Ik
denk aan jou, ik denk aan jou
ik
denk alleen maar aan jou
alleen
maar aan jou, alleen maar aan jou
ik
denk alleen maar aan jou
Als
ik denk aan muziek
als
ik denk aan hagel
denk
ik aan jou
alleen
maar aan jou, alleen maar aan jou
ik
denk alleen maar aan jou
Ik
verstop me in mijn flat
Ik
hoor de eerste merel
ik
denk aan jou, ik denk aan jou
ik
denk alleen maar aan jou
Als
ik denk aan koelte
als
ik denk aan durven
denk
ik aan jou, denk ik aan jou
ik
denk alleen maar aan jou
Als
ik denk aan mijn vriendinnen
Of
ik denk aan kipkluiven
denk
ik aan jou, denk ik aan jou
Ik
denk alleen maar aan jou
Als
ik denk aan mezelf
niet
wil denken aan jou
denk
ik toch
alleen
maar aan jou.
Wie
heeft zich niet zo gevoeld in vooral de beginfase van een (nieuwe) liefde? Ooit een gedicht gelezen dat zo precies verwoordt hoe het is om volledig, zonder voorbehoud verliefd
te zijn op die net ontdekte ander? Karlien de Wit-Hendriks is degene die dit
gevoel – haar eigen verliefdheid? - zo speels,
grappig en ontroerend onder woorden heeft gebracht. Wie op internet zoekt komt al snel de site Karliens gedichtenbundel
tegen, waar over Karlien het volgende te lezen is:
“Karlien
is een creatieve duizendpoot uit Zwolle. Ze is getrouwd met de liefde van haar
leven, Bert. Altijd is ze bezig is met creatieve hobby's. Zo maakt deze dame
opmerkelijke gedichten, acteert ze graag, danst ze veel en schrijft ze
verhalen.”
Om
te vervolgen met “Karlien kwam in 1980 op de wereld met het syndroom van Down.”
Karien is niet de enige dichter in Dag
taart op de tafel met het Downsyndroom of een andere verstandelijke handicap,
alle gedichten in deze bundel zijn geschreven door mensen die verstandelijk
gehandicapt zijn.
Het
is verleidelijk om alleen om die reden elk gedicht en daarmee de complete
dichtbundel fantastisch te vinden, maar dat zou de dichters en de dichtbundel
tekort doen. De gedichten zijn daar namelijk, stuk voor stuk, te geweldig voor. Ze vrolijken
je op, tikken je op de vingers, geven je een trap onder de kont, laten tranen
over je wangen glijden en kietelen je brein.
Een
voorbeeld van dat laatste is het gedicht van Laurens de Kievid:
AARDE
Als
het hier licht is
Is
het daar nacht
Zo
is de aarde
Aarde
is als cement
Het
lijm van de straat
En
is vast, muurvast
Aarde
is een steen
Een
steen verlegt een rivier
Op
aarde
Het zijn niet alleen de gedichten die Dag taart op de tafel een aanwinst voor elke boekenkast maken, de tekeningen zijn net zo welsprekend en waard om bekeken te worden. Ze worden telkens gebruikt om een serie bij elkaar horende gedichten in te leiden en dat werkt bijna altijd prima. Maar niet altijd. In het geval van de tekening van Sabrina Elstrodt, zie hieronder, gaat het een piepklein beetje mis.
Direct na de tekening volgen gedichten over een vliegtuig, een laptop, gamen, boarden, enz; gedichten dus die over hobby’s, spelen en sporten gaan. Maar wat zou het mooi zijn geweest om deze tekening tegenover of direct na onderstaand gedicht van Edward Linnebank te plaatsen. Nu staat het gedicht helemaal achteraan in het (huis)dierendeel.
Ik
ben een rolstoelder
ik
ben een paardenmenner
ik
en mijn paard
samen
zijn wij één
ben
ik rustig
ben
ik de baas
het
paard is mijn benen
Alle
ruiters – of de achternaam nu van Grunsven, Cornelissen, IJzerman, Linnebank of
Gal is – willen bereiken wat hierboven getoond en geschreven staat! Allemaal. Waarmee
hetgeen in de inleiding van dit boekje over de dichters en kunstenaars in dit boek gezegd wordt niet duidelijker onderschreven
kan worden: […] er geen sprake is van hun
wereld en de onze. Er is maar één
wereld […].
Dag taart op de
tafel
is voor iedereen die dat nog niet wist én voor iedereen die dat al weet. En
voor iedereen die een voorbeeld nodig heeft.
VROLIJK
MENS
nooit
verdriet
ik
heb nooit verdriet
nooit
boos
ik
ben nooit boos
altijd
blij
ik
ben altijd blij
altijd
hartstikke blij
ik
ben een heel vrolijk mens
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.