Gebed zonder eind by Asis Aynan
My rating: 4 of 5 stars
Tijdens een interview met de Moslim Omroep (3 juni 2014) vertelt Asis Aynan over hoe zijn ouders een 'peper- en zoutvaatje' werden, zodat zij konden zorgen voor een strakke, duidelijke, zwartwitte wereld om hun kinderen in groot te brengen. Om ervoor te zorgen dat hun kinderen het beter zouden krijgen dan zij het ooit gehad hebben, creëerden ze een nieuwe wereld in een nieuw land, ontdaan van al die prachtige kleuren van hun eigen land, Marokko. Er bleven twee dingen over: heel hard werken en god. De schoonheid, de veelheid, de verhalen, de verschillen, alles werd weggelaten en weggehouden omdat er 9 kinderen moesten worden verzorgd en opgevoed. In Gebed zonder einde zegt Aynan het als volgt:
De
drieploegendienst van vader en het dag- en nachtwerk van moeder zorgden
ervoor dat ik niet in de fabriek hoefde te werken, maar naar de
universiteit en levensuniversiteit ging. De onrust die mij ten deel
viel, liet mij af en toe over land reizen (nooit door de lucht!), maar
vaker in mijn hoofd. De onrust zorgfe voor ontmoetingen. Zorgde ervoor
dat ik op zoek ging naar literatuur, de wereld van de cinema en ander
kunsten. En diezelfde onrust heeft ervoor gezorgd dat ik het distillaat
van deze belevenissen op papier heb gezet.
In verhalen die
slechts een enkele keer meer dan een paar bladzijden lang zijn, vertelt
Aynan over zijn belevenissen tijdens de zoektocht naar zijn
veelkleurige, schitterende, oeroude achtergrond en zijn verlangen om
daarbij te horen. Hoewel Aynan zich dolgraag wil onderdompelen in de
Marokkaanse gemeenschap, ten volle geniet van het leven zoals zich dat
bijvoorbeeld in Borgerhout (Antwerpen) voltrekt, concludeert hij dat hij
dat niet kan: Ik wil geen halve manen dragen, niemands kruis op zijn rug. [...]
ik pas niet in de sociale orde van zo'n wijk. Op plekken als Borgerhout
zijn de juiste ingerediënten voor een goede maaltijd en een
dijenkletser aanwezig, maar die voor een goed leven (in mijn optiek!) zijn er moeilijker te vinden.
Zijn zoektocht beperkt zich niet tot Nederland en België, maar voert
hem ook naar - natuurlijk - Marokko, Frankrijk en Duitsland. In het
langste verhaal, Al-Hoceima, probeert Aynan het voetbalstadion
binnen te komen waar hij, tijdens een vakantie in zijn jeugd, ooit een
korte blik op heeft kunnen werpen. Hij heeft de pech, of misschien wel
het geluk, dat de koning van Marokko, Mohammed VI, op datzelfde moment
Al Hoceima bezoekt. Hij verblijft zelfs in het hetzelfde hotel. Het
vergemakkelijkt zijn speurtocht niet, maar resulteert daardoor wel in
een spannend verhaal vol met allerlei schimmige, eigenaardige helpers.
Thuis geeft, van alle verhalen in Gebed zonder eind,
misschien wel het mooiste weer hoe Aynan in twee culturen leeft en van
beide houdt. In beide thuis is. Niet zonder kritiek, of soms zelfs
woede, maar wel met overgave en met liefde. Het is de liefde voor zijn
Berberachtergrond en de schitterende verhalen uit die cultuur die Aynan
ertoe gedreven heeft om dit heerlijke verhalenboek te schrijven. Het is
diezelfde liefde die ervoor gezorgd heeft en blijft zorgen dat wij, in
Nederland, kunnen genieten van auteurs met een Berberachtergrond, zoals
Mohammed Khaïr-Eddine, Tahar Djaout, Taos Amrouche, Kateb Yacine en
Mohammed Choukri, omdat Aynan bedenker en mede-oprichter is van de Berberbibliotheek. Gelukkig maar
want, zoals aan het einde van Al-Hoceima valt te lezen, in Marokko hebben verhalen geen waarde meer.
Recensie geschreven voor Dizzie.nl.
View all my reviews
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.