jouw initialen of 
een waargebeurd boek of 
een boek met een titel van maar één woord of 
een boek dat zich afspeelt op een ander continent of 
een boek van een auteur waar je nog nooit van gehoord hebt of 
een boek waarvan je moet huilen of 
een historisch boek of 
een boek met een ongelukkig einde of 
een magisch boek (okee, dat rekt de categorie een beetje op...) of 
een vrije keuze


het overdonderende Wolventotem van J. Rong. Het heel andere, maar toch hetzelfde, De filosoof en de wolf: lessen over liefde, dood en geluk van Mark Rowlands past in een aantal van bovenstaande categorieën, maar ook in
- een non-fictie boek of
- een boek met een enorm lange titel

Bovendien, afhankelijk van hoe je 'romantiek' wilt invullen, kunnen beide boeken ook nog geplaatst worden in een boek vol romantiek of een romantisch boek van een mannelijke auteur, en als je voor biografie ook autobiografie mag lezen komt ook een biografie nog in aanmerking.

Kortom, er is geen enkele reden te verzinnen om deze boeken NIET in je Reading Challenge op te nemen!

zondag 13 december 2015

Joris Laarman en David Bowie in het Groninger Museum

Vandaag bezoek ik samen met Dorien het Groninger Museum om David Bowie is te aanschouwen. Omdat we pas tussen 13:00 en 14:00 uur naar binnen kunnen, vermaken we ons eerst in de andere delen van het museum


Het Joris Laarman Lab is het eerst aan de beurt en maakt van het begin af aan een verpletterende indruk op mij. Wie wil nou niet zo'n boekenkast hebben, bijvoorbeeld?


De volgende zaal bevat stoelen, allemaal anders terwijl het model van de stoelen hetzelfde is. Achter de stoelen, op de wand, zijn de diverse vormen te zien waaruit de stoelen zijn samengesteld.




Joris Laarman vertelt in Kunststof van 23 november 2015 over zijn 3D geprinte brug, die dan wel niet in levende lijve in het museum te zien is, maar wel een van zijn Dragon Benches, die op min of meer dezelfde wijze gemaakt is.


Links op de wand (hieronder) is Heatwave, te zien. Heatwave is een "radiator die lijkt op een 'over de top' barokke wandsculptuur[..]." In Opium, uitgezonden op 3 december vertelt hij daar o.a. over.


Over deze radiator is te lezen dat "Joris Laarman niet bang was voor dit soort vormgevingskwesties. Maar het werk ging over meer dan alleen vorm. Door zijn uitbundige krullen heeft de Heatwave etra veel oppervlak en is daardoor efficiënter in zijn warmteafgifte dan wanneer er een minimalistische vorm was gebruikt. Zo maakte Laarman op ingenieuze wijze duidelijk dat het begrip 'functionalisme' in de loop van de tijd soms een hol stijlbegrip was geworden. De radiator werd aanvankelijk door het Nederlandse designcollectief Droog als elektrische radiator in productie genomen en wordt tegenwoordig in een warmwatervariant door de Belgische firma Jaga geproduceerd."


Zoals hierboven te zien is, zijn er nog veel meer ontwerpen van dichtbij te bewonderen. Het Joris Laarman Lab is tot 10 april te zien in het Groninger museum; het is de reis naar het noorden des lands meer dan waard.

In een ander deel van het museum verlustigen we (Dorien en ik) ons nog even aan postmodern meubilair van onder andere Ettore Sotsass (Carlton boekenkast) en Peter Shire (Bel Air leunstoel).


Na een overheerlijke 'vega sandwich lunch' in het restaurant is het tijd om onze bij binnenkomst al opgehaalde munt om te ruilen voor een koptelefoon met zender en de Bowie-tentoonstelling te bekijken en beluisteren.


Voor liefhebbers en fans van David Bowie geldt waarschijnlijk dat de reis naar Groningen de moeite waard is, maar ik kan er geen foto's van laten zien om dat te bewijzen, want er mag niet gefotografeerd worden. Bovenstaande is dan ook de enige die ik gemaakt heb... En ik kan vertellen dat het er behoorlijk druk en warm was.


Oh. Dat is waar ook. Natuurlijk heb ik nog wat aan mijn boekenverlanglijst toegevoegd.... die is nog niet zo lang, dus daar kan rustig nog wat bij.


maandag 30 november 2015

Kuipkoorts van Ronald Giphart en Rob van Scheers

KuipkoortsKuipkoorts by Ronald Giphart
My rating: 5 of 5 stars

Is Feyenoord uniek? Is het Legioen uniek? De Kuip? De helden van de club? Bevat Kuipkoorts unieke verhalen, of is het mogelijk om dezelfde verhalen te vertellen over andere clubs en hun aanhangers. Zet iedere supporter die niet zelf in het stadion aanwezig kan zijn, de tv uit als haar club met twee nul achter komt te staan? Niet omdat zij bijgelovig is, maar net als Rob & Ronald ervan overtuigd is dat haar club beter presteert als zij niet naar de wedstrijd kijkt? Gaat zij ook eerst de uitslag controleren alvorens te besluiten naar Studio Sport te kijken. En mijdt zij bij een verlies ook niet alleen dat programma, maar alle media tot pakweg het volgende weekend?
Of is Feyenoord uniek, omdat - zoals Anna Enquist aan Ronald & Rob uitlegt - we hier toch te maken hebben met De Eerste Club In De Geschiedenis Van Het Nederlandse Voetbal Die De Europacup I Won.[...] Al snapte ze ook wel dat juist door het winnen van de Europacup en de Wereldcup het toenmalige Feyenoordelftal alle daaropvolgende generaties met een enorm probleem heeft opgezadeld. 'Hoe moet je dat succes nog overtreffen? Het niveau waarop Feyenoord de afgelopen tien jaar voetbalde, heeft met die gloriejaren helemaal niets te maken, al denken de supporters van wel.'

Het antwoord daarop is niet in Kuipkoorts vinden, behalve - wellicht - voor supporters van andere voetbalclubs. Net als het antwoord op het waarom van het rampzalig slechte einde van het seizoen 2014-2015 niet te vinden is in dit boek, hoewel Ronald & Rob daar, wie weet, een rol in hebben gespeeld. Niets valt uit te sluiten. Zij schreven in 1998 tenslotte De liefde die Feyenoord heet waarin het resultaat van een seizoen lang samen met een gast de thuiswedstrijden van Feyenoord bekijken en becommentariëren was opgenomen. Dat was geen best seizoen: eind oktober werd de toenmalige trainer ontslagen, nadat achtereenvolgens uit van Groningen, Willem II en de aartsrivaal was verloren. Die laatste wedstrijd bezegelde het lot van Arie Haan, maar het seizoen kwam nooit meer goed. Vierde eindigde Feyenoord toen.

Dit keer starten Rob & Ronald niet aan het begin van het seizoen, maar op 14 december 2014 met nog drie wedstrijden te gaan tot de winterstop. Feyenoord speelt thuis tegen AZ en Ronald & Rob hebben het echt naar hun zin. Sterker nog: De eerste twintig minuten van Feyenoord-AZ zijn misschien wel de mooiste twintig minuten die we in De Kuip hebben meegemaakt. Althans, dit seizoen. Feyenoord speelt tikkitakki-oppermachtig en blaast die Alkmaarse gatenkaaskoppen van het veld.[...]Dit is het beste Feyenoord aller tijden! Dan...
Scoort AZ.
Precies zoals een voorspelbaar Feyenoord-potje gaat.
Bummer.
En AZ scoort nog een keer.
Andermaal een bummer. Nu staan wij dus achter met 0-2.
'Nou lekker dan,' zegt een van ons.
'De wassende wateren des onheils kolken over de boorden van De Kuip, en dat uitgerekend op onze terugkomdag...' , zegt de ander.
'Wacht Rob, die schrijf ik even op.'

Er is in 16 jaar niets veranderd, constateren ze. In de rust vragen ze zich af of het wellicht beter is, in het belang van de club, om nooit meer naar een wedstrijd van Feyenoord te gaan. Sterker nog, ze overwegen een soort Paard van Troje-achtige actie om zich voor te doen als 020-fans en zo het onheil en de rampspoed een andere, noordelijker gelegen plaats te geven. Na de rust verwachten Rob & Ronald dat het legioen zich steeds misnoegder zal gaan opstellen - zoals gebruikelijk was in 'hun tijd' - maar niets is minder waar! Ook Ronald & Rob worden uiteindelijk gegrepen door de opbeurende mindfullness van positiviteit en als Feyenoord dan ook nog in de allerlaatste extra speelminuut op gelijke hoogte komt met AZ is het kampioenschap dan wel buiten bereik, maar toch iedereen tevreden. Het plan gaat door, het boek zal er komen, en dit wordt een geweldig seizoen.

Was dat laatste waar geweest, dan waren Rob & Ronald op 17 mei 2015 klaar geweest en de laatste hoofdstukken over de wedstrijden in april en mei vast een stuk langer. Het seizoen loopt echter zo treurig en triest af, dat niet gestopt kan worden. In Kuipkoorts moet de koorts weer oplopen, en dus besluiten ze, in overleg met de uitgever, door te gaan. Tot Feyenoord daar staat waar het hoort. Bovenaan.
Daarom bevat Kuipkoorts niet een half seizoen maar een bijna-kalenderjaar vol heerlijke Feyenoordervaringen, met zowel downs als ups, verluchtigt met door potlood uit het papier gehouwen Feyenoordkoppen, afgesloten met een epiloog als uit een koortsdroom. Het is niet alleen de daarin beschreven gebeurtenis die een koortsachtig mooi einde oplevert, maar het illustreert daarnaast uitstekend het participerende schrijverschap van beide heren. Voor even en voor slechts de tweede keer in het boek laten zij het licht-irritante alles ironiserende moppentrommel-toontje waarvan alleen mede-supporters zich mogen bedienen, varen:
El Ahmadi bezorgt de bal hard in de zestien, richting Kuyt, en dan gebeurt het. Met een onnavolgbare carambole weet Joël Veltman zijn eigen (ingevallen) keeper Cillessen te verschalken: 1-0.
Dat zijn de mooiste.
De eerste overwinning op Ajax sinds 29 januari 2012 is een feit, de match van John Guidetti. Sterker nog, de tweede overwinning in de afgelopen 24 klassiekers is een feit.
Lucky Feyenoord.
Ook dat nog.
Niets meer aan doen.

Lekker puh. Op naar de Coolsingel. I hope you'll be back, Ronald & Rob.

Gerecenseerd voor De Leestafel non-fictie

View all my reviews

maandag 16 november 2015

Zo word je een geweldige dichter van Ellen Deckwitz

Zo word je een geweldige dichterZo word je een geweldige dichter by Ellen Deckwitz
My rating: 4 of 5 stars

"Do not underestimate what makes you happy", zei de ex-soldaat
en voorzag de gekleurde pony van een paarse staart

Aan alles is te merken dat Ellen Deckwitz niet voor het eerst over dichten vertelt. Dat blijkt uit wat, hoeveel én hoe graag ze over poëzie en het schrijven ervan vertelt. Hoe word je een geweldige dichter staat vol bruikbare tips zonder saai of ingewikkeld te worden. Zo legt ze in Wat is een gedicht uitermate kort en kernachtig uit waaruit de taal van de poëzie bestaat, nl. regel, strofe, enjambement, symbool, metafoor, rijm, ritme en metrum. Daarna volgen nog een paar alinea's over dichtvormen en beelden, en dat is het dan. Voor meer theorie moet je een ander boek aanschaffen, Deckwitz wil over het schrijven vertellen, hoe je aan originele ideeën kunt komen, hoe je die het beste kunt uitwerken en waar je goede voorbeelden kunt vinden. Goed schrijven begint namelijk met goed lezen.
Deckwitz raadt aan om bloemlezingen te lezen, waarvan De dikke Komrij van Gerrit Komrij en Domweg gelukkig in de Dapperstraat van C.J. Aarts de bekendste zijn,  en vult dat aan met een overzicht van binnenlandse en buitenlandse dichters. Een andere bruikbare leestip is de site literairetijdschriften.org waar diverse aan poëzie gewijde tijdschriften kunnen worden gevonden. Jammer genoeg vergeet Deckwitz de serie Eerste hulp bij het lezen van gedichten in NRC Next te noemen, want ook die serie is een aanrader.

Naast raadgevingen geeft Deckwitz regelmatig schrijfopdrachten die te herkennen zijn aan een kader voorzien van het kopje Aan de slag. In het hoofdstukje over Originaliteit zijn twee schrijfopdrachten opgenomen: lees elke dag en houdt een leeslijst bij. Opdrachten, dus, waarvan verwacht mag worden dat een aankomend dichter daar geen moeite mee heeft. Erg orgineel zijn ze echter niet, maar dat verandert in de daaropvolgende. Formuleren wordt bijvoorbeeld besloten met de opdracht om uit een paar observaties - die het resultaat zijn van Aan de slag (4): verzamelen te kiezen en die te op te schrijven alsof ze worden uitgesproken door
- een minister-president die de pers toespreekt
- een zeer dronken persoon uit een achterstandswijk
- een zeer dronken persoon uit Wassenaar
- iemand van wie het Nederlands niet de eerste taal is

Een van de aardigste en zeker niet voor de hand liggende suggesties is te vinden in het hoofdstukje Rijmvondst: ga rijmen, omdat het je denken in een andere richting stuurt. De zo gevonden beelden en ideeën kunnen vervolgens weer in een niet-rijmend gedicht worden gebruikt. Of, anders gezegd en vrij naar Reve: "het rijm is niet uitsluitend een beperking, het is ook een bevrijding." Een andere raadgeving, speciaal voor mensen die te kritisch op zichzelf zijn en nooit iets goed genoeg vinden, luidt: schrijf 's morgens vroeg! Die 'innerlijke criticus' is namelijk geen ochtendmens. En voor wie zich zorgen maakt over de originaliteit van een zojuist geschreven gedicht is er de Google-vertaaltoets, of de tip om over borstvoeding op een begraafplaats te gaan schrijven.

Hoe wordt je een geweldige dichter bestaat uit vier delen: Zaken om vooraf bij stil te staan, Een basis maken: over inspiratie, Van idee naar gedicht en De puntjes op de i. Een logische opdeling met korte, duidelijk hoofdstukken waarin bruikbare, verrassende opdrachten en tips staan die helpen om - op termijn - een geweldige dichter van je te maken. Deckwitz maakt haar woorden in de Inleiding waar wanneer ze zegt dat het haar erom gaat dat "je jezelf leert verrassen. Want je bent tot veel meer in staat dan je denkt. Schrijven is op zijn tijd frustrerend, ingewikkeld en zeer teleurstellend. En toch weet ik zeker dat het je heel, heel blij zal maken."

Gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

woensdag 11 november 2015

Superschool van Eric van 't Zelfde

SuperschoolSuperschool by Eric van 't Zelfde
My rating: 5 of 5 stars

28 oktober 2015: Bussemaker laat sociale ongelijkheid onderwijs onderzoeken (NOS.nl).
31 oktober 2015: Zorgen Bussemaker over kansarmen zijn niet serieus te nemen (Volkskrant), Hoe dichten we de kloof in het onderwijs (Trouw), Beste scholen mogen regels laten varen (Friesch Dagblad).
2 november 2015: School moet veel, maar krijgt weinig middelen (Trouw), Zij moeten het écht gaan maken (NRC Next).

Zomaar een paar koppen over onderwijs. Een 'best wel belangrijk' onderwerp, zeker voor de kinderen in Charlois (spreek uit Chaarloos) te Rotterdam. Als Eric van 't Zelfde in mei 2009 begint als directeur van 'de locatie Nachtegaalplein' zijn de eindexamenresultaten van de leerlingen echter bedroevend slecht en heeft de school het predicaat 'zwak'.
In zijn eerste toespraak meldt Van 't Zelfde dat zij zich vanaf dat moment als 'het Schmidtje' van het onderwijs gaan opstellen. Schmidtje is Schmidt Zeevishandel, een begrip in Rotterdam en voor lezers van de jaarlijkse haringtest in het AD. Om op termijn net zulke fantastische resultaten te halen als Schmidt moet Van 't Zelfde op diverse terreinen keihard aan de slag, te beginnen op het terrein van veiligheid, want 'leerlingen die zich veilig voelen, presteren beter en ontwikkelen zelfvertrouwen. Bij docenten die zich veilig voelen, is de kwaliteit van de lessen veel beter.'
Omdat tijd niet een luxe is waarover Van 't Zelfde kan beschikken, moet hij de school veiliger zien te krijgen, terwijl ondertussen van een deel van de docenten afscheid genomen moet worden. 34 veelal uitgebluste, niet voldoende (meer) presterende docenten verlaten de school. Bovendien besluit van 't Zelfde om de op dat moment gehanteerde onderwijsvisie te vervangen: kernteams waarin alle leerlingen van alle niveau's door elkaar zitten, onderwijl de lesstof 'zelf ontdekkend tot zich nemend' onder begeleiding van 'coaches' wordt verboden. Geen competentiegericht of adaptief onderwijs meer, maar 'old school' lesgeven. Geen coaches meer, maar docenten. En 'last but not least' geeft Van 't Zelfde de school haar naam terug: Hugo de Groot, liefdevol afgekort tot de Hugo.

Elf hoofdstukken vol soms afgrijselijke verhalen en voorbeelden verder is de Hugo, dankzij de tomeloze inzet van velen onder leiding van Van 't Zelfde een superschool geworden. In 2015 zijn wederom álle eindexamenkandidaten geslaagd. De instroom van nieuwe leerlingen is van nog geen 40 in 2010 tot boven de 160 in 2014 gegroeid. Dat betekent echter niet dat alle problemen opgelost zijn. Integendeel zelfs. Die toename aan nieuwe leerlingen, onder andere veroorzaakt door de goede naam die de school inmiddels heeft opgebouwd, zorgt ervoor dat de al bestaande financiële problemen nog groter worden. Een van de redenen daarvoor is dat de bekostiging van een school gebaseerd is op het aantal leerlingen van het vorige jaar.
Van 't Zelfde vat de situatie aan het begin van schooljaar 2015-2016 samen en meldt o.a. dat het docententekort is 'opgelost' door vakken te schrappen en het aantal lesuren per week fors te verlagen, dat er een geldinzameling voor een leerling wordt gehouden omdat deze in de vakantie is bevallen, dat hij de overheid moet vertellen of er wel voldoende aandacht is voor homoseksualiteit en radicalisering in de lessen, dat er vanwege geldgebrek niets aan de blank staande kelder kan worden gedaan, een zieke docent niet vervangen kan worden, er niets met de functiemix kan worden gedaan en niet kan worden voldaan aan de in de CAO afgesproken lesreductie.
De staatssecretaris van Onderwijs meldt dat het onderwijs 'professioneler' moet, dat zij de leerlingen meer moet 'laten excelleren', terwijl Van 't Zelfde probeert te achterhalen hoe het nu precies zit met de slaag/zakregeling van de rekentoets die dan nog niet eens definitief is ...

Dit boek doet pijn, maar moet gelezen worden. Door politici en overheidsdienaren, de minister van Onderwijs voorop, door ouders, docenten, besturen/colleges van scholen en verder iedereen die onderwijs belangrijk vindt en een warm hart toedraagt. De Hugo, onze Hugo, moet, net als alle andere scholen, in staat worden gesteld om kinderen veilig en excellent onderwijs aan te bieden. Minder is geen optie.

Gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

zondag 8 november 2015

Doorgang van David Mitchell

DoorgangDoorgang by David Mitchell
My rating: 4 of 5 stars

Een geschikte jongen, het eerste deel van Doorgang schreef David Mitchell in juli 2014 in de vorm van 280 tweets:

— David Mitchell (@david_mitchell)
July 14, 2014
We get off the Number 10 bus at a pub called ‘The Fox and Hounds’. ‘If anyone asks,’ Mum tells me, ‘say we came by taxi.’

— David Mitchell (@david_mitchell)
July 14, 2014
‘I thought lying was wrong,’ I say. Butter wouldn’t melt in my mouth. Mum gives me a look. ‘It’s called “creating the right impression”.’

— David Mitchell (@david_mitchell)
July 14, 2014
A lorry rumbles by. ‘Besides,’ adds Mum, ‘if your *father* paid what the judge told him to pay, on time, we would travel more by taxi.’

Aan het woord zijn Nathan en zijn moeder Rita Bishop die, rond Halloween 1979, op zoek zijn naar Slade House, het huis van Lady Norah Grayer. Nathan is gekleed in een jeukend tweed jasje, voorzien van vlinderdasje en ook zijn moeder ziet er op haar paasbest uit. Ze zijn uitgenodigd voor een muzikale soiree en Rita, werkloos concertpianiste, hoopt via de daar aanwezigen weer aan het werk te komen.Na enig zoeken vinden ze de ingang naar de tuin van Slade House in de vorm van een kleine ijzeren deur. Via de ogen, oren en gedachten van waarschijnlijk autistische Nathan, die licht onder invloed is van de van zijn moeder gejatte valium, wordt het bezoek aan Norah en Jonah Grayer verteld. Naarmate de tijd vordert krijgen de gebeurtenissen een steeds vreemder, griezeliger tintje. Nathan wijt dat aan de valium, en stapt daardoor nietsvermoedend en opgewekt een verschrikkelijk lot tegemoet. Van de Bishops wordt nooit meer iets vernomen.
Negen jaar later wordt rechercheur Gordon Edmonds op pad gestuurd om de verdwijning van de Bishops nogmaals te onderzoeken naar aanleiding van een tip van ene Fred Pink, de man die de Bishops negen jaar eerder geholpen had Slade Alley te vinden. Het loopt voor Edmonds niet goed af, net zomin als voor Sally Timms die in 1997 als lid van een paranormaal gezelschap de plek des onheils onderzoekt. Sally Timms' oudere zuster vergaat het, wederom negen jaar later, helaas niet veel beter. In 2015 is Iris Marinus-Fenby het door de Grayers geselecteerde slachtoffer. Niet de meest gelukkige keuze van broer en zus Grayer, zoals lezers die de naam van het beoogde slachtoffer herkennen, zullen weten.

Doorgang speelt zich af in de wereld die Mitchell met zoveel zorg heeft opgebouwd in het vorig jaar verschenen Tijdmeters, maar kan los daarvan gelezen worden. Als in een door de Grayers 'opgebouwde' bede ter verleiding van Sally Timms, de vermomde Jonah vertelt dat zijn moeder zojuist Gedehydreerde embryo's van Crispin Hershy heeft vertaald, zullen lezers die Tijdmeters kennen vast grijnzen maar dat is alles. Mitchell verlicht namelijk ook op andere wijze regelmatig het gotisch aandoende verhaal, door personages de draak te laten steken met zichzelf of hun schrijver. Jonah eindigt bijvoorbeeld een enorme uitleg over de gang van zaken in de zojuist afgelopen bede met de woorden: "Was dat niet een opsteker? Ik voel me net zo'n detective die in de slotscène van zo'n whodunit de hele toedracht uit de doeken doet."
Die spottende opmerkingen zijn nodig, want ze maken de delen waarin Mitchell moet (laten) uitleggen hoe de Grayers zijn verworden tot wat ze zijn en Slade House is wat het is, acceptabeler. Gelukkig weet Mitchell dat uitleggen meestal te vermijden door wat in het eerste verhaal nog duister en vreemd is, in de daarop volgende verhalen beetje voor beetje toe te lichten zodat je uiteindelijk niet meer verbaasd bent over operandi, lacunes, bedes, banjaxen of een huis dat er niet kan zijn, maar er toch is.

Als er één nadeel is aan Doorgang, dan is het wel het feit dat het slechts 206 pagina's dik is. Het had zoveel meer fantastische Mitchelliaanse doorkijkjes in de tijd opgeleverd als de Grayers om de drie jaar hadden moeten ...

Gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

zaterdag 7 november 2015

ss Rotterdam. Een beknopte scheepsbiografie. van Arnout en Nico Guns

ss Rotterdamss Rotterdam by Arnout Guns


"Als voormalig vlaggenschip van de Holland-Amerika Lijn en cruiseschip heeft het ss Rotterdam vele wereldzeeën bevaren. Ontdek de vele verhalen van “La Grande Dame” en beleef de authentieke sfeer terwijl u komt eten en drinken, overnachten, feesten, vergaderen of werken."

Bovenstaande is te lezen op de website ssRotterdam. Onderstaande stond in september 1959 in het extra uitgebrachte nummer van het Dagblad Scheepvaart van Uitgeverij Wyt te Rotterdam:

"Rederij, werf en toeleveringsindustrie zijn met recht trots op dit gigantische schip, dat de roem van de Nederlandse scheepsbouw over de wereld gaat uitdragen. [...] Moge dit nummer er toe bijdragen dat het schip en zijn inrichting tot blijvend geestelijk bezit van zeevarend Nederland worden."

De bouw van de Rotterdam begon op 14 december 1956 door een bodemplaat van 10 bij 12 meter, 25 ton wegend op een helling van de RDM (Rotterdamsche Droogdok Maatschappij NV) te plaatsen. Met het ontwerpen van het schip was al in 1938 begonnen, maar door de oorlog kwam alles stil te liggen. Pas in 1952 werd er weer een ontwerp uitgedacht voor de Rotterdam. Waar de eerste ontwerpen nog uitgingen van een stoomschip dat door de Holland-Amerika Lijn (HAL) ingezet zou worden op de trans-Atlantische vaart, werd er bij het latere ontwerp van het schip al rekening gehouden met het feit dat de populariteit van het vervoer per schip tussen Amerika en Europa spoedig zou afnemen ten gunste van de luchtvaart. Het schip moest dus ook geschikt zijn als cruise-schip.

Het uiteindelijke ontwerp zou, zo valt te lezen in SS Rotterdam. Een scheepsbiografie 'een uitzonderlijk, onconventioneel schip worden, dat in de gehele nautische wereld ver- en bewondering wekte.' Waarom dat zo was, wordt niet alleen duidelijk verteld, maar ook door talloze afbeeldingen in de vorm van foto's, schetsen, aantekeningen, ontwerpen en 'impressies' uit brochures getoond. Dat geldt niet alleen voor het hoofdstuk over de ontstaansgeschiedenis van het schip, maar ook voor de hoofdstukken die gewijd zijn aan de installaties en de interieurs.

Na deze uitgebreide kennismaking met de Rotterdam volgen nog 3 hoofdstukken over het leven van het schip: Varen voor de HAL, Een onzekere toekomst en Een glorieus nieuw bestaan waarin allerlei namen van personen en bedrijven langskomen die bij de meeste lezers regelmatig (alarm)belletjes zullen doen rinkelen. Ook bij degenen die helemaal niets van schepen, droogdokken, zeeën, cruises en aanverwante onderwerpen afweten. Op de officiële proeftocht werd het schip bijvoorbeeld door koningin Juliana in het bijzijn van haar man, prins Bernard, ceremonieel overgedragen van de RDM naar de HAL. Prinses Beatrix was een van de passagiers op de maidentrip van de Rotterdam naar New York. Uitgebreid wordt verhaald over die eerst heen- en terugreis, net als over de cruises die het schip in de winter maakte, door fragmenten uit het havenjournaal op te nemen:

[...] Op 21 april 1960 te 15u30 werd het stoffelijk overschot van de overleden passagier F.T. in een metalen doodskist gelegd op advies van de scheepsarts. De doodskist werd hermetisch dichtgesoldeerd. [...]

De Rotterdam werd in 1997, na 38 jaar vlaggenschip van de HAL te zijn geweest verkocht aan het Amerikaanse Premier Cruises, die het schip, dat inmiddels enigszins uitgewoond was, renoveerde en van een nieuwe naam voorzag: Rembrandt. Het zou geen gelukkige tijd worden, maar het duurde ook niet lang: in september 2000 trok een Amerikaanse investeringsbank de stekker eruit en werden alle schepen direct, nog tijdens het uitvoeren van de cruises, naar de dichtstbijzijnde haven geleid en aan de ketting gelegd. De Rembrandt eindigde aan de ketting in Halifax en werd na het faillissement naar Freeport op Grand Bahama gevaren.

In de daarop volgende periode werd er door diverse partijen geprobeerd om het schip weer in Nederlandse handen te krijgen om het van de ondergang te redden, zoals de Stichting behoud stoomschip Rotterdam, RDM samen met het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam (waarbij Joep van den Nieuwenhuizen een belangrijke rol speelde), De Rotterdam BV (een consortium van de Rotterdamse woningcorporatie Woonbron en investeringsmaatschappij Eurobalance BV), en uiteindelijk WestCord Hotels. Zij openden op 15 februari 2010 de Rotterdamse deuren voor het publiek, nadat het schip via-via in 2008 in Rotterdam was teruggekeerd en knapten het (verder) op tot de plek, zoals bovenaan beschreven.

Het hele leven van dit schip is in woord en beeld bijna van minuut van minuut opgetekend door Arnout en Nico Guns, die er voor verantwoordelijk zijn dat de trots op dit Rotterdamse, maritieme pronkstuk van de pagina's afspatHet hele leven van dit schip is in woord en beeld bijna van minuut van minuut opgetekend door Arnout en Nico Guns, die er voor verantwoordelijk zijn dat de trots op dit Rotterdamse, maritieme pronkstuk van de pagina's afspat en afstraalt op de lezer. Ons schip. Ons pronkstuk.

Gerecenseerd voor Leestafel

View all my reviews

dinsdag 3 november 2015

Mijn tweede leven van Ton Oosterhuis

Mijn tweede levenMijn tweede leven by Ton Oosterhuis
My rating: 2 of 5 stars

Don't judge a book by its cover,  zei Mr. Tulliver in George Eliot's The Mill on the Floss (1860) terwijl hij de buitenkant van Daniel Defoe's The History of the Devil bewonderde. Een waarheid als een koe. Een prachtige buitenkant staat niet garant voor dezelfde kwaliteit binnenin (én andersom), maar het helpt wel.

In het geval van Mijn tweede leven van Ton Oosterhuis is het in ieder geval zo dat hij, en niet de marketingafdeling van de uitgever verantwoordelijk is voor wat er op de voorkant van zijn boek is afgebeeld: een door hemzelf geschilderde bos bloemen. De reden is, zo vertelt hij in Verklaring van de titel, dat hij dat wel passend vond voor deze bloemlezing uit bloemlezingen.
Hij vertelt in datzelfde stuk dat Miep Diekman ooit over hem had geschreven dat hij twee levens had moeten hebben omdat hij zoveel belangstelling heeft voor alles: dichten, liedjesschrijver, verhalen, cabaretteksten, vertalingen en dan is hij ook nog eens een - zo zegt hij zelf - amateuristische zondagsschilder. Met die laatste omschrijving slaat hij de overbekende spijker bovenop de kop, want dit is inderdaad precies wat je verwacht van een bos bloemen geschilderd door een zondagsschilder: oubolligheid ten top.

Zo'n begin helpt niet. Gelukkig begint het boek met een aantal aardige anekdoten over zwerftochten die sommige van zijn liedjes gemaakt hebben, zoals bijvoorbeeld Zon op een plankje. Het lied dat Oosterhuis in 1959 schreef wordt in datzelfde jaar door het volkskundig tijdschrift Neerlands Volksleven beschreven als 'een anoniem vers uit de bezettingstijd' en 'een lied dat niet Nederlandser en eigentijdser kan zijn':

Zon op een pleintje met schaduw van bomen,
spelende kind'ren, een lied en een lach,
mannen die fluitend van 't werk huiswaarts komen,
dat is wat ik in mijn dromen zag.

Refrein:
Klinkt, klokken van de toren,
maait, maaiers, maait het koren,
zingt, laat je lied'ren horen
laat ze klinken, klinken door het wijde land.

't Is nog een droom, maar miljoenen beleven
sterk dit verlangen naar zonlicht en vreê,
duizenden willen, als wij, alles geven,
dragen die droom in hun hart steeds mee.

Refrein

Dwars door een wereld in angsten gevangen,
dwars door een tijd die de ogen verblindt,
gaan wij en zingen van droom en verlangen,
omdat wij weten dat Vrijheid wint!

Refrein


Dat het tijdschrift het liedje zo'n 14 jaar ouder schat dan het is, is niet zo heel raar, maar dat is niet het enige waarmee ze mis zitten. Oosterhuis schreef dit versje namelijk tijdens een jongerenkamp in Stockholm, terwijl hij onder de indruk was van de Zweedse dansen en liederen. Zo Nederlands is het dus helaas niet...

Het is jammer dat deze paar anekdoten aan het begin, samen met de door Oosterhuis vertaalde Shakespeare-sonnetten aan het eind, de enige hoogtepunten zijn in een verder rommelig, zonder enige samenhang, samengesteld bundeltje. Het bevat liedjes, teksten, fragmenten, historische (jeugd)verhalen en vertaalde gedichten, voor elk wat wils en daarom voor niemand van voor tot achteren interessant. Het was voor Oosterhuis zelf waarschijnlijk erg leuk om dit boekje samen te stellen, maar voor de lezer helaas te hapsnap en veelal te verouderd. Een boekje, dus, waarvan de omslag precies past bij de inhoud en daarom rustig op basis daarvan beoordeeld mag worden..

Gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

vrijdag 2 oktober 2015

De snor van József Kiprich van Michel van Egmond

De snor van József KiprichDe snor van József Kiprich by Michel van Egmond
My rating: 5 of 5 stars

De snor van József Kiprich is voorzien van een kaft waarop een snorretje is afgebeeld dat eerder doet denken aan die van Hercule Poirot dan die van József Kiprich, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de achtergrond die bestaat uit de enig juiste combinatie van rood en wit. Binnenin, zo staat op de kaft vermeld, bevinden zich de beste Feyenoordverhalen. Geschreven door Michel van Egmond, auteur van diverse best sellers op voetbalgebied zoals Gijp, Kieft en Topshow.

Vijftien jaar heeft van Egmond Feyenoord gevolgd, hij is met die club de halve wereld over gereisd, maar op de vraag 'Hou je van Feyenoord' geeft hij in een radio-interview een ontkennend antwoord. Hij kan en wil zich niet vergelijken met al die mensen die hun leven inrichten op Feyenoord, waarbij een verliespartij van deze club hen door de ziel snijdt.
Bovendien ziet hij, behalve de mooie kanten. ook de lelijke kanten van het Legioen en is er een tijd geweest dat hij daar zo'n afkeer van had dat dat hem zelfs ervan weerhield om naar wedstrijden te gaan. Maar hij kwam terug, omdat de schoonheid toch overheerst, omdat de club en het Legioen fascinerend zijn. Omdat hij het antwoord op de vraag 'Waarom is deze club zo ontzettend belangrijk, zo ontzettend groot voor zoveel verschillende mensen?' nog steeds niet heeft kunnen beantwoorden.

Misschien is een deel van het antwoord te vinden in Het evangelie van József dat van Egmond in 2004 schreef: "Feyenoord-supporters hebben altijd de neiging gehad de onderlinge gelijkenissen met hun idolen te zoeken, veel meer dan de verschillen. [...] Het beste voorbeeld: Ed de Goeij. Hij was populair bij de fans. Maar onder zijn te korte spijkerbroeken droeg hij dan ook dezelfde witte tennissokken als zij. Tussen de middag ging hij vaak naar huis om samen met zijn vrouw een boterhammetje te eten. In zijn vrije tijd legde hij graag een puzzel. Er is een periode geweest dat hij zelfs het lichaam van een supporter had. [...] Feyenoord-supporters moeten er niet aan denken om elf godenzonen te moeten aanmoedigen. Ze zouden ervan over hun nek gaan."
Misschien geeft Luuk het antwoord wel in Altijd op zoek naar de verloren tijd geschreven in het najaar van 2005 die op de vraag of hij zou willen ruilen met de erelijst van die andere club uit 020, zijn hoofd schudt en zegt:

'Ruilen? Voor geen goud.'
- Waarom niet?
'Feyenoord zou Feyenoord niet meer zijn.'
- Hoe bedoel je?
'Nou, het steeds maar opnieuw hopen en dan teleurgesteld worden, dat hoort ook heel erg bij deze club. Bovendien maakt het de ontlading extra groot op het moment dat het wél lukt.'
- Dus je zou het niet prettig vinden om drie keer achter elkaar landskampioen te worden?
'O nee. Ik zou niet weten hoe ik me moest gedragen.'

Niemand kan het uitleggen, maar elke Feyenoorder snapt het. En of hij nou wil of niet, van Egmond snapt het ook. Het antwoord zit onherkenbaar en tegelijkertijd overduidelijk vervlochten in alle verhalen in De snor. Waarbij moet worden aangetekend dat het in de verhalen geschreven voor 2011 zichtbaarder is dan in de latere verhalen. Dat heeft wellicht te maken met de veranderingen die sinds die tijd in het (Nederlandse) voetbal hebben plaatsgevonden, want zoals van Egmond constateert: met het overlijden van Coen Moulijn is een tijdperk afgesloten. "Feyenoord is niet langer een rijke club met arme spelers [...], maar een arme club met rijke spelers."

Het volledigste en simpelste antwoord op de vraag geeft van Egmond echter al helemaal voorin in het boek:

Ter nagedachtenis aan:
Fred Blankemeijer (1916-2010)
mijn favoriete Feyenoorder aller tijden

Daarom is Feyenoord belangrijk: door zoveel mensen.

Gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

donderdag 1 oktober 2015

Lezen met ALS van Pieter Steinz

Lezen met ALSLezen met ALS by Pieter Steinz
My rating: 4 of 5 stars

Karel van het Reve vertelt in De ondergang van het morgenland dat bij hem in de jaren dertig een Komintern-agent, Karl genaamd, een Duitser, thuiskwam. "Het was een aardige man. Hij sprak altijd heel zachtjes en rookte Egyptische sigaretten. Hij is tijdens de oorlog in Duitsland gearresteerd en onthoofd. Af en toe denk ik aan hem. Wie zal als ik dood ben aan hem denken?"

Alle lezers van Karel van het Reve, meent Pieter Steinz, omdat je pas vergeten bent als je naam niet meer genoemd wordt. Dat zou Pieter Steinz graag aan Gus, een van de twee hoofdpersonen uit Een weeffout in onze sterren vertellen, als hij zou hebben bestaan. Dat zou Gus vast getroost hebben.

Zelf heeft Pieter Steinz deze troost niet nodig. Troost is niet de reden voor dit boek. Afleiding ook niet, net zomin als herinnerd willen worden. Steinz wil wat Thoreau wilde: "to drive life into a corner and reduce it to its lowest terms". Steinz had daarbij voor ogen om "te noteren wanneer het bestaan als ten dode opgeschreven patiënt minderwaardig was [...] én wanneer het subliem was [...]" en dat te doen aan de hand van boeken die hij zich herinnerde en die hij las. Zo moet Steinz op zijn 51ste verjaardag denken aan De verjaardag van alle anderen van Toon Tellegen omdat het alweer zijn tweede verjaardag is die hij viert nadat de diagnose ALS bij hem gesteld is. Net als de hagedis in het boek, voelt het alsof hij tijd cadeau heeft gekregen. En net als de eekhoorn en de mier hoopt hij dat de tijd zin zal krijgen om stil te staan. "Want als hij echt stil wilde staan, dan kon hij dat. Dat wisten ze."

Situaties, maar vooral ook mensen, doen Steinz vaak denken aan boeken en personages uit boeken. Er is een arts, een behandelend arts die voor hem de coördinatie moest doen van alle (para)medische diensten, die beschreven wordt als een Dobby, "de huiself in de Harry Potter-cyclus die zichzelf slaat of met zijn voorhoofd tegen de muur bonkt als hij een fout heeft gemaakt", met het postuur van Mr Pickwick, het draaierige van Uriah Heep en voorzien van een flinke dosis tegen-beter-weten-in-optimisme van Mr Micawber. Rowling meets Dickens, zogezegd.
Alle raadgevingen, suggesties voor hulp- en geneesmiddelen die Steinz ongevraagd ontvangt op het moment dat hij bekendmaakt dat hij aan de spierziekte ALS lijdt, doen hem denken aan Het sleutelkruid van Paul Biegel. Het sleutelkruid neemt daarbij diverse, vaak Aziatische, vormen aan: scalp-acupunctuur, voetbaden om het gebrek aan Yang te herstellen, mediaanmassages, werken met een 'photon moxibustion'-apparaat (in Taiwan), natuurgeneesmiddelen uit Peru, biofotonentherapie, bloedelektrificatie, elektromagnetische pulsering of soep van groene bonen, selderij en courgette. En geaard slapen, natuurlijk.

Steinz overpeinzingen naar aanleiding van wat hij meemaakt als gevolg van de diagnose en het verloop van de ziekte trekken geen tranen, verwonderen niet (mits je de kronkelige krochten van 'de zorg in Nederland' daarbij niet meetelt), amuseren regelmatig, maar laten je vooral verlangen naar lezen of herlezen van de door hem genoemde boeken. Het meest in het oog springende is echter het plezier dat Steinz zelf heeft beleefd aan het schrijven van deze columns, omdat dat uit elk woord in elke zin op elke pagina blijkt en aanstekelijk werkt op je eigen humeur. Het leven is geweldig, een lezend leven nog geweldiger en schrijven over levenslang lezen is het geweldigst.

Gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews

woensdag 30 september 2015

Outsider art uit de Stadshof Collectie (Gemeentemuseum Den Haag 26 september 2015)

Een paar maanden geleden vroeg ik een vriendin of ze wellicht meewilde naar Met nieuwe ogen, een tentoonstelling in Arnhem, maar zij kwam met het tegenvoorstel om naar het Gemeentemuseum Den Haag te gaan om - in ieder geval - de tentoonstelling Op reis met de Haagse school en het gebouw zelf te bekijken. Toen ik zag dat er op 26 september, de dag die we overeen gekomen waren voor onze uitstap, 'Outsider art' te zien zou zijn, was ik direct om. Omdat we nogal een eind uit elkaar wonen, spraken we in Den Haag af, bij het Centraal Station.

Vandaar is het maar een paar minuten naar het Gemeentemuseum. We vonden bijna recht voor ingang van het museum een parkeerplek. Gratis! Waar kom je dat nog tegen?



Op de voorlopige, spontaan opgestelde agenda stonden de volgende activiteiten:
  1. koffie nuttigen in het zonovergoten cafetariaplein van het museum
  2. bezichtigen Dematons' Op reis met de Haagse school
  3. bezichtigen Outsider Art
  4. lunchen
  5. snuffelen in de museumwinkel 
  6. wat verder in het oog springt, bekijken: In the Picture of Mondriaan & De Stijl of Wonderkamers
Versterkt door een medium espresso (en Leonidasbonbons) was het tijd voor Charlotte Dematons. De tentoonstelling is te vinden in de kindermuseumzaal. Waarschijnlijk was het te mooi weer om in het museum rond te wandelen en was er daarom geen kind te bekennen. Iets wat ik, eerlijk gezegd, bepaald geen ramp vond....


Van alles wat in deze zaal te zien is, vind ik de foto Girl with crossed arms van Loretta Lux, die ik direct als zodanig herkende vanwege de sfeer, het meest intrigerend en het mooist.


De Outsider Art tentoonstelling, die aan de andere kant van het overdekte plein te vinden is, is spectaculair en heel divers. Van vrolijkmakend tot supersomber, van gepriegel in het kwadraat tot centimeters dik opgesmeerde olieverf, van bouwsels tot tekeningen op pakpapier. Geweldig! 

Er zijn bijvoorbeeld tekeningen, aquarellen, schilderijen en miniatuurbouwwerken te zien van Bertus Jonkers.




In een aangrenzende zaal is het tamelijk deprimerende werk van Rosemarie Koczÿ te zien. Zelfs haar kleurrijke beelden zijn bij nadere beschouwing weinig vrolijk, om over haar 'poppen aan de muur' maar te zwijgen.




Het was bijna een opluchting om vervolgens de zaal in te stappen waar werk van Pavel Leonov te zien is.


Het heerlijk dikke, kleurige 'geklodder', opgesierd met kettingen, broches en oorbellen, van Siebe Wiemer Glastra en zijn net zo kleurige geborduurde schilderijen zijn een feest voor het oog, hoewel we een tijdlang hebben staan twijfelen over de echtheid (of niet) van de nagels van Nebukadnezar. Het ziet er griezelig echt uit.. van die oude gele, dikke, nagels. Brrrrr.





Net als de bovenstaande kunstenaars, vult het kleurige, zééééér gedetailleerde werk van Willem van Genk een volledige zaal. Een zaal waar je uren in kunt doorbrengen als je alle details van zijn werk wilt zien.



Net zo kleurig, en in eerste instantie én van enige afstand, net zo vrolijk lijkt het werk van Piet van den Heuvel, wellicht beter bekend onder de naam Napaku, dat echter met weinig afstand onthullend onthutsend is voor tere, kuise zielen. Details (en meer werk van deze en andere kunstenaars) zijn te zien in mijn fotoalbum.




Deze tentoonstelling beslaat zoveel kunstenaars en zoveel werk dat het onmogelijk is om aan allemaal aandacht te schenken in deze blog, maar er is er één die zeker niet mag ontbreken: Saï Kijima


In de museumwinkel, die we na de lunch bezochten, heb ik het boek Solitary Creations. 51 Artists out of De Stadshof Collection, waarvan ik vermoedde dat het wel eens een heel kostbaar (qua euro's) boek zou blijken te zijn, ingekeken. Het vermoeden werd gesterkt door het feit dat ik alleen maar exemplaren tegenkwam die niet geprijsd waren. Uiteindelijk bleek er een doorbladerexemplaar op daarvoor ingerichte tafels op het lunchplein te liggen, die van een prijs voorzien was. En die viel reuzemee. Het was te zwaar en te groot om direct mee te nemen, maar inmiddels ligt het naast mij en heb ik er gisteren heerlijk in nagenoten en andere fantastische kunstenaars en kunstwerken in ontdekt.


En toen was er eigenlijk te weinig tijd om van al het moois in de Wonderkamers te genieten. Volkomen blanco daalden we de trappen af om vervolgens te 'verdwalen' in de donkere ruimtes waar werkelijk overal wat te zien was. In miniatuurvorm, bewegend of stilhangend of -staand. 







Voor de grotere versie van bovenstaande foto's en meer foto's van dit museumbezoek zie 20150926 Gemeentemuseum Den Haag.