zondag 14 augustus 2016

Saints at the River van Ron Rash

Saints at the RiverSaints at the River by Ron Rash
My rating: 5 of 5 stars

Het was Serena, Ron Rash' vierde boek, waardoor ik in 2009 kennismaakte met deze volstrekt unieke, poëtische stem uit een deel van de VS waar ik tot dan toe weinig of niets over had gelezen. Zijn filosofische houthakkers zal ik nooit en te nimmer vergeten, net als de wijze waarop het leven in de bergen wordt beschreven. Dat laatste is nog duidelijker en vooral beklemmender in de andere boeken die ik van hem las: The Cove, One Foot in Eden en de verhalenbundel Nothing Gold Can Stay: Stories.
Saints at the river is zijn tweede boek en vertoont alle kenmerken van een Ron Rashverhaal: bergbewoners, natuur, bedreiging van diezelfde natuur, mensen met tegengestelde belangen, en ingewikkelde familierelaties. Zelfs de 'cougar' uit Serena komt misschien voorbij.

Het verhaal is ogenschijnlijk simpel: Ruth, de dochter van een familie die een dagje in Tamassee doorbrengt, verdrinkt in de wilde rivier. Haar lichaam komt niet meer boven water, omdat het vastgeklemd zit onder een rotsblok. De ouders van Ruth willen het lichaam van hun dochter uit de rivier bevrijden, maar daarvoor moet er een tijdelijke dam in de rivier worden geplaatst omdat het anders te gevaarlijk is voor de duikers. Dat mag niet, omdat de rivier valt onder de Wild and Scenic Rivers Act valt. Daar laten de ouders van het meisje het echter niet bij zitten. Pers, politiek, politie, de dorpsbewoners, de natuurbeschermers, zakenmensen.. iedereen raakt erbij betrokken en ieder om zijn/haar eigen redenen.
Via de ogen en oren van Maggie Glenn, die niet meer in het dorp woont maar daar wel geboren en getogen is, worden de gebeurtenissen gevolgd. Ze is door de krant waar ze werkt als persfotograaf naar Tamassee gestuurd, samen met de bekende journalist, Allen Hemphill. Hun artikel in de krant en dan met name Maggies foto hebben een enorme invloed op de beslissingen die genomen worden en de gebeurtenissen die als gevolg daarvan plaatsvinden.

Saints at the river is een schitterend verteld verhaal, dat je direct op de eerste bladzijde onderdompelt en je pas op de laatste bladzijde weer lucht geeft. Zet Johnny Cash op als achtergrondmuziek en je komt nooit meer boven...




View all my reviews

dinsdag 2 augustus 2016

Regentonvariaties van Jan Wagner

RegentonvariatiesRegentonvariaties by Jan Wagner
My rating: 5 of 5 stars

Lees onderstaande tekst, hardop, eventueel fluisterend, let goed op, laat de tekst op je inwerken en zie, voel wat er geschreven staat:

licht ik het deksel,
kijk ik in het enorme
oog van de merel.

*

onder de vlierboom
achter het huis - kalm en koel
als een zenmeester.

*

leek op een kachel
in negatief, walmde niet,
slikte de wolken.

*

klokte slechts even
als je hem kwaad een trap gaf,
gaf echter niets prijs.

*

Jan Wagner schrijft graag over 'banale voorwerpen' vertelt de vertaalster Ria van Hengel in het nawoord. Hij schrijft niet rechtstreeks over grote thema's als liefde, vrijheid of dood, omdat gedichten daarover vaak te abstract blijven, maar hij schuwt die thema's niet en ze spelen in vrijwel elk gedicht een rol. Zoals in spijker:

amper in de muur was hij het midden,
ijlde zijn radius
over de tuinen, de velden, de kippen-
hokken, bietenkuilen, bedden radijs

De spijker wordt steeds belangrijker, van hoeden tot schilderijen hangen eraan, maar uiteindelijk raakt de spijker, net zoals dat voor de meesten van ons geldt, in de vergetelheid. En dat terwijl hij zo blijft glanzen,

dat men erop zou kunnen navigeren
in het donker, en voor oude zeevaarders een troost.

Regentonvariaties bevat naast gedichten over zeer alledaagse voorwerpen, ook gedichten gewijd aan mythen of mythische figuren. Een prachtig voorbeeld daarvan is centaurblues waarin de vergetelheid wederom een rol speelt, maar de centaur in tegenstelling tot de spijker geen troost belooft.

wij hebben helden vergiftigd, prinsen beleerd,
hebben helden vergiftigd, vat na vat begeerd,
en toch was alles ergens steeds verkeerd.

waar houdt het paard op, waar begint de ruiter?
wie weet of hij een paard is of een ruiter?
iets stopte, iets bleef galopperen, snuivend.

de moeder die ons grootbracht was een wolk,
totdat door de velden die donkere wolk
onder onze benen kwam aangerold,

wij, bedwelmd door de roof, met dampende vacht,
lawaai in de bossen, nu dampt er geen vacht,
klept er geen hoef meer, en schril is de nacht.

maar sta je bij de stroom, zoek in het neveldons
naar de vertrouwde schimmen, houd rekening met ons.

De ode aan de bibliotheken in deel II is een ode aan de verbrande bibliotheek van Alexandrië, aan de nog immer in leven zijnde bibliotheken in Parijs, New York, het Vaticaan en de schitterende British Library, maar ook aan Wagners eigen stadsbibliotheek, waar:

[...] de man die mij van meet af aan
opviel, die er altijd was, die stiekem blad na blad

de boeken opvrat, moest vechten met geesten,
tot het moment kwam dat men hem verbande,
matteo, ik zie hem voor me als was het gister,
die hoogstens wat gebaarde en gromde,
maar nooit iets zei, misschien omdat hij niet wilde,
of omdat hij niet kon, of omdat hij allang brandde.

Een gedicht dat stil maakt, dat gedachten aan oorlogen oproept en aan gruwelijkheden die doorstaan zijn maar hun verwoestende werk in de mens doorzetten, aan allesvernietigend vuur, en aan de dood. Zo tovert Jan Wagner schrijvend over alledaagse voorwerpen, mythische dieren, plaatsen, planten en bomen niet slechts het beeld van die spijker, centaur, bibliotheek of morielje voor ogen, maar geeft je ruimte en tijd om stil te staan bij al het mooie en lelijke, verdrietige en troostende, levende en doodse, angstige en geborgene, liefdevolle en gewelddadige dat deze wereld te bieden heeft.

in de herfst eivol,
liep hij uit in honderden
zwarte naaktslakken.

*

wat in mijn hoofd bleef,
omlijst door de cirkelrand:
dat medaillon 'rat'.

*

een laatste druppel
van de boom, in stilte, stil
de bevende gong.

*

piekeren, peinzen;
dan 's winters de verlichting
gelijk een schijf ijs.

Zo eindigt het gedicht, Regentonvariaties, waarmee deze recensie begon. Het leven aanschouwen en overpeinzen door observaties van, in dit geval, een banale regenton is precies wat de poëzie van Wagner onvergetelijk maakt. Het is aan de eenvoudig ogende, maar krachtige vertaling van Ria van Hengel te danken dat wij, in Nederland, van deze poëtische alledaagsheid kunnen meegenieten.

Gerecenseerd voor Hebban.nl

View all my reviews