Professor in de poëzie by Grace McCleen
My rating: 3 of 5 stars
Zonder de vertaler, Harry Pallemans, van Professor in de poëzie tekort te willen doen, vermoed ik dat het taalgebruik de Engelse versie van het boek de glans geeft die de Nederlandse vertaling ontbeert. In The Guardian, aan het eind van een review, staat: "And what eloquence! There are sentences here of such agile cleverness, charged with wit and beauty and enchantment." Elegantie, scherpzinnig, geestig, betovering, schoonheid zijn geen van alle termen die de vertaling oproept. Dat is wellicht meer aan de taal te wijten dan aan de vertaler, omdat het in het Engels makkelijker lijkt dan in het Nederlands om met relatief simpele woorden en zinnen een flonkerend, elegant of geestig verhaal te schrijven.
Maar of het Engels beter geschikt is of dat de vertaling in gebreke blijft, maakt uiteindelijk niet zo heel veel uit voor wie de Nederlandse versie leest, feit is dat het verhaal de betovering van de taal nodig heeft, al was het maar omdat er zoveel over de muzikaliteit van taal en meer in het bijzonder van poëzie, gesproken wordt.
Professor Elizabeth Stone is briljant in haar vak, maar als mens onbeholpen, onzeker en mede daarom erg afstandelijk. Privé, maar ook in haar colleges en geschriften houdt ze continue afstand. Dat heeft alles te maken met haar jeugd waarin ze de eerste zeven jaar van haar leven heeft doorgebracht met een psychisch instabiele moeder, waaraan ze prachtige maar ook nare, zelfs traumatische herinneringen heeft overgehouden. Haar moeder verdwijnt spoorloos als ze zeven is en Elizabeth wordt vervolgens tamelijk liefdeloos opgevangen door een dominee en zijn kille, onvriendelijke vrouw. Ze gaat Engels studeren in Cambridge - hoewel de naam van de stad nergens wordt genoemd - en krijgt daar een heftige, maar platonische liefdesrelatie met haar mentor Edward Hunt. Nadat ze is afgestudeerd, heeft ze een prachtige carrière: ze schrijft een uitstekend boek over de poëzie van Milton en diverse goed ontvangen wetenschappelijke artikelen en geeft colleges totdat ze, midden vijftig inmiddels, ziek wordt. Ze blijkt een tumor in haar hoofd te hebben.
Het boek begint op het moment dat Elizabeth te horen heeft gekregen dat de operatie en behandeling van de kanker succesvol zijn geweest en dat ze haar leven weer kan oppakken. Ze besluit om een nieuw project op te pakken waarmee ze - als ze echt eerlijk is - vooral haar oude mentor, Edward Hunt, wil verbijsteren. Elizabeth duikt onder in The Four Quartets van T.S. Eliot, en tracht handen en voeten te geven aan haar - nog vage - idee om de muzikaliteit van taal en in het bijzonder van poëzie nader te bestuderen en daar een theorie voor op te stellen. Om een artikel van Eliot te kunnen bestuderen, waarin hij aandacht aan dit onderwerp besteedt, moet ze terugkeren naar het universiteitsstadje waar Hunt nog altijd lesgeeft.
Hoewel regelmatig gerefereerd wordt aan de manier waarop woorden, net zoals muziek, non-verbaal kunnen communiceren in met name poëzie, wordt er meer en duidelijker gespeeld met het thema van de tijd. Niet alleen letterlijk door de aangehaalde poëzie, tijdens overpeinzingen of in gesprekken, maar ook door de wijze waarop het verhaal verteld wordt: herinneringen lopen naadloos over in nu en vloeien dan even naadloos weer terug naar vroeger. Dat geeft het verhaal een extra 'kick' die het goed kan gebruiken, want de knipperlichtverhouding tussen Edward Hunt en Elizabeth Stone, vroeger en in de tegenwoordige tijd, doet bij tijd en wijle - en zeker aan het eind - denken aan een chicklit. En dat ondanks dat Elizabeth Stone bepaald geen chick is en Edward Hunt lange tijd niet de ridder op het witte paard.
View all my reviews
5/10/2014 recensie voor Dizzie geplaatst
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.