zondag 16 februari 2020

Ode aan de verbeelding

Het argument dat een graphic novel ‘toch eigenlijk niets anders is dan een boek met plaatjes’, dat het het gebruik van je eigen fantasie in de weg zit omdat ‘dat allemaal al voor je ingevuld wordt’, kent vast iedere liefhebber van dit medium. Verbazingwekkender was de toevoeging die pas geleden op Twitter voorbijkwam, dat andere essentiële elementen zouden ontbreken omdat die niet in een plaatje gevangen kunnen worden.

Pak dan eens een goede graphic novel! De dolende god van Fabrizio Dori bijvoorbeeld. Dit boek heeft een dijk van een verhaal, waarin elementen van diverse mythen en sagen gebruikt worden om het verhaal van de arme, uit zijn eigen verhaal verbannen, Eustis te vertellen. De dolende god krijgt er extra dimensies bij juist door de wijze waarop Dori die werelden vorm heeft gegeven. Niet door ze voor je te verzinnen, maar door de wijze waarop ze getekend zijn. De stijl en al wat erin zo’n afbeelding te zien is, roepen allerlei associaties op die samenkomen in jouw hoofd en er dus jouw verhaal van maken. En dat van Eustis, natuurlijk.


Hoofdpersonage Eustis, bevriend met Dionysus, is na een wat ongelukkig verlopende ontmoeting met Artemis bij wijze van straf door haar verbannen naar een andere wereld. Hier hangt hij nu al eeuwen eenzaam en vol heimwee rond. Hij woont in een enorm zonnebloemenveld en gebruikt zijn waarzeggersgave om zijn leven wat te veraangenamen. Als je Eustis namelijk een goede fles Bordeaux of hasj aanbiedt, zal hij je in ruil daarvoor verhalen vertellen die:
‘zorgen doen verdwijnen [...]. Wat je maar wil! Ruzie, liefdesperikelen... van die dingen.’
Dan, op een treurige, regenachtige dag, helpt Eustis een dode de weg naar Hekate terug te vinden. Hekate bedankt hem voor zijn hulp door hem de kans te bieden de vloek van Artemis op te heffen. Daarvoor moet onze held natuurlijk wel op reis, vergezeld van zijn vriend de professor die zich de kans op een deze queeste niet laat ontnemen en van pure vreugde – en zeer bij de gelegenheid passend – de Odyssee begint te quoten. Zij ontmoeten even later een Griekse wannabe-held die zich, in de hoop op echt heldendom, bij hen aansluit. Het reisgezelschap is compleet en het avontuur barst los.

Een avontuur dat de drie door vele mythische werelden zal leiden. Herkenbare werelden en personages, en tegelijkertijd heel anders dan je verwacht. Dori zegt daar het volgende over in een interview:
‘Ik gebruik graag allerlei grafische en verhalende stijlen. Ik doe dit spontaan, met een zekere mate van onzorgvuldigheid. Voor dit boek werd ik geïnspireerd door Van Gogh tot Winsor McCay, van Homerus tot pop-art, van Hölderlin tot Hokusai [...] Ik gebruik onderwerpen, stijlen en thema's door elkaar heen, ik mix ze, herinterpreteer ze. Het is alsof je jazz speelt…’
Dat zorgt er natuurlijk voor dat je het niet bij één keer bladeren, kijken, lezen en interpreteren laat, hoe langzaam je ook gaat. Dit boek pak je nog een keer, en nog een keer... en telkens lees en zie je andere dingen en nieuwe verwijzingen: die centaur lijkt nota bene Freud wel! En die naargeestige wereld, waar ze nu doorheen trekken, doet erg denken aan het werk van Otto Dix, waardoor die naargeestigheid zich nóg dieper in je buik begraaft..

Dori is overigens ook flink scheutig met zijn humor en maakt je regelmatig aan het lachen om een misverstand, een uitspraak van Eustis, of de satirische wijze waarop (onder andere) Hades is weergegeven.


Met De dolende god heeft Dori een boeiend, beweeglijk en eigentijds verhaal afgeleverd, dat zich bevindt tussen een opnieuw verteld heldenepos en een moderne ‘coming of age’. Een verhaal dat bovendien keer op keer blijft boeien, omdat er altijd weer iets nieuws te ontdekken valt: in de tekst, in de beelden en in de opgeroepen werelden waar je samen met Eustis en zijn helpers in ronddwaalt. Heerlijk!

(Gelezen en gerecenseerd voor Hebban.nl)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.